Een verkort prospectus moet beleggers het bos door de bomen laten zien.

De commercialisering van beleggingsfondsen in België neemt almaar toe. De traditionele Belgische grootbanken spuien minder compartimenten dan weleer. Maar de buitenlandse banken, beursvennootschappen en effectenhuizen overspoelen de markt met hun productengamma. Vorig jaar alleen al verwelkomde de Belgische fondsenmarkt 258 nieuwe compartimenten. Om de keuze te vergemakkelijken en om de cliënt correct te informeren, is er een ‘Europees paspoort’ in het leven geroepen. Zonder dat ‘identiteitsbewijs’ krijgt de fondsbeheerder geen toegang tot de Belgische markt. Op 1 maart werd een tweede richtlijn uitgevaardigd waarmee ook het verkorte prospectus gelegaliseerd werd. Daardoor moet de belegger een eerlijke keuze kunnen maken binnen het uitgebreide fondsenaanbod.

Het verkorte prospectus behandelt eerst de ‘structuur’ van de bevek. Er wordt melding gemaakt van de voorzitter van de beleggingsvennootschap, die wordt bijgestaan door minstens twee bestuurders. Die raad van bestuur draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het beheer van de bevek. Daarnaast is er de commissaris-revisor die de jaarrekening van de bevek of beleggingsvennootschap controleert en certificeert. Ten slotte wordt de ‘bewaarder’ en de ‘financiële dienstverlener’ (doorgaans een bank of beursvennootschap) vermeld. Daarlangs lopen onder meer de beurstransacties, het bijhouden van de effecten en de verspreiding van relevante informatie.

In het hoofdstuk over de financiële kenmerken van de beleggingsvennootschap komen de beleggingsrisico’s aan bod. Onder meer de beleggingsdoeleinden en het beleggingsbeleid worden er vermeld. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat er uitsluitend in Amerikaanse aandelen wordt geïnvesteerd en dat het compartiment zich het recht voorbehoudt om afgeleide producten te gebruiken. Doorgaans wordt ook een referentie-index (benchmark) aangegeven waaraan het beleggingscompartiment zich spiegelt. Belangrijk in dit hoofdstuk is de beoordeling van het risico. Die risicograad wordt in klassen van 0 (laag risico) tot 5 (hoog risico) ondergebracht. In klasse 0 vallen bijvoorbeeld de monetaire beveks of cashbeveks in sterke valuta en in klasse 5 worden onder meer de compartimenten ondergebracht die uitsluitend in Japanse aandelen investeren.

Onder de rubriek Aandelen is er sprake van kapitalisatie- en van distributie-aandelen. Kiest de belegger voor de kapitalisatieformule, dan worden de inkomsten die het beleggingscompartiment genereert bij de bestaande activa gevoegd en wordt bijgevolg een meerwaarde gecreëerd. Opteert hij voor distributie-aandelen, dan wordt periodiek – doorgaans jaarlijks – een dividend uitgekeerd. In deze rubriek wordt ook aangegeven of er deelbewijzen (of aandelen) aan toonder (leverbare aandelen) voor het compartiment in kwestie worden uitgegeven.

TRANSPARANTE KOSTEN

In het verkorte prospectus staat ook wanneer de netto inventariswaarde wordt berekend. Dat is de som van de totale activa (alle beleggingen samen) min de eventuele kosten, en dat alles gedeeld door het aantal participaties. Die inventariswaarde is beschikbaar aan de loketten van de uitgevende instelling en wordt ook dagelijks in de financiële pers gepubliceerd. Sommige inventariswaarden worden dagelijks berekend, andere wekelijks of tweewekelijks.

In het verkorte prospectus worden de in- en uitstapkosten vermeld die de financiële instelling aanrekent. De intredeprovisie varieert doorgaans tussen nul en vijf procent, afhankelijk van het soort beleggingsfonds en van het tijdstip (lanceerperiode of later). In de lanceerperiode van een compartiment worden soms verlaagde instapkosten gehanteerd. Voorts wordt ook op de beurstaksen gewezen. Bij intrede wordt bij distributie-aandelen 0,14 procent aangerekend (maximaal 10.000 frank of 248 euro). Kapitalisatie-aandelen worden in zo’n geval met 1 procent beurstaks (maximaal (15.000 frank of 372 euro) gepenaliseerd. Bij uittrede geldt het nulprocenttarief voor de distributie-aandelen en 0,5 procent (maximaal 15.000 frank of 372 euro) voor de kapitalisatie-aandelen. Minder transparant zijn de kosten die intern worden afgerekend (pro rata temporis). Ook die staan in het verkorte prospectus. Het betreft recurrente vergoedingen, beheersprovisies, provisies voor de bewaarder, abonnementstaksen en andere kosten waarvan het totaal snel boven de een procent kan uitstijgen.

Ten slotte wordt ook het fiscale statuut van de beleggingsvennootschap in het beknopte prospectus summier besproken. Bij distributie-aandelen wordt een dividend uitgekeerd en geldt voor de Belgische beveks een roerende voorheffing van vijftien procent. De meerwaarde blijft onbelast. Dat geldt ook voor de kapitalisatie-aandelen: er is geen uitkering van intresten of dividenden, alleen een creatie van meerwaarden. Ook die blijven onbelast in de personenbelasting.

Geert Tack

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content