De benoeming van twintig, mogelijk dertig nieuwe kardinalen die nog dit jaar mag worden verwacht, kan niet alleen de machtsverhoudingen binnen het hoogste bestuur van de katholieke kerk door elkaar gooien, maar bovendien nieuwe ‘papabili’ naar voren schuiven.

EEN BERICHT UIT ROMEAls we Joaquin Navarro-Valls, de officiële woordvoerder van het Vaticaan, mogen geloven – wat niet altijd evident is -, wordt 2003 voor zijn werkgever, paus Johannes Paulus II, opnieuw een recordjaar. Na een tweedaagse trip naar Madrid op 3 en 4 mei, reist de paus van 5 tot 8 juni naar Kroa- tië. Dat wordt dan meteen de honderdste buitenlandse reis van de kerkleider. Iets wat nog geen enkele van zijn 263 voorgangers hem heeft voorgedaan. En daar blijft het niet bij. In september bezoekt de paus Slowakije, mogelijk ook Zweden, en begin oktober wil hij in Straatsburg het Europees parlement toespreken.

Hoogtepunt van 2003 zou op 16 oktober het zilveren jubileum van het ponti- ficaat van Johannes Paulus II moeten worden. Het zal op die dag precies 25 jaar geleden zijn dat de Poolse kardinaal en aartsbisschop van Krakow, Karol Wojtyla, verrassend tot paus werd verkozen. Hij is dan – na Petrus, Pius IX en Leo XIII – vierde in de rij van de langst regerende kerkvorsten.

De jubileumviering zou kunnen samenvallen met twee andere gebeurtenissen, die door hem persoonlijk sterk zijn gepromoot. Eerst is er de afsluiting van het Jaar van de Rozenkrans, wat hij, naar eigen zeggen, het liefst in het Maria-heiligdom van Pompeji zou vieren, ‘als God het hem toestaat’. Voorts is er, drie dagen later, de zaligverklaring van Moeder Teresa van Calcutta op 19 oktober en dat is uitgerekend missiezondag. Binnenskamers wordt in het Vaticaan ijverig aan de voorbereiding van deze festiviteiten gewerkt.

CONCLAAF

Minstens even nerveus en zo mogelijk nog discreter wordt tegelijkertijd en soms door dezelfde personen aan de opvolging van Johannes Paulus II gewerkt. De keuze van een nieuwe paus gebeurt tijdens een ‘conclaaf’ door het college van kardinalen, met name door de kardinalen die op dat ogenblik de leeftijdsgrens van 80 nog niet hebben bereikt. Het aantal kiesgerechtigden mag maximaal 120 bedragen, maar de huidige paus liet het, twee jaar geleden, al eens tot 128 oplopen. Hij leek er toen zeker van te zijn dat hij het nog wel een tijdje zou volhouden.

Momenteel komen er 112 op een totaal van 171 kardinalen voor een conclaaf in aanmerking. In de veronderstelling dat allen in leven blijven, valt hun aantal in de loop van dit jaar hoe dan ook tot 107 terug. Nadat Maurice Otunga van Nairobi en de Argentijnse pauselijke archivaris Jorge Maria Mejia dit jaar de leeftijds- limiet hebben overschreden, worden dit jaar nog eens vijf kardinalen 80. Onder hen Anthony Bevilacqua van Philadel- phia en Paul Shan Kui-hsi van Taipei. Het aantal kiesgerechtigde kardinalen zit dus opnieuw een flink eind onder de 120. Er zouden dus maar beter enkele nieuwe kardinalen kunnen bijkomen, wordt in Vaticaanse kringen gefluisterd.

Er is nog een tweede reden waarom nieuwe kardinaalsbenoemingen niet lang kunnen uitblijven. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) speelt voor bisschoppen en kardinalen ook een andere leeftijdsgrens. Op hun 75e worden ze verondersteld aan de paus hun ontslag aan te bieden. Binnen de groep van kardinalen die nog officieel in functie zijn, zo berekende de Italiaanse krant Il Messaggero, zijn er in de loop van dit jaar maar liefst 27 die voor vervanging in aanmerking komen.

Enkele invloedrijke kardinalen zijn de 75 zelfs al voorbij, maar Johannes Paulus II heeft hun ontslag voorlopig niet aanvaard. Zo heeft hij Joseph Ratzinger, de prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, Angelo Sodano, staatssecretaris en nummer twee in het kerkelijk bestuur, en Jean-Marie Lustiger, aartsbisschop van Parijs, gevraagd om nog een tijdje aan te blijven. Uitzonderlijk in deze context is de positie van kardinaal Kazimierz Swiatek van Minsk in Wit-Rusland, die op zijn 88e nog altijd geen vervanger heeft gekregen.

Het ziet er nu wel naar uit dat Ratzinger op korte termijn toch zal worden vervangen. Volgens John Allen, Vaticaan-correspondent van het Amerikaanse National Catholic Reporter, zijn er duidelijke tekenen die in die richting wijzen. Bij de leiding van de Congregatie voor de Geloofsleer is het proces van ‘Benelli’s weduwen’ ingezet, merkt hij op. Daarmee verwijst hij naar de manier waarop de toenmalige rechterhand van paus Paulus VI, kardinaal Giovanni Benelli, al zijn directe medewerkers – onder wie de huidige kardinaal Giovanni Battista Re – een belangrijke benoeming bezorgde, vooraleer zelf zijn post te verlaten.

