De wereldvoorraden van graan slonken naar een laagtepunt. Europa verzacht de verplichte braaklegging van graanland.

GRAAN voedt de wereld. Het is de grondstof voor brood en pasta en voedsel voor koeien, varkens en pluimvee, de leveranciers van vlees, melk en eieren. Granen zijn ook nodig voor het brouwen van bier en andere verkwikkende dranken. Tarwe, gerst, rogge, haver en maïs zijn basisproducten. Het zaaien, oogsten en verhandelen ervan is economie en politiek tegelijkertijd.

En nu zit de wereld met een graanprobleem. Het verbruik ligt sinds een jaar of drie hoger dan de productie. Graan wordt schaars, de wereld zit door zijn voorraden heen. De Europese graanbergen, in januari 1994 nog meer dan twintig miljoen ton hoog, zijn geslonken tot een voorraadje van 3,2 miljoen ton. Wat niet meer vertegenwoordigt dan enkele dagen verbruik. De tarwestock weegt nog slechts 475.000 ton. De wereldvoorraden krompen tot dertien procent van het jaarverbruik, terwijl de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) al vanaf achttien procent alarm slaat. In de jaren tachtig schommelden de voorraden tussen twintig en dertig procent van het jaarverbruik. Volgens de statistieken, die teruggaan tot 1968, lagen de graanschuren er nooit zo leeg bij.

Vooreerst is de productie gedaald. De weersomstandigheden zijn het graan niet welgezind. In Europa droogt Spanje uit en ook de graanoogsten in Portugal en Italië lijden onder het gebrek aan regen. ’s Werelds graanschuur, de Amerikaanse Midwest, wordt al enkele jaren geteisterd door periodes van droogte, alleen onderbroken door even oogstverwoestende periodes van te zware neerslag. Ook de huidige oogst is er geen succes. Bovendien kampen sommige staten er met schimmelproblemen.

Rusland is niet langer de big spender op de wereldmarkt. Het verbruik is er fel gedaald, sedert de boeren er bij gebrek aan veevoeder grote delen van hun veestapel afslachtten. De graanproductie in de voormalige Sovjetunie kan moeilijk nog meer slinken. Dat ?continent? draagt niets bij tot de wereldmarkt. Het zou evenveel kunnen oogsten als Europa, maar haalt slechts een derde van de graanproductie van de Europese Unie. Al wijzen de statistieken op beterschap.

WINGEWEST.

Tegenover de dalende productie staat een hoger verbruik. China, dat tot enkele jaren geleden een exporteur was, voert nu zelf in. Enkele tientallen miljoenen ton in de kering. De Chinezen winnen welstand en willen hun rijstkom aanvullen met vlees van varkens en kippen, grote graanverslinders. Om 1,2 miljard Chinezen twee eieren per week te gunnen, vallen legers legkippen te voeden. China is voor de graanhandel het nieuwe wingewest. Net als de rest van Azië trouwens, waar de bevolking en de koopkracht toenemen.

Tenslotte heeft niemand controle op, laat staan macht over het kleine maar machtige milieu van de internationale graanhandel rond de beurs van Chicago. Traders als Dreyfus, Continental, Bunge en Cargill groeiden in de koude oorlog uit tot een mythe en zijn in hun business even ongrijpbaar als de wapenhandel. Zij zijn bij machte kunstmatig schaarste te scheppen en doen dat ook. Hun prijzen schieten omhoog bij weerberichten op hun Reuters-schermen. Het Europese exportverbod liet in Chicago historische prijspieken noteren. De wereldtarweprijs is het hoogste sedert bijna twintig jaar en sinds mensengeheugenis kostte maïs nooit zoveel.

Krijgt de wereld af te rekenen met graantekort ? De politieke wereld sust, de EU-bureaucratie ontkent. Wellicht kan de Boerenbond nog het onafhankelijkst antwoorden. Adviseur marktbeleid François Huyghe weet het : ?Waarschijnlijk zal de wereld niet met een tekort gaan kampen. Voor de komende campagne 1996/1997 kondigen alle analisten grotere oogsten aan. Eigenlijk is er genoeg graan, maar omdat de stocks zo krap zijn, is de nervositeit groot. Er zijn spanningen, maar geen bevoorradingsproblemen. We vallen niet zonder brood. Maar zelfs na enkele goede oogsten zal de prijs op wereldniveau hoog blijven. De vraag groeit immers en een deel van de productie moet dienen om de stocks weer aan te vullen.?

