De oorlog in Centraal-Afrika gaat door, maar ook politiek Brussel zet de strijd onverminderd verder.

Vorige week piekerde staatssecretaris Reginald Moreels (CVP) over een persoonlijk initiatief in de oorlog in Oost-Zaïre. Hij wou het voorbije weekend met een lading hulpgoederen naar de Zaïrese hoofdstad Kinshasa trekken en had graag ook het vluchtelingenkamp van Tingi Tingi aangedaan, dat eerder al het sterk gemediatiseerde bezoek van EU-Commissaris Emma Bonino en van VN-Commissaris voor de Vluchtelingen Sadako Ogata ontving.

Moreels wou ook rebellenleider Laurent-Désiré Kabila ontmoeten, om hem ertoe te bewegen deel te nemen aan eventuele verkiezingen in Zaïre. Volgende etappes waren Rwanda en Oeganda, twee landen die Kabila’s opstand in Oost-Zaïre steunen. Moreels zou Kigali en Kampala flink de oren wassen en zo nodig dreigen met het opschorten van de Belgische ontwikkelingshulp als die steun niet ophield.

Moreels zorgde met zijn plan voor kopbrekens op het departement Buitenlandse Zaken. Hij dreigde, als een hond in een kegelspel, de delicate diplomatieke demarches in de regio van onder meer de EU en de VN te doorkruisen. Ook de Verenigde Staten tonen er zich zeer actief. Zonder veel overleg met andere landen, ook niet met Brussel, trachten ze via Zuid-Afrika onderhandelingen te organiseren tussen Kabila en de Zaïrese president Mobutu Sese Seko, die daarvoor zijn veiligheidschef (en neef) Honoré Ngbanda Nzambo afvaardigde. Maar dat plan strandde abrupt nadat een onhandigheid van de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela de zaak voortijdig deed uitlekken.

MOREELS IS EEN IDEALIST

Moreels kreeg voor zijn plannen de zegen van zijn voogdijminister, premier Jean-Luc Dehaene (CVP), en van zijn partij. Niet toevallig vielen ze in de tijd samen met de nauwelijks verholen kritiek van de CVP, bij monde van voorzitter Marc Van Peel en ex-minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens, op de weinig ?moedige? Belgische houding in het conflict. Dat kon buitenlandminister Erik Derycke (SP) in zijn zak steken.

Met zijn reis zou Moreels een ideetje van hem in de praktijk brengen. Hij pleit voor de vorming van een superministerie van Buitenlandse Zaken, dat de diplomatie zou schoeien op de inzichten van het ontwikkelingsbeleid de zijne dus. Zijn reisplannen illustreerden wat hij bedoelde, want Moreels is een bevlogen idealist met weinig talent voor realisme of begrip voor de wetten en bezwaren waarmee beroepsdiplomaten moeten leven. Uiteindelijk zag Moreels dan toch van zijn voorgenomen safari af, maar dat vergde wel, via Dehaene, een interventie vanwege de top van Buitenlandse Zaken.

Het incident kadert in een ruimer CVP-ongenoegen. Zo pleitte Mark Eyskens ervoor dat het Belgische leger de technische coöperatie met Zaïre zou hervatten. Nu is alleen voorzien dat Belgische militairen bijstand zullen verlenen bij de organisatie van verkiezingen in Zaïre, in theorie deze zomer. Met zijn pleidooi wou Eyskens dat België partij koos in het conflict, aan de kant van het Zaïrese leger, tégen Kabila en zo ook tegen Kigali. De ex-minister vond het ook maar niks dat België de Zaïrese bombardementen op de burgerbevolking in Bukavu had veroordeeld. Berichten over door de rebellen bedreven massamoorden in bezet gebied sterkten de CVP nog in die houding ; Eyskens riep al op tot een internationale boycot tegen Rwanda.

De CVP-kritiek wekt een vermoeden van onenigheid over de Afrika-politiek binnen de coalitie. Hoe dan ook zit de recente evolutie in Centraal-Afrika de christen-democratie niet lekker. Zij heeft de val in 1994 van het Hutu-regime in Kigali, ?katholiek? maar door de genocide grondig gediscrediteerd, nog altijd niet verteerd. Bovendien heeft de politieke patstelling in Zaïre de coöperatie met dat land goeddeels verlamd, wat ook de traditioneel machtige katholieke organisaties in hun werking kortwiekt. En hier zijn tenslotte jaarlijks voor miljarden ontwikkelingsgeld in het geding.

De meest excentrieke woordvoerder van die nostalgie naar vroeger was altijd CVP-Senator Jan Van Erps, een pleitbezorger van president Mobutu en van het verdreven Hutu-regime in Kigali. Hij staat dus niet alleen. Maar nostalgie is één zaak. Bedenkelijker is dat deze onvrede de christen-democratie soms verleidt tot een parallelle politiek, die haaks staat op de officiële Belgische diplomatie, die afstand wil nemen van de oude koloniale banden en oplossingen zoekt in een multinationaal verband, samen met de EU en de VN.

DE VIJAND VAN DE VIJAND

Hoe hinderlijk die parallelle initiatieven kunnen uitdraaien voor Buitenlandse Zaken, zou wel eens pijnlijk aan het licht kunnen komen in de Senaatscommissie die zich dezer dagen buigt over het Belgische Rwanda-beleid voor en tijdens de genocide in dat land. Dat verklaart de zenuwachtigheid van de CVP omtrent deze commissie. Ook een andere ex-CVP-minister van Buitenlandse Zaken, Leo Tindemans, begaf zich in de privé-diplomatie, dan nog in een schimmige relatie met huurlingenleider Christian Tavernier, die zijn sérieux recent nog trachtte te bewijzen door te zwaaien met per definitie geheime telexen tussen de Belgische ambassade in Kinshasa en minister Derycke.

Maar de aversie voor het Tutsi-regime in Kigali en dus ook voor de bondgenoot daarvan in Oost-Zaïre, Kabila, dreigt ongewenste bondgenootschappen te creëren. Tenslotte komt de opstand niet uit de lucht vallen (lees meer over de ontwikkelingen op het terrein op blz. 104). Zaïre betaalt ermee de prijs voor de gok van president Mobutu, die de Rwandese vluchtelingen in zijn land gebruikte als een pion om zijn internationale machtspositie te herstellen. Die gok draaide lelijk mis uit, met de rebellie als gevolg. In diezelfde desastreuze logica voert het Zaïrese regime massaal oorlogstuig aan in Tingi Tingi, om er de vele oudgedienden van het genocidaire Rwandese Hutu-bewind mee te bewapenen. Het bevordert het lot van de vluchtelingen echter allerminst wanneer zij zodoende opnieuw worden gebruikt als een menselijk schild voor rancuneuze aanhangers van een verdreven regime.

Marc Reynebeau

Moreels : vredesapostel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content