De recente promoties van Tarcisio Bertone, lange tijd eerste secretaris van Ratzinger, tot aartsbisschop van Genua en nog meer van zijn privésecretaris en alter ego, Josef Clemens, tot ondersecretaris in de Congregatie voor de Religieuzen, zouden het vertrek van grote baas Ratzinger voorbereiden en de keuze van een opvolger vergemakkelijken. En ook als Ratzinger nog een tijdje aanblijft, zullen zijn nieuwe medewerkers, de Italiaanse aartsbisschop Angelo Amato en de Amerikaanse Gus Di Noia, zeker zijn invloed beperken, meent Allen.

SCHOTTE

Bij de kardinalen die dit jaar 75 worden, is onder meer de Vlaamse scheutist Jan Schotte (op 29 april), algemeen secretaris van de bisschoppensynodes. Van Schotte is algemeen geweten dat hij een van de meest invloedrijke en naaste medewerkers, zeg maar vertrouweling van de paus is. Zijn ontslag zal daarom wellicht niet meteen worden aanvaard.

Daar rekent Schotte trouwens op, luidt het. Hij blijkt er zelf niet op uit te zijn om zijn huidige machtspositie op te geven. Al jaren heeft hij de bisschoppensynodes stevig in zijn greep. Hij schrijft telkens het voorbereidend werkdocument, bepaalt de agenda van de zittingen en zit de werkgroep voor die de besluiten en achteraf ook het slotdocument moet opstellen.

Sinds 1985 oefent kardinaal Godfried Danneels openlijk kritiek uit op de vastgelegde procedures van zulke synodes, omdat ze tijdrovend, energieverspillend en afremmend werken. En hoewel velen het met hem eens zijn, verandert er vooralsnog niet veel. Alleen het vertrek van Schotte zou blijkbaar enige vernieuwing kunnen brengen.

Recentelijk vonden ten slotte in belangrijke bisdommen verschillende benoemingen plaats, waar de nieuwe aartsbisschop als het ware vanzelf bij een volgende gelegenheid kardinaal wordt. Dat is op dit ogenblik voor dertien aartsbisdommen het geval. Het geldt voor onder meer Angelo Scola in Venetië, Ennio Antonelli in Florence, Tarcisio Bertone in Genua, Jean-Pierre Ricard in Bordeaux, Philippe Barbarin in Lyon en Péter Erdö in Budapest. Ook aan enkele hoge posten binnen de Vaticaanse Curie zit doorgaans een rode kardinaalshoed vast. Bijvoorbeeld voor Renato Martino op Rechtvaardigheid en Vrede en voor Michael Fitzgerald bij de Raad voor de Interreligieuze Dialoog. Vaticaan-watchers tellen zo minstens achttien kandidaten die op een kardinaalsbenoeming mogen rekenen.

EVENWICHT

Alles laat dus voorzien dat het zeer binnenkort tot een ‘consistorie’ – de plechtigheid waar de paus nieuwe kardinalen ‘creëert’ – komt. In dat geval kan het echter niet bij de benoeming van die achttien alleen blijven. Vijftien van hen zijn immers Europeanen en zij zouden te zeer het moeizaam te realiseren geografische evenwicht in het college van kardinalen verstoren. Er komen dus zeker nog enkele benoemingen uit andere continenten bij. Nicholas Cheong Jin-suk van Seoul, Gabriel Zubeir Wako van Khartoem of de Japanner Stephen Hamao van de Pauselijke Raad voor Vluchtelingen en Migranten zouden er best bij kunnen horen. De South China Morning Post verwacht uitdrukkelijk dat de nieuwe bisschop van Hongkong, Joseph Zen Zekiun, bekend om zijn ongezouten uitspraken over godsdienstvrijheid en democratie in China, zeker bij een eerstvolgende gelegenheid de kardinaalshoed krijgt. Doorgaans kiest de paus ten slotte nog een paar anderen, die gewoon vanwege hun verdiensten en trouw de titel van kardinaal krijgen. De Franse dominicaan en huistheoloog van de paus, Georges Cottier, maakt zeker een kans.

De intrede van twintig, mogelijk dertig nieuwelingen in het college van kardinalen zal daar ongetwijfeld nieuwe verhoudingen scheppen, die hun invloed zullen hebben op een mogelijk conclaaf en op de keuze van een opvolger voor Johannes Paulus II. Meer zelfs, aan de bestaande lijstjes van papabili zullen dringend enkele nieuwe namen moeten worden toegevoegd. Dat zouden dan bijvoorbeeld de eerder genoemde Péter Erdö voor de meer conservatieve kiezers of Stephen Hamao voor de hervormingsgezinden kunnen zijn. Terwijl andere kandidaten – zoals de Vietnamees Van Thuân, voorzitter van Rechtvaardigheid en Vrede – intussen zijn afgevoerd, want – aldus kardinaal Godfried Danneels onlangs in een interview – ‘deze paus lijkt goed op weg om een behoorlijk aantal van zijn mogelijke opvolgers te overleven’.

Traditioneel vindt de creatie van nieuwe kardinalen plaats op 22 februari, feest van de Cathedra van Petrus, of op 29 juni, feest van Petrus en Paulus. De aankondiging komt doorgaans drie tot vier weken vooraf. Wellicht is het nu wachten tot einde mei of begin juni om te weten of er al dan niet een consistorie komt en wie uiteindelijk de rode hoed krijgen. Tenzij Johannes Paulus II het liever bij het oude laat of toch nog verrassend op een andere datum zijn voorkeurslijstje bekendmaakt.

Rik De Gendt

Aan de lijstjes van ‘papabili’ zullen dringend enkele nieuwe namen moeten worden toegevoegd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content