In “Über allen Gipfeln ist Ruh'” schetst Thomas Bernhard (1931-1989) een dag uit het leven van een Duitstalig schrijver. Het Toneelspelersgezelschap Stan brengt er

een bewerking van onder de titel: “Alles is rustig”.

Moritz Meister ( Damiaan De Schrijver) vereenzelvigt zich met zijn romanfiguur, professor Stieglitz, en gebruikt hem als schild om zijn naar fascisme ruikend conservatisme te beschermen. De Duitse titel van het stuk verwijst naar een kort natuurgedicht van Goethe, waarin hij zich bezint over

de dood als onvermijdelijke en opperste rust. Bernhard interpreteert die rust als een bedrieglijke omarming. Meister

is langzaam vergiftigd door de eeuwenoude mythe van de “Duitse ziel” die steunt op natuurverbondenheid. Uit deze vage filosofie put hij zijn zelfgenoegzaamheid die nog wordt versterkt door de lof die Anne, zijn echtgenote ( Sara De Roo), hem toezwaait en door de weinig kritische houding

van een kunstcritica ( Jolente De Keersmaeker).

Thomas Bernhard loopt niet hoog op met schrijvers en intellectuelen, en via Meister kan hij zijn sarcasme in ellenlange zinnen kwijt, tot in herhalingen toe. De spelers van Stan hebben het stuk ingekort door een viertal kleine rollen aan één acteur ( Frank Vercruyssen) te geven, maar er mocht nog meer worden geschrapt. Temeer omdat de tekst nauwelijks tot meer dan praten aanzet. Al schrijft hij het ene boek na het andere, er beweegt niets in Meisters wereld.

De openingsscène is een breedbeeldopname van een zonsopgang over de Duitse heuvelen, met muziek van Richard Wagner. Af en toe zingen de spelers Goethes gedicht en wordt de tijd gevuld met verslagen over reizen naar Kreta, “de bakermat van alle cultuur” en met de zelfverdediging van Meister. De dag eindigt met een lezing door Meister uit eigen werk en een zonsondergang. Het statische verloop van de voorstelling sluit volledig aan bij de mentaliteit van Meister en zijn vrouw: alles te laten zoals het is. Zij hebben het goed in de wijnbergen, waar Meister op kosten van zijn geboortedorp leeft. Zijn vrouw offerde haar carrière als pianiste op en vond compensatie in het strelen van zijn ijdelheid. Het is die eigenliefde van zogezegde kunstenaars die Bernhard aan de kaak stelt. Midden een prachtige natuur zijn ze zo dood als de potscherven die ze van Kreta hebben meegebracht.

De voorstelling spreekt voor zichzelf. Wie goed luistert, transponeert makkelijk Bernhards kritiek naar dat platte land van ons.

Reisvoorstellingen. Info: 03/227.13.81 (Stan).

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content