Toch staren links en rechts enkele ingewijden zorgelijk naar de cijfers. Als de graanprijzen in Europa stijgen, betalen de gezinnen meer voor hun voeding en klimt de inflatie sneller. Geen aantrekkelijk vooruitzicht, op de vooravond van de Europese muntunie. De bakkerswereld lonkt nu al naar het graanprobleem, ter wille van het argument om de broodprijs te verhogen. Hoewel bakkers minder graan dan wel gebakken loonkost verkopen. En de al zwaar getroffen veeboeren krijgen een nieuwe klap, vanwege hogere facturen voor hun veevoeder.

Niettemin vreest de Europese Commissie sedert het leeglopen van de interventiestocks voor het optreden van een graantekort. Ze bouwde de Unie om tot een graaneiland in de wereld. Sedert het begin van het jaar is de uitvoer van granen verboden. Met een speciale Eurobelasting van één frank per kilogram, bovenop de 5,50 tot 6,30 frank van de Graanbeurs van Brussel, kan geen exporteur concurreren tegen een wereldmarktprijs van om de 7 frank. De wereld op zijn kop. Enkele tijd geleden subsidieerde Europa royaal de uitvoer, nu sanctioneert het die.

De wereldmarkt kan Europa dus niet leegzuigen. Door het graan in de Unie te ?gijzelen? en krapte te vermijden, regelt de Commissie voorts de prijzen. Het is meer dan twintig jaar geleden dat de Europese graanprijs lager lag dan de internationale. Voor de landbouwhervorming van 1992 kostte Europees graan 7 tot 8 frank het kilogram, tegen een wereldprijs van 3 tot 4 frank. Ook graaninvoer kent Europa niet (behalve wat hard red wintertarwe uit de Verenigde Staten voor bakkerijspecialiteiten en koekjesfabrieken). Met een drempelprijs voor ingevoerd graan van 7,50 frank het kilogram heeft geen internationale trader nog trek in de Europese markt.

GELD VOOR KOEIEN.

Tot de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voerde Europa niet alleen tientallen miljoenen ton graan uit, het legde ook enorme, officiële voorraden aan. (Behalve die interventiestocks liggen voorraden bij boeren en handelaars, zoals bij de coöperaties in Frankrijk, maar naar de omvang ervan heeft iedereen het raden). Het probleem heette overproductie. Al fluisteren mensen die het kunnen weten dat Europa handig overschatte stocks uitspeelde om de prijzen te dempen een niet bewezen vermoeden.

Het verdwijnen van de graanbergen bewijst dat productie en verbruik in evenwicht zijn geraakt. De lopende campagne is (in het Europa van de Twaalf) goed voor een oogst van 162 miljoen ton, bij een verbruik van 150 miljoen ton. Het nieuwe landbouwbeleid, dat aan de overproductie een eind maakte, ontstond onder druk van de Verenigde Staten. De principes van de Gatt-vrijhandel in landbouwproducten hebben als eigenaardig gevolg dat de Amerikaanse boeren, en vooral de internationale handelaars, van de Europese export verlost zijn.

Tot 1992 steunde Europa zijn boeren via de graanprijs. De hoge Europese interventieprijs van 6 tot 7 frank per kilogram was een minimum. Wanneer een boer zijn graan niet tegen die prijs op de markt kwijt kon, kocht Europa het. Die marktondersteuning stimuleerde vanzelfsprekend de productie en was de rechtstreeks oorzaak van de wassende graanbergen. Nu ligt de interventieprijs zo’n dertig procent lager en is hij dus eigenlijk onbestaande. Inzake granen kreeg Europa een beetje meer vrije markt. De besparing aan interventie en stockeringskosten kan de EU best gebruiken. Want ze heeft fortuinen nodig voor het indammen van de dolle-koeienziekte in Groot-Brittannië.

Doordat de graanprijs daalde, kon Europa tevens de invoer indijken van graanvervangende producten voor veevoer, zoals maniok, soja, maïsgluten en citruspulp. De dieren krijgen Europees graan gevoederd in de orde van tien miljoen ton per jaar. Eigenlijk is dat ook een reserve, want in tijden van nood kunnen veevoederbedrijven makkelijk vervangingsproducten bedenken.

In mei sloeg op de graanmarkten de bevoorradingspaniek toe. De prijzen sprongen naar 6,30 frank. Zegt François Huyghe : ?De grote veevoederbedrijven hebben zich toen verzekerd van voorraden. In juni viel de hoge prijs terug tot zo’n 5,50 frank. De rust keerde terug op de markten, nu duidelijk is dat het slechte weer van begin dit jaar de nieuwe oogst niet merkelijk veel vertraagt. De boeren zullen in de tweede helft van juli, begin augustus kunnen oogsten. Dat is ook in de andere EU-landen zo.? Er bestaat bijgevolg geen overbruggingsprobleem. Goed ook, want Europa beschikt niet langer over strategische graanvoorraden om zijn bevolking te bevoorraden.

