De Groeningestad is geen echte, maar wel een leuke studentenstad.

West-Vlaanderen heeft geen eigen universiteit. De Kortrijkse afdeling van de Katholieke Universiteit Leuven (Kulak) noemt zichzelf graag een ‘opstapcampus’. De student start in een veiliger omgeving, vooraleer hij naar de ‘echte, grote’ universiteit trekt. Maar waardoor onderscheiden beide zich nu precies van elkaar?

Inhoudelijk zijn de programma’s van Kulak en KU Leuven identiek: dezelfde lessen, dezelfde professoren, dezelfde handboeken. Dat garandeert een naadloze aansluiting van Kortrijk (bachelor) naar Leuven (master) en een consistent, hoog niveau van onderwijs.

Het grote verschil is de aanpak. Daarin wil de Kulak persoonlijker zijn. ‘Dat komt tot uiting op twee vlakken’, verduidelijkt campusrector Piet Vanden Abeele. ‘Er zijn meer contacten tussen de studenten, want je zit niet in een anonieme groep van honderden studenten, maar in een dicht netwerk van medestudenten uit verschillende faculteiten. Een jurist ontmoet bijvoorbeeld een geneeskundestudent, of een fysicus praat met een onderwijskundige. Daarnaast is het contact tussen student en professor persoonlijker. Dat heeft natuurlijk een gunstige invloed op de studieresultaten, maar je krijgt ook meer algemeen menselijke vorming door het contact met medestudenten en professoren.’

De kleinschalige aanpak loont, steeds meer eerstejaars kiezen voor Kortrijk. Vanden Abeele: ‘Uiteindelijk draait het om studeren en slagen. Daarbij speelt de meerwaarde van een opstapcampus, waar je als student minder risico loopt, een steeds grotere rol in de studiekeuze van jongeren. We rekruteren ook buiten de provincie en zijn dus geen campus voor Kortrijkzanen, maar voor elke jongere die houdt van de meer persoonlijke aanpak van universitaire studies.’

Is dat groeiende succes dan geen gevaar voor een campus waar kleinschaligheid troef is? ‘Blijvende uitbreiding zou op termijn inderdaad nefast werken. Maar momenteel is daar geen gevaar voor. Deze campus kan wat het studentenaantal betreft, minstens nog de helft groeien voor hij zijn plafond bereikt.’

De stad Kortrijk doet ook haar best om de studenten naast het studeren goed te verwennen. En die moeite wordt beloond. ‘Grote steden zijn anoniem en vluchtig’, zo stelt de schepen van Personeel en Jeugd Lieven Lybeer (CD&V). ‘Kortrijk moet het meer hebben van het gezellige, familiale karakter van een stad waar iedereen elkaar kent.’

Toch leiden bepaalde studentikoze evenementen tot spanningen. ‘Men is veel minder tolerant dan vroeger. Daarom doen wij er ook alles aan om een middenweg te zoeken tussen wat studenten willen en wat omwonenden vragen.’

En Kortrijk denkt aan de toekomst: de stad wil de afgestudeerden in de regio kansen bieden. ‘Als mensen hier afstuderen en zich hier willen vestigen, dan moet je als stad zorgen voor voldoende werk. Zoiets willen wij als stadsbestuur opvolgen en dus brengen we regelmatig bedrijven, hogescholen en de Kulak in contact met elkaar. Op die manier kan een symbiose groeien tussen industrie en onderwijs.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content