Ewald Pironet

‘In België bezitten de 55-plussers bijna 60 procent van het totale nettovermogen’, zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom bij denktank Itinera. ‘Onze pensioenen behoren tot de laagste van Europa, maar onze gepensioneerden zijn gemiddeld wel het rijkst.’

‘Je hoort en leest vaak dat gepensioneerden een heel hoog risico op armoede lopen, maar dat moeten we nuanceren’, aldus Ivan Van de Cloot. ‘Er is sprake van een armoederisico als het totale beschikbare inkomen lager ligt dan de armoededrempel. Die drempel ligt in ons land voor een alleenstaande op 1000 euro, en voor gezinnen met twee volwassenen en twee kinderen op 2101 euro. Volgens het Federaal Jaarboek Armoede in België (2013) haalde ruim 20 procent van de 65-plussers de armoededrempel niet. Ter vergelijking: in Nederland en Duitsland is dat respectievelijk ongeveer 7 procent en 15 procent.’

In zijn boek De rekening moet kloppen, dat nu van de persen rolt (Borgerhoff & Lamberigts), wijst Van de Cloot erop dat deze cijfers alleen kijken naar het inkomen en geen rekening houden met het ‘spaarpotje’, het vermogen van de ouderen. ‘En dan ziet het plaatje er toch anders uit’, merkt Van de Cloot op. Het gemiddelde nettovermogen van de gepensioneerden in België hoort bij de top van Europa: ‘Als we de waarde van het onroerend goed (huis, tweede verblijfplaats) en het spaarpotje (bankrekeningen, aandelen, obligaties, pensioen- sparen, levensverzekeringen) optellen, en daarvan de schulden aftrekken, dan blijkt een Belgische 65-plusser gemiddeld 500.500 euro nettovermogen te bezitten. Dat is ongeveer dubbel zoveel als zijn leeftijdsgenoot in onze buurlanden.’ Dat betekent ook dat de ouderen veruit de rijkste groep vormen in ons land. Van de Cloot: ‘In België bezitten de 55-plussers 58 procent van het totale nettovermogen van alle Belgen. Veel van onze gepensioneerden zijn dus veel rijker dan de actieve bevolking.’

Dit alles heeft ook implicaties voor het juist inschatten van het armoederisico. ‘Als we alleen al met het bezit van een woning rekening houden, stellen we vast dat het armoederisico bij de 65-plussers niet 20 procent bedraagt, maar eerder 10 procent. En eigenlijk moeten we dan ook zeggen dat het armoederisico bij jongeren groter is dan bij ouderen’, aldus Van De Cloot. ‘Natuurlijk is er armoede bij sommige gepensioneerden’, beklemtoont hij, ‘en soms is dat erg diepe armoede. Een opmerkelijke vaststelling is bijvoorbeeld dat vooral gepensioneerde vrouwen in België een groot armoederisico kennen, dat is een specifieke problematiek die een aanpak op maat verdient. We bewijzen er echter niemand een dienst mee als we uitgaan van misleidende cijfers, want dan kun je geen gepast beleid voeren om de echte armoede te bestrijden.’

Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content