Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Hard tegen hard, zo verloopt de strijd tussen onze chef-Wetstraat en de Gentse historicus Karel De Clerck. Deze laatste heeft samen met de mannen van De Standaard de roddel verspreid dat wijlen koning Boudewijn het in de trein naar Tirol heeft gedaan met zijn stiefmoeder. Het is plat gezegd, maar zo stond het in De Standaard Magazine. Het is niet omdat men beschaafdere termen gebruikt, dat de boodschap minder grof zou zijn. In een normale rechtsstaat heet dit majesteitsschennis, en vliegen zowel De Clerck, als journalist Rolf Falter en de hele VUM-top in de gevangenis. Je kan niet nòg verder gaan in het beledigen van het koningshuis.

Onze chef-Wetstraat, tot nu toe onbetwist leider in het beschimpen der Saksen Coburgs, zag groen van jaloezie. Dat het volk langs de weg awoert stond te roepen toen de lijkkist van Leopold II voorbij kwam, daarmee riskeert men negentig jaar later geen veroordeling. Maar het begrip “majesteitsschennis” kan evengoed uit de wetboeken worden geschrapt, als het suggereren van een seksuele relatie van een pas gestorven vorst met zijn stiefmoeder ongestraft passeert.

Op de Gossetlaan beseften ze dat ze over de schreef waren gegaan. Streven naar een onafhankelijk Vlaanderen is één ding, obsceniteiten rondstrooien een tweede. En dus kreeg Manu Ruys twee dagen later een vrije tribune waarvan de essentie luidde: “Toen ik nog hoofdredacteur was, zou een dergelijke stommiteit niet verschenen zijn.” Zijn opvolgers probeerden zich in alle mogelijke bochten te wringen, maar konden ook de meest welwillende lezer niet van hun onschuld overtuigen. Zij, en niet “een bepaalde pers”, hebben de nagedachtenis van koning Boudewijn besmeurd.

“Deze krant benadrukte dat beiden niet noodzakelijk een relatie hadden die het platonische oversteeg”, luidde het verweer dat Falter bij de concurrentie leek ontleend te hebben. “We hadden erover kunnen zwijgen, zoals men vroeger in de kwaliteitspers deed. Maar dan had de lezer zich voor informatie over deze notities, die er nu eenmaal zijn, tot de roddelpers moeten wenden. Met alle gevaar voor een verkeerde interpretatie.” O zoete deugd der hypocrisie. Die Falter heeft zijn tijd bij het Cepess blijkbaar goed gebruikt om zich enkele redeneringstechnieken eigen te maken, die Sint-Ignatius naar waarde had geschat.

Dat Achille Van Acker, nota bene een socialist, misschien geen heilige was en zijn woorden, laat staan zijn krabbels, dus geen evangelie, is een mogelijkheid die Falter niet eens in overweging neemt: “Als Van Acker het opschreef, moet er iets geweest zijn. We kunnen alvast niet om het feit heen dat de staatsman zich zorgen maakte om de relatie tussen Boudewijn en zijn stiefmoeder.” Daar kunnen we uiteraard wel omheen, maar goed.

De vraag rijst: hoe kon Van Acker weten dat prinses Lilian aan de telefoon intieme confidenties met haar stiefzoon uitwisselde? Heeft hij dat gesprek afgeluisterd? En zo ja, op welke wijze en met welk recht? Onze chef-Wetstraat trok op onderzoek en heeft ondertussen uitgebracht uit welke afgunstige bron die indiscreties komen: Jean-Pierre Paulus de Chatelet! Bon, daarmee mogen we de zaak als gesloten beschouwen. Jean-Pierre was de zoon van Pierre Paulus, en die was kunstschilder.

Dat noemt die Karel De Clerck dus historisch onderzoek. Onze chef-Wetstraat meldde graag dat De Clerck vroeger carrière heeft proberen te maken op de kabinetten van Willy Calewaert en Jef Ramaekers, maar daaruit verwijderd werd omdat hij te veel achterklap vertelde. Van de universiteit gooien, luidde kort en krachtig zijn devies.

Karel De Clerck was niet bereid dit alles goedschiks te ondergaan, en bezorgde onze hoofdredacteur, in een anonieme brief, enkele notities over het intieme leven van onze chef-Wetstraat. Nou moe. Daarbij vergeleken was dat van Lilian en Boudewijn kinderspel. Meer bepaald wees De Clerck op een pand van twijfelachtige reputatie in de Rue des deux Eglises. Vroeger, toen de CVP daar huisde, heeft onze chef-Wetstraat er nooit een voet gezet, maar sinds Joëlle Milquet deze winter Gérard Deprez heeft gedumpt, is hij er niet meer weg te slaan.

Die foto gezien, vorige maand in Knack 13? Jongens, wat een vamp. Wat een furie. Nitroglycerine in feestverpakking, dat is Joëlle Milquet. In de Foto Knack ’96, stond er een been van haar afgedrukt. Enfin, de rest stond er ook in, maar verder dan dat been zijn wij niet geraakt. Vrienden, wat een been was me dat. Die enkel, die kuit, die knie, die dij… volmaakt. Gehuld in zwarte Assyrische natuurzijde. Als die eraf gaat, schijnt het nog indrukwekkender te zijn.

Wij weten wel: de political correctness vereist dat we vrouwen in de politiek op hun verdiensten beoordelen en niet op hun uiterlijk. Maar dat geldt vooral voor Wivina Demeester en Vera Dua. Die Milquet speelt een paar afdelingen hoger. Wij zullen een stukje citeren uit een artikel dat Van Cauwelaert in Knack 12 aan de politieke toestand in dit land wijdde: “Begin 1996 al, toen Deprez plotseling ontslag nam als PSC-voorzitter en de jonge godin Joëlle Milquet als zijn opvolgster naar voren schoof…” Etcetera etcetera. De rest diende enkel als alibi om dit ene zinnetje te kunnen neerzetten.

Een jonge godin! Laten we eerlijk zijn: welke vrouw wordt niet graag een jonge godin genoemd? Die Milquet leest dat natuurlijk ook, daarvoor hebben ze een knipseldienst. En laat nu toevallig diezelfde, bovendien goed ogende en imposant gebouwde kerel een dag later op interview komen. U begrijpt dat dat gesprek niet geëindigd is bij de laatste vraag. Ware het niet dat wij, in tegenstelling tot professor De Clerck en Ralf Folter, respect hebben voor het privé-leven van de mensen, u zou hier nogal wat lezen.

Joëlle Milquet was, helaas voor onze chef-Wetstraat, even vurig als wij altijd gedacht hebben. Dat werd dus huidpommades smeren en pleisters plakken geblazen. Plus een gipskoker en een breukband. Van Cauwelaert klaagde verder over rugpijn en slaapstoornissen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content