De Olmense Zoo begon met de passie van Charel Verheyen voor cheeta’s en poema’s.

In oktober 2006 kocht de Britse schrijver Benjamin Mee voor ongeveer 1,5 miljoen euro een verwaarloosde kleine zoo met tweehonderd dieren in Dartmoor. Het werd niet alleen een financiële maar ook een familiale nachtmerrie, die verfilmd werd als We Bought a Zoo, met Hollywoodsterren Matt Damon en Scarlett Johansson in de hoofdrollen. Er was meer dan 500.000 euro aan investeringen nodig voor de zoo de toelating kreeg de deuren te heropenen. Elke maand kostte ongeveer 50.000 euro aan lonen en andere onkosten. De eerste jaren rekende de zoo op een duizendtal bezoekers per dag, maar omdat het regenachtige zomers waren, was het niet ongewoon dat er amper vier (!) kwamen. De zoo overleefde op de passie van de familie.

Dichter bij huis kocht de Kempense bouwondernemer Charel Verheyen in 1995 voor ongeveer 50.000 euro de Olmense Zoo, een toen 4 hectare groot domein dat als ‘verwilderd en vervallen’ kon worden omschreven. Verheyen kweekte als hobby cheeta’s en poema’s, maar als gevolg van een verstrengde wetgeving werd dat voor particulieren moeilijker.

165.000 bezoekers

Het werd een lange weg van heropbouw, van regularisering van landbouw- naar recreatiezone, van aanpassing aan de veranderende wetgevingen, van promotie en van blijven investeren. De oorspronkelijke kleine hokken werden afgebroken en vervangen door grote ruimtes – steeds meer open ruimtes ook. Vandaag is de Olmense Zoo 20 hectare groot en trekt hij meer dan 165.000 bezoekers per jaar aan. ‘We werkten niet met zware businessplannen, we volgden gewoon het aantal bezoekers’, zegt Verheyen. ‘We investeren wat we overhouden aan inkomsten na aftrek van de kosten.’

Vandaag runt Verheyen de zoo samen met zijn dochter Els en zoon Wim. Een echte familie- onderneming. Op drukke dagen staan de Verheyens mee achter de toog in het restaurant, en op minder drukke dagen zie je vader Verheyen rondrijden op een tractor of graafmachine. ‘Wij hebben onze tropenhal gebouwd voor een half miljoen euro, terwijl die van Planckendael 11 miljoen heeft gekost’, zegt Verheyen. ‘Het was een – weliswaar berekend – risico, want wij hebben nooit subsidie gekregen. De Olmense Zoo is een gezond bedrijf, maar je slaapt toch nooit helemaal op je twee oren. Een rotzomer kan ons in de problemen brengen.’

De Olmense Zoo geeft werk aan 36 mensen. De zorg voor de bijna 1200 dieren is goed voor 42 procent van de uitgaven. De meeste dieren zijn eigen kweek of worden geruild met andere zoos, slechts af en toe wordt er gekocht – voor de twee olifanten werd 50.000 euro per stuk betaald. De inkomsten komen voor 70 procent uit de ticketverkoop, voor 25 procent uit de catering en voor 5 procent uit de souvenirshop.

Gorillaverblijf

De balans van de bvba geeft geen omzetcijfers. Eind 2012 bedroeg het eigen vermogen bijna 800.000 euro – dat kan als de waarde van de vennootschap zonder gronden en gebouwen beschouwd worden. Verheyen zegt dat hij zijn zoo al had kunnen verkopen, maar hij wil zijn droom niet van de hand doen. En hij blijft plannen maken. Hij heeft zijn zinnen gezet op een gorillaverblijf. ‘Je moet geregeld iets nieuws brengen’, leerde hij. ‘Anders komen de mensen niet terug. Maar eerst moet er een financiële buffer aangelegd worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content