Kinderarbeid is een realiteit die we moeilijk onder ogen durven zien. De Wereldmars tegen Kinderarbeid eindigde zopas in Genève, precies met de bedoeling het probleem onder de aandacht te brengen en beleids- maatregelen te eisen.

Volgens het Internationaal Arbeidsbureau werken er over de hele wereld 250 miljoen kinderen in mensonwaardige omstandigheden.

Dat kinderarbeid een probleem is van de ontwikkelingslanden, berust op een mythe. Ook in vele geïndustrialiseerde landen werken kinderen. In de VS, bijvoorbeeld, werken kinderen in de landbouw. De overgrote meerderheid van deze kinderen komt uit migrantengezinnen of behoort tot etnische minderheden.

De industrieën die kinderen tewerkstellen, zijn echter zeer verscheiden: van de lederindustrie in Napels in Italië tot de steenproductie in Colombia en Peru, waarbij soms kinderen van acht jaar betrokken zijn.

De meest efficiënte manier om kinderarbeid te bestrijden, bestaat erin de onderwijskansen te verhogen. Nu gaan er 140 miljoen kinderen tussen zes en elf jaar niet naar school. Dit is 23 procent van de kinderen op schoolleeftijd. Waarschijnlijk verlaat een gelijkaardig aantal de school vroegtijdig.

Zes miljard dollar extra – dit is één procent van wat elk jaar in de wereld wordt uitgegeven voor bewapening – volstaat om tegen het jaar 2000 elk kind onderwijs te verstrekken.

Kinderslavernij komt hoofdzakelijk – maar niet uitsluitend – voor in Zuid-Azië waar kinderen, vaak pas acht of negen jaar oud, door hun ouders verpand worden aan fabriekseigenaars of hun agenten, in ruil voor kleine leningen. Deze kinderen werken vaak hun hele leven zonder de gemaakte schulden te kunnen afbetalen.

In India is dit verschijnsel wijdverspreid: het gebeurt voor het rollen van de beedi (sigaretten), in de tapijtweverij, lucifer-, lei- en zijdeproductie. Meest berucht is wel de tapijtindustrie in de staat Uttar Pradesh. Een recente studie stelt dat de kinderen die hier zijn tewerkgesteld, vaak gevangen worden gehouden, gefolterd worden en tot twintig uur per dag moeten werken zonder pauzes. Kleine kinderen moeten de hele dag gehurkt zitten waardoor hun groei ernstig belemmerd wordt.

Dan is er nog de miljardenindustrie van seksuele uitbuiting van kinderen. Het feit dat deze industrie zich in de clandestiniteit bevindt, maakt het moeilijk om betrouwbare gegevens over het fenomeen te verzamelen. NGO’s ter plaatse schatten dat elk jaar minimum een miljoen meisjes over de hele wereld gedwongen worden tot prostitutie, die vaak grenst aan slavernij.

EEN WERELDWIJD SIGNAAL

Reeds geruime tijd staat het probleem van de kinderarbeid op de agenda van de internationale gemeenschap, inclusief België. In tegenstelling tot de algemene bewoordingen in de Universele Verklaring (verbod op slavernij, verbod op onmenselijke behandeling, vrije keuze van arbeid) spreekt de VN-conventie inzake de rechten van het kind expliciet over “het recht van het kind te worden beschermd tegen economische exploitatie en tegen het verrichten van werk dat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of de opvoeding van het kind zal hinderen, of dat schadelijk zal zijn voor de gezondheid of de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of sociale ontwikkeling van het kind”.

Teksten volstaan echter niet. Eens een verdrag geratificeerd, dient een staat zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Een tekst is maar een start in een strijd die tussenkomsten op andere niveaus vereist, zoals educatie en het bewerkstelligen van een mentaliteitswijziging.

Om de inspanningen op wereldschaal te bundelen, hebben verschillende verenigingen de Wereldmars tegen Kinderarbeid. Van uitbuiting naar onderwijs georganiseerd. Op 15 mei heeft deze mars ons land aangedaan en intussen eindigde ze in Genève. Deze periode is niet toevallig gekozen: de Internationale Arbeidsorganisatie is immers begin juni begonnen met het herwerken van haar Conventie, teneinde “een einde te stellen aan de uitbuiting van kinderen die werken in ondraaglijke omstandigheden”.

De Wereldmars is een duidelijk signaal dat wereldwijd, mensen, groepen en vakbonden het niet langer nemen dat met de rechten van de kinderen gesold wordt.

“Niemand zal in slavernij of verknechting gehouden worden.”

Deze reeks is een gemeenschappelijk initiatief van de Liga voor de Rechten van de Mens, Amnesty International Vlaanderen, Artsen zonder Grenzen, Oxfam-Solidariteit en de redactie van Knack.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content