KOM VAN DIE ACHTERBANK AF

Tot de leeftijd van veertien jaar zijn kinderen eigenlijk ontoerekeningsvatbaar in het verkeer.

‘Kinderen moeten ervaring kunnen opdoen in een vergevingsgezinde omgeving’, zegt de Nederlandse verkeersdeskundige Ineke Spapé. ‘Dan kunnen ze fouten maken zonder dat ze meteen slachtoffer worden.’

Ze vindt het een ‘hele foute ontwikkeling’ als kinderen onder de twaalf jaar niet meer alleen naar school zouden mogen fietsen. ‘Dat is het kind met het badwater weggooien’, zegt Ineke Spapé resoluut. Spapé is verkeersdeskundige bij het Nederlandse studiebureau SOAB en lector Verkeer en Stedenbouw aan de Brabantse Hogeschool NHTV. ‘In Engeland bestaat die regel al. Daar ben je een slechte ouder als je je kind zomaar alleen de fiets op stuurt. Dat is de omgekeerde wereld. Dan leg je het effect van de verkeersonveiligheid bij het kind, in plaats van dat we die onveiligheid wegnemen. Zo creëer je een generatie van achterbankkinderen. Daar is niemand bij gebaat. Het kind niet en de ouders niet, want uiteindelijk moet dat kind toch een keer zelfstandig aan dat verkeer gaan deelnemen. We moeten kinderen en jongeren net opvoeden in het verkeer, van jongs af aan. In Nederland zijn er drie keer zoveel ongevallen met fietsende jongeren boven de twaalf als met kleine kinderen. Dat heeft voor een deel te maken met risicovol pubergedrag, maar vooral ook met het feit dat jongeren geen ervaring hebben opgedaan op de weg.’

Veel ouders zijn bang om hun kinderen het verkeer in te sturen.

Ineke Spapé : Dat begrijp ik. Het verkeer is vandaag een stuk drukker en complexer dan een tijd terug. Maar een kind moet zich kunnen ontwikkelen. Het moet fouten kunnen maken in het verkeer, en daar heeft het een vergevingsgezinde omgeving voor nodig, waarin fouten rechtgezet kunnen worden en er niet meteen slachtoffers hoeven te vallen. We moeten weer meer ruimte maken voor kinderen in het verkeer. En er moet aan educatie gedaan worden, niet alleen van het kind maar ook van de andere deelnemers aan het verkeer.

Ook de volwassenen moeten opgevoed worden?

Spapé: Misschien zelfs nog harder dan de kinderen, want die laatsten zijn meestal heel serieus in het verkeer. Het probleem is dat kinderen niet mondig zijn. Ze hebben geen gemeenschappelijke stem en dus hebben we de neiging om ze te vergeten. Dat is verkeerd. Wij doen met ons studiebureau veel onderzoek naar de knelpunten die kinderen en ouders ervaren op weg naar school. Wat we merken, is dat we beter kunnen kijken naar de kinder- dan naar de ouderknelpunten. De ouderknelpunten liggen altijd bij de scholen. Ze vinden de parkeersituatie vervelend, ze ergeren zich eraan dat ze hun auto er niet kwijt kunnen. Kinderen daarentegen ervaren de knelpunten op weg naar school, zij zijn veel meer bezig met de route. Zij weten dat het bij de scholen een zootje is door de ouders. Dat vinden ze haast al vanzelfsprekend, dus dat geven ze minder als een knelpunt aan. Kinderen die op de achterbank terechtkomen, hebben geen knelpunten. Zij zitten achterin en ervaren geen verkeer. Dat zegt natuurlijk veel over hun zelfstandigheid. Zo doen ze ook geen ervaring op om later bewust – ook als automobilist – aan het verkeer deel te nemen.

Het zou zonde zijn om kinderen pas vanaf hun twaalfde zelfstandig te laten fietsen, zegt u. Hebt u tips voor ouders om hun kinderen op te voeden in het verkeer?

Spapé: Met vijf laat je ze natuurlijk niet alleen los in het verkeer, maar je kunt met je kind wel dagelijks de route rijden. Dan krijgt het continu commentaar van diegene die ernaast fietst over waar het op moet letten. Gaande de rit, als het kind dan acht of negen is, komen er momenten waarop je dat kind moet loslaten in dat verkeer. Veel hangt uiteraard af van de complexiteit van de omgeving waarin het kind fietst, maar die dagelijkse brainwashing vanaf de kleuterschoolleeftijd helpt wel echt. In plaats van onze kinderen op de achterbank te zetten, moeten we met z’n allen de fiets op.

U had het over ‘vergevingsgezinde omgevingen’. Kunt u dat concreet maken met een voorbeeld?

