John Vandaele
John Vandaele Journalist MO* en auteur van 'De melkboer en de geschiedenis' (EPO)

Het gesloten systeem van president Suharto vertoont kleine barsten. Een vrouw met een aureool verstoort een dertig jaar lange rust.

?DE KOMENDE MAANDEN worden cruciaal voor de toekomst van de democratie in Indonesië,? zei Muchtar Pakpahan toen hij begin juli in België was. Advocaat Pakpahan, voorzitter van de SBSI, de enige vrije en dus illegale vakbond in Indonesië, lijkt gelijk te krijgen. Hijzelf werd eind juli opgepakt op verdenking van subversie en de hoofdstad Jakarta werd het toneel van de zwaarste rellen in dertig jaar.

De politieke onrust in Indonesië, met 200 miljoen inwoners ’s werelds vierde volkrijkste staat, begon al eind juni toen de regering in de stad Medan een congres bijeenriep van de PDI (Democratische partij van Indonesië). De PDI, een van de drie toegelaten partijen, werd indertijd, onder druk van president Suharto, opgericht als een samenraapsel van verscheidene nationalistische formaties. Ze heeft altijd al bemoeienissen vanwege regering en president moeten dulden en het congres van eind juni zou daar opnieuw een voorbeeld van worden. De bedoeling was de PDI een andere voorzitter te bezorgen dan de populaire Megawati Sukarnoputri, dochter van de vader des vaderlands Sukarno, die dertig jaar geleden aan de kant werd gezet door Suharto’s regime van de Nieuwe Orde. Door Sukarnoputri te wippen als voorzitter, kan ze geen kandidaat zijn bij de presidentsverkiezingen van 1998.

De ingreep zinde echter een aantal PDI-aanhangers niet. Ze trokken de straten van Jakarta op, maar de ordestrijdkrachten sloegen hun manifestatie uiteen. Nadat Sukarnoputri was weggestemd op het geënsceneerde congres, bezetten haar supporters het partijhoofdkwartier. Van dat moment af waren er feitelijk twee PDI’s : die van Sukarnoputri en die van Medan. Geregeld ging Megawati haar aanhangers toespreken op het hoofdkwartier. Ze diende klacht in tegen haar afzetting, maar de rechter die de klacht moest behandelen, daagde niet op wegens kiespijn.

Het laatste weekend van juli bestormden de ordestrijdkrachten uiteindelijk het PDI-kantoor in Jakarta. Daarop braken zware onlusten uit. Er vielen minstens drie doden en tientallen mensen raakten vermist. Velen, onder wie Pakpahan, werden opgepakt. Ook Sukarnoputri moet voor de rechter verschijnen en het is onwaarschijnlijk dat die het zal laten afweten wegens kiespijn.

OCEAAN VAN BLOED.

Pakpahan wordt beschuldigd van subversie. Daarop staat de doodstraf. Nu is het niet de eerste keer dat zijn leven op het spel staat. Zijn verblijfplaats in Medan werd al in brand gestoken, vertelde hij. Eind 1994 verdween hij een half jaar in de gevangenis omdat hij een betoging had opgezet. Slechts onder zware internationale druk, onder meer van de Amerikaanse president Bill Clinton, kwam hij toen vrij.

De jongste gebeurtenissen tekenen het regime-Suharto. De PDI en de SBSI zijn allesbehalve revolutionaire organisaties. Ze vragen vooral eerbied voor de wet. Ze willen allereerst het openbreken van het gesloten politieke systeem waarin Suharto aan omzeggens alle touwtjes trekt. In de grondwet staat overigens dat Indonesië een democratisch land. Megawati Sukarnoputri heeft niet eens een echt programma. Haar oppositie draait om het recht op oppositie. En veel van haar medestanders vinden die eis onlosmakelijk verbonden met de vraag naar meer sociale rechtvaardigheid.

De clan-Suharto bezet immers erg belangrijke posten in de economie en is schatrijk. Drie van Suharto’s kinderen betwisten mekaar momenteel het recht om een Indonesische wagen te bouwen. Maar Suharto maakt zich ongerust. Hij is 75, wil in 1998 een zevende ambtstermijn aanvatten en met Sukarnoputri lijkt zich voor het eerst sinds jaren een ernstige tegenkandidaat aan te bieden. De vrouw draagt het aureool van haar vader en door haar eenvoud spreekt ze velen aan die onvoldoende meegenieten van de economische hoogconjunctuur. Het is onzeker of haar volkse steun volstaat om Suharto, die over geld en wapens beschikt, te verontrusten.

Suharto bracht zijn land dertig jaar stabiliteit. Dat is, in deze bijzonder verscheiden archipel van 14.000 eilanden, een prestatie. Samen met de succesvolle ontwikkelingsstrategie, deed dat de oceaan van bloed vergeten waarmee Suharto aan de macht kwam (naar schatting een miljoen zogenaamde aanhangers van de communistische partij werden omgebracht). Dezer dagen komt echter de achillespees van het regime bloot. Suharto wordt een dagje ouder, wil niet wijken en er is geen opvolger in zicht. De vele buitenlandse investeerders houden niet van zo’n onzekere situatie. Bovendien verhoogt economische groei, net als bij andere Aziatische tijgers, de vraag naar meer politieke openheid.

John Vandaele

De supporters van Megawati Sukarnoputri dagen het regime uit met de eis om oppositie te mogen voeren en de vraag naar meer sociale rechtvaardigheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content