Fotograaf Pieter-Jan De Pue en journaliste Ann De Craemer reisden vorig jaar drie weken door Iran. Er heerste op dat moment een prerevolutionair klimaat na de omstreden parlementsverkiezingen. Het verslag van hun reis werd een boek. Een exclusieve voorpublicatie.

Nog niet zo lang geleden heette het Perzië, tot Reza Pahlavi in 1935 alle buitenlandse ambassadeurs opriep om het land bij zijn eigen naam te noemen: Iran. ‘Perzië’ is een land, maar meer nog een begrip dat tot onze verbeelding spreekt. Uit onze geschiedenislessen onthouden wij de ‘wet van Meden en Perzen’, maar we weten niet meer precies waar die uitdrukking voor staat. Als de bekende Perzisch-Nederlandse schrijver Kader Abdolah zichzelf in het perspectief van de geschiedenis plaatst, dan verlies je steeds. Hij kijkt terug op 5000 jaar; wij blikken meestal 2000 jaar terug. Ann De Craemer werkte tot vorig jaar bij deBuren, maar is nu freelancejournaliste en schrijfster. Ze heeft de afgelopen vijf jaar een hartstochtelijke nieuwsgierigheid ontwikkeld voor Perzië en Iran. Ze leerde op eigen kracht het Farsi en verdiepte zich in de Perzische cultuur en politiek. Toen ze mij in mei 2008 vertelde dat ze graag een journalistieke reis door Iran wilde maken, was ik meteen enthousiast: ik wist van haar kennis van en liefde voor het land, en wilde kwaliteitsjournalistiek bevorderen. Haar eerste reis door het hedendaagse Iran is een zeer waardige oefening in deemoed geworden, zoals elke echte reis ook móét zijn. Dit boek heeft een aanleiding: de presidentsverkiezingen van 12 juni 2009. Ann De Craemer wilde nochtans niet in de eerste plaats een politiek boek schrijven. Haar reis is een lange ondervraging. Zij tracht te begrijpen hoe dit indrukwekkende niet-Arabische maar wel islamitische land aankijkt tegen de moderniteit en hoe het die zal verwerken, integreren en vertalen. De laatste sjah, Mohammed Reza Pahlavi, wilde de ‘achterstand’ van Iran in sneltempo goedmaken. Zijn niet erg subtiele Amerikaanse en Europese bondgenoten hebben er mede voor gezorgd dat die grote beweging is mislukt. Vandaag wil Iran zonder al te veel externe inmenging zichzelf worden. Erkend worden als een groot en sterk land lijkt een van de belangrijke doelen van het huidige regime te zijn. Dit Iran heeft Ann De Craemer ondervraagd, zonder vooroordeel, met veel bewondering en af en toe verwondering. Het is waarschijnlijk een eerste boek in een reeks persoonlijke verhalen over Iran. Samen met fotograaf Pieter-Jan De Pue reisde De Craemer drie weken door de Islamitische Republiek, tijdens een periode die historisch is gebleken. Dit eerlijke onderzoek geeft geen antwoord op de vele vragen over hoe het verder moet. Maar zonder enige twijfel helpt dit soort verhalen om onze internationale relaties een nieuwe vorm te geven. Na enkele eeuwen koloniale principes en methoden moet vooral Europa een nieuwe syntaxis ontwikkelen voor internationale culturele en politieke relaties. Niet het omgaan met kernenergie wordt de grootste uitdaging, maar het omgaan met gelijkwaardigheid. Internationale betrekkingen worden in de toekomst niet meer afgedwongen, maar zullen het resultaat zijn van vele reizen, vele gesprekken en vele boeken. Duizend-en-één-dromen is daar beslist een van.

ANN DE CRAEMER EN PIETER-JAN DE PUE, DUIZEND-EN-ééN-DROMEN. EEN REIS LANGS DE TRANS-IRAANSE SPOORLIJN, LANNOO, 176 BLZ., 19,95 EURO. ISBN 9789077445143. EEN UITGAVE IN SAMENWERKING MET DEBUREN EN FONDS PASCAL DECROOS.

DOOR DORIAN VAN DER BREMPT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content