Tegen 2012 moeten we van Europa overschakelen op de spaarlamp. Die is immers energiezuiniger en milieuvriendelijker dan de klassieke gloeilamp. Maar volgens sommigen brengt de spaarlamp ook nieuwe gezondheidsrisico’s met zich mee.

Thomas Edison draait zich om in zijn graf. In 1879 werd hij wereldberoemd met zijn uitvinding van de gloeilamp, 130 jaar later gaat het klassieke peertje alvast in Europa definitief uit. In februari stemde de milieucommissie van het Europees Parlement immers in met een gefaseerd verbod op de gloeilamp. In september 2009 al worden de gloeilampen van 100 watt uit de rekken gehaald, daarna gaat het trapsgewijs verder tot in 2012 de lampen van 60 watt verdwijnen.

Van dan af schakelen we definitief over op spaarlampen of andere energievriendelijke alternatieven zoals LED’s. Die spaarlampen zijn duurder in aankoop, maar verbruiken minder elektriciteit. De gemiddelde Europeaan zou er 50 euro per jaar mee besparen. Volgens de Milieucommissie zou de uitstoot van broeikasgassen op die manier met minstens 15 miljoen ton per jaar verminderen.

Maar niet iedereen vindt de spaarlamp een geschenk uit de hemel. Volgens de Britse belangengroepen Right To Light en Spectrum Alliance, die onlangs uitgebreid aan bod kwamen in de media, brengen spaarlampen risico’s met zich mee voor mensen met huidaandoeningen en een lichtgevoelige huid. De oorzaak zou de UV-straling zijn die ze uitzenden.

Volgens het Franse onderzoekscentrum CRIIREM is ook de elektromagnetische straling van spaarlampen te hoog. Het centrum nam een hoge elektromagnetische straling waar tot op een meter afstand van de lichtbron. Het waarschuwt voor het gebruik van spaarlampen in bijvoorbeeld nachtlampjes en bureaulampen. Een soortgelijke studie van het Vlaams Instituut voor Technologie (VITO) komt evenwel tot andere conclusies. Het VITO erkent de straling, maar raadt slechts een veiligheidsafstand van tien centimeter aan. Nog volgens de studie van het VITO observeerde het CRIIREM de verkeerde soort frequentie in elektromagnetische golven.

Een tweede probleem van spaarlampen is dat ze kwik bevatten. Het gaat wel om zeer kleine hoeveelheden, te vergelijken met een ouderwetse koortsthermometer, en die kunnen alleen vrijkomen als de lamp breekt. Toch wordt aangeraden om wanneer een spaarlamp breekt de ruimte te verlaten en goed te ventileren, alvorens de scherven op te ruimen.

Desondanks leveren spaarlampen volgens de Europese Commissie geen noemenswaardig risico op voor de volksgezondheid. Opvallend is dat de milieu- organisaties het met haar eens zijn. Volgens de Bond Beter Leefmilieu, het WWF en Greenpeace zijn de voordelen van de spaarlamp vele malen groter dan de nadelen. Zij pleiten voor correcte informatie voor het grote publiek en consequente recyclage. Het lot van de gloeilamp is dus definitief bezegeld. Aan de consument om verantwoord met zijn opvolger om te gaan.

DOOR JELLE COUDER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content