Spapé: Tot de leeftijd van veertien jaar zijn kinderen eigenlijk ontoerekeningsvatbaar in het verkeer. Ze zijn nog niet fysiek in staat om alles te zien. Bijvoorbeeld de afstand tot een bepaald voertuig met een bepaalde snelheid juist inschatten gaat pas echt goed vanaf veertien jaar. Tot dan bewegen ze zich daarom het best in een vergevingsgezinde omgeving waar er bij voorkeur een afstand is tussen de auto’s en de trage weggebruikers. Een uitermate mooi voorbeeld is de Nederlandse gemeente Houten in de provincie Utrecht. Daar fietsen kinderen vanaf zes jaar zelfstandig naar school. Dat kan omdat ze er geen auto tegenkomen. Er is een stelsel van fietspaden dat bijna elk willekeurig huis in Houten verbindt met iedere willekeurige school, als je de weg goed kiest.

U hebt met uw studiebureau het kwaliteitskeurmerk Kindlint ontwikkeld. Wat is dat?

Spapé: Dat is een veilige en prettige verbinding door een woonomgeving langs de plekken die er voor kinderen toe doen: de school, maar ook het voetbalveldje, de bibliotheek, het zwembad… Alles wat voor kinderen belangrijk is, verbind je zodat ze daar zelfstandig kunnen fietsen of lopen. Oversteekpunten worden binnen Kindlinten met verkeersremmende maatregelen veiliger gemaakt, bijvoorbeeld met een verhoogd zebrapad. Op deze oversteekplaatsen worden andere tegels gebruikt, bedoeld om kinderen te laten wachten. Langs de route kunnen leuke speelgelegenheden worden neergezet, zoals een fonteintje, een evenwichtsbalk of keitjes en paaltjes om overheen te springen. Het doel is dat kinderen op een Kindlint bewegend kunnen spelen en spelend kunnen bewegen. In Nederland zijn er al Kindlinten in Amsterdam, Rotterdam, Eemnes, Middelburg en Delft.

Je kunt toch niet de hele stad veranderen in een Kindlint?

Spapé: Dat is niet nodig en dat lukt ook niet financieel. Maar net zoals je snelwegen hebt voor de auto’s, zou je in elke woonwijk een paar slim gekozen Kindlinten moeten neerleggen langs plekken die voor kinderen belangrijk zijn. Kinderen gaan er meer door bewegen, ze hoeven niet altijd door hun ouders gebracht of gehaald te worden en ze zijn nadrukkelijker aanwezig in het straatbeeld. Ze worden volwaardige burgers van hun stad of gemeente.

Klinkt mooi, maar ook erg duur.

Spapé: Dat hoeft niet zo te zijn. Als gemeenten slim zijn, liften ze mee met reconstructies die sowieso gepland zijn, bijvoorbeeld het vernieuwen van de riolering. Als je dan toch de weg openmaakt, hoeven de meerkosten voor de realisatie van een Kindlint niet noemenswaardig hoog te zijn. Bovendien zijn voorzieningen voor voetgangers relatief goedkoper dan die voor de auto of het openbaar vervoer.

Het vereist wel een omslag in het denken want je geeft voorrang aan traag verkeer. Niet eenvoudig in het autogekke België. Nederlanders zijn traditioneel een natie van fietsers.

Spapé: Als wij 35 jaar terugkijken, dan was de situatie hier ook hopeloos. We hebben in Nederland in elk geval wat fietsplanning betreft behoorlijk wat bereikt. Ik zie niet in waarom dat bij jullie niet zou kunnen. Het is alleen een kwestie van mentaliteit en bewuste keuzes maken. Als in België de bewuste keuze is om kinderen in de auto te laten… tja, dan houd ik wel mijn hart vast.

Het andere probleem dat u aankaartte, is de verkeerschaos aan de scholen. Hoe los je die op, met zo veel (over)bezorgde ouders die hardnekkig hun kind met de wagen naar school blijven brengen?

Spapé: Daarvoor hebben we nu de KiLaLo ontwikkeld, wat staat voor Kind Laad en Los Oplossing. Die zit nog in de experimentele fase, maar het idee is dat je bij scholen een intelligente praatpaal neerzet die automatisch detecteert als er een auto op een Kiss & Rideplaats komt te staan. Het probleem is dat veel ouders niet gewoon hun kind afzetten maar ook meelopen tot in de school, wat natuurlijk niet de bedoeling is. De KiLaLo is een speelse manier om ouders een beetje voor schut te zetten, een soort nieuwerwetse schandpaal. Er zit een poppetje op dat al begint te mekkeren als je daar parkeert. Dat zegt: ‘U hebt maar dertig seconden, dus neem snel afscheid. Kusje, tasje en da-ag.’ Na dertig seconden gaat er echt een alarm af. Dat wil je als kind niet meemaken. Kinderen worden een soort ambassadeur van de verkeersveiligheid. Zij gaan hun ouders onder druk zetten om snel weer te verdwijnen.

www.soab.nl

DOOR ILSE DEGRYSE, FOTO FRANKY VERDICKT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content