De meeste boeren verkochten hun graan van de vorige campagne tegen zo’n 5,50 frank het kilogram, de prijs kort na de oogst verleden jaar. Dat leidt tot de typisch vreemde Europese landbouwrekening. Een hectare graan levert 8.000 tot 9.000 kilogram op, goed voor pakweg 45.000 frank, plus nog wat geld voor het stro. Die opbrengst is ongeveer wat een hectare kost aan ploegen, zaaien, bemesten, sproeien en oogsten. Maar nu Europa de prijs niet langer ondersteunt, biedt het de boeren directe inkomenssteun : een hectareprijs van 15.000 tot 18.000 frank. Dat compensatiebedrag vertegenwoordigt het eigenlijk inkomen van de graanboer.

DEELS WERKLOOS.

?In België heeft een boer met graan geen probleem,? commentarieert Boerenbond-specialist François Huyghe. ?De inkomenssituatie is verbeterd. De prijs is weliswaar gedaald, maar de premie is opgetrokken.? Die compensatie gaat ook naar snijmaïs, een in Vlaanderen populaire voederteelt die echter niet tot de granen hoort. Maar Europa laat die uitzondering blauwblauw. Het controleren zou duurder uitvallen dan de besparing.

Ook de boeren die grond braak leggen, krijgen de compensatie. Ze produceren geen graan, maar houden hun nutteloos land schoon met een groenbemester of koolzaad voor biodiesel. Dat brengt een serieus inkomensverlies met zich mee. De braaklegging, ingevoerd bij de landbouwhervorming, is Europa’s geheim wapen tegen overproductie. De grote boeren ervaren die verplichte, gedeeltelijke werkloosheid als een sanctie. Ze vinden het onaangenaam dat Big Brother Europa vanuit satellieten en met luchtfoto’s de reglementaire braaklegging controleert.

Van bij de invoering bleek het systeem te hoog gegrepen. Bij een dalende graanproductie en snel slinkende stocks, moest Europa het braakleggingspercentage inkrimpen van 15 naar 12 en nu 10 procent. In België, met zijn vele kleine boeren, is het braak leggen niet belangrijk. Het gaat om slechts 20.000 van de 310.000 hectare graanland, vooral in Wallonië. De Franse boeren echter laten samen meer graanland onbewerkt liggen dan de totale Belgische oppervlakte cultuurland.

Onder druk van de graankrapte in Europa en in de wereld stelt de Europese Commissie nu voor de braaklegging te halveren tot 5 procent. Als de Europese ministerraad dit voorstel bevestigt, komt 1,7 miljoen hectare land opnieuw in cultuur en stijgt de graanproductie met acht miljoen ton. Er rijst echter verzet. De Fransen dringen aan op de volledige afschaffing van de verplichte braaklegging. Zoals van andere landbouworganisaties in Europa is dat ook het standpunt van de Boerenbond. (De Verenigde Staten schaften al eerder hun braaklegging af.) Waarschijnlijk daalt de braaklegging tot iets symbolisch als twee of drie procent van het totale graanland.

De Europese Commissie vreest echter dat het snel weer tot overproductie kan komen. Immers, door het gebruik van betere graansoorten stijgt de productiviteit met twee procent per jaar. Tien ton per hectare is geen onmogelijkheid meer.

Inmiddels blijft Huyghe ontgoocheld over het Europees landbouwbeleid. ?Europa verplicht zijn boeren een deel van hun gronden onbewerkt te laten liggen en belast de uitvoer van graan. De Europese boeren zouden graan kunnen exporteren, zonder subsidies. Een historisch feit. Maar het mag niet. Europa mist een marktgericht beleid. Intussen exporteren de Amerikanen graan naar China en vlees naar Japan en Korea. De Europese Commissie wil geen intensieve landbouw, het moet allemaal wat ouderwets gaan. Alsof de Oostenrijkse landbouwcommissaris Franz Fischler nog voor elke koe een bel wil. Wij zijn voor een intensieve landbouw en we kunnen landbouwproducten over heel de wereld verkopen, zoals om het even welk industrieel exportproduct.? Het klinkt alsof de Boerenbond een vrije landbouwmarkt bepleit, maar dan wel één met inkomenssteun voor de boeren.

Guido Despiegelaere

Droogte veroorzaakt een wereldwijde krapte aan graan.

Europa houdt het werk van de boeren in de gaten. De luchtfoto van 30 mei van de streek van Hoogstade, Beveren, Leisele toont waar is geploegd, wat is ingezaaid en welk land braak blijft liggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content