Welke plaats moeten de Koerden krijgen in het tijdperk na Saddam?

Bert Cornillie en Hans Declercq (red.), ‘In de schaduw van Saddam. Het Koerdische experiment in Irak’, Bulaaq / Van Halewyck, Amsterdam / Leuven, 288 pag., euro 23,50.

Na de vorige Golfoorlog (1990-1991) kregen de Koerden in Irak een beetje meer zelfbestuur. Bert Cornillie (KU Leuven) maakte er samen met anderen een boek over. In juli 2002 bezocht hij het land nog.

Willen de Koerden oorlog in Irak?

BERT CORNILLIE: Ze willen duidelijk af van Saddam Hoessein. Maar ze vrezen ook de chaos. De Iraakse Koerden zijn de laatste elf jaar gehecht geraakt aan hun beetje autonomie, want dat heeft behalve oorlog en ontgoocheling ook verbeteringen opgeleverd, bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs en gezondheidszorg. Intussen blijven ze wel afhankelijk van Bagdad, dat de Koerdische enclave elk moment kan wurgen door de oliebevoorrading te stoppen. De Koerden willen daarom een ander, minder bedreigend bewind. Daarvoor moet de Iraakse oppositie zorgen.

Wie zal Irak besturen na Saddam?

CORNILLIE: De tijdelijke militaire bezetting die de Amerikanen voorstellen, zal bij de Iraakse bevolking zeker niet in goede aarde vallen. Het beste scenario is een federale Iraakse regering met aan het hoofd een soennitische Arabier, een Koerd en een sjiitische Arabier. Zij moeten regeren met de steun van de Iraakse oppositie, van bekeerde legereenheden en eventueel van VN-blauwhelmen. Op lange termijn moeten er ook federale en regionale verkiezingen komen. Al zal sociale en economische stabiliteit in het begin belangrijker zijn.

Zullen de Turken en de Iraniërs een autonoom Koerdistan tolereren binnen dat federale Irak?

CORNILLIE: Ze zullen het aanvaarden als het minste kwaad. Onafhankelijkheid is vandaag onmogelijk. Dan ontketent Turkije een oorlog, waarin Iran en Syrië zich snel zullen mengen.

Heeft Turkije territoriale aspiraties in Noord-Irak?

CORNILLIE: Jazeker. Vorige zomer verklaarde de toenmalige Turkse minister van Defensie Sabahattin Cakmakoglu dat Mosoel onrechtmatig van hen was afgenomen. De Britten hebben de provincie Mosoel na WO I bij hun toenmalige mandaatgebied (nu Irak) aangehecht voor de olierijkdom. Turkije is toen gesust met een klein aandeel in de olie-inkomsten, wat later opgezegd werd. De nieuwe Turkse minister van Buitenlandse Zaken Yasar Yakis bestudeert nu de documenten van toen om de annexatie te herroepen. Turkije zegt zelfs een bezetting te overwegen. Maar dat is alleen om miljarden euro’s los te peuteren van de VS in ruil voor de onpopulaire oorlogsdeelname. Het is puur opbod.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content