Nu de bouw van een Amerikaans raketschild in Tsjechië en Polen niet doorgaat, voelt het ‘nieuwe Europa’ zich in de steek gelaten.

In Polen hadden ze het al een beetje zien aankomen. Toen op 1 september in de Poolse havenstad Gdansk het begin van de Tweede Wereldoorlog werd herdacht, ontbrak de Amerikaanse president Barack Obama op het appel. Terwijl Rusland vertegenwoordigd werd door premier Vladimir Poetin en Duitsland door kanselier Angela Merkel, hadden de Amerikanen de een of andere onderknuppel gestuurd. Er zat kennelijk al langer iets scheef in de relatie tussen Warschau en Washington.

Een echte verrassing was het dus niet toen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton op 17 september haar Poolse collega belde met de boodschap dat de Ver-enigde Staten besloten hadden de plannen om in Tsjechië en Polen een raketschild te bouwen af te blazen. Maar de timing was een beetje ongelukkig. Op 17 september was het precies zeventig jaar geleden dat Polen in de rug werd aangevallen door Stalins Rode Leger. De Polen zijn nogal gevoelig voor dat soort symboliek.

Het raketschild (een radarstation in Tsjechië en interceptieraketten in Polen) was de natte droom van president George W. Bush en bedoeld om de oostkust van de Verenigde Staten te beschermen tegen langeafstandsraketten uit schurkenstaten als Iran. Eén pietluttig detail was daarbij over het hoofd gezien: Iran hééft geen lange-afstandsraketten. Militair-strategisch was het raketschild dus totaal overbodig, maar de Polen zagen in de aanwezigheid van Amerikaanse militaire bases op hun grondgebied toch een extra veiligheidsgarantie, die de Russen moest afschrikken.

Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn de voormalige satellietstaten van de Sovjet-Unie de trouwste bondgenoten van de Verenigde Staten. Zeven jaar geleden, aan de vooravond van de Amerikaanse invasie in Irak, deed de toenmalige Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld nog smalend over het ‘oude Europa’ (Duitsland en Frankrijk) en prees hij de voortrekkersrol van Polen in het ‘nieuwe Europa’. Polen vocht mee in Irak – het leverde de op één na grootste Europese troepenmacht, na de Britten. En het heeft vandaag nog altijd tweeduizend soldaten in Afghanistan.

Toch is de liefde tussen het ‘nieuwe Europa’ en de Verenigde Staten de voorbije jaren flink bekoeld. Dat heeft vooral te maken met de Russische invasie in Georgië, in de zomer van 2008. Washington keek toen wel heel nadrukkelijk de andere kant op. Sindsdien vertrouwen de Polen de Amerikanen voor geen zloty meer. Dat is ook niet onbegrijpelijk voor een land dat in de voorbije eeuw keer op keer is aangevallen door zijn buren en verraden door zijn bondgenoten. Zoiets staat in het collectieve geheugen gegrift.

Obama’s besluit om het raketschild niet te bouwen, wordt in Polen en Tsjechië nu gezien als een knieval voor Moskou. ‘De Verenigde Staten hebben zich altijd alleen maar om hun eigen belangen bekommerd’ foetert de voormalige Poolse president Lech Walesa. En peilingen laten zien dat de populariteit van Barack Obama, die in West-Europa nog altijd ongeschonden is, in het voormalige Oostblok pijlsnel daalt. Verlatingsangst – het bestaat ook in de internationale politiek.

door Piet Piryns

De Polen vertrouwen de Amerikanen voor geen zloty meer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content