Eind mei kopten bladen dat de Noorse paleontoloog Jørn Hurum de missing link had gevonden, maar zes maanden later sabelde het blad Nature de hypothese neer. Jørn Hurum is niet uit zijn lood geslagen: ‘Het is goed dat ze hun kaarten op tafel hebben gelegd zodat we hun argumenten kunnen bestuderen. Over zes maanden zijn wij weer aan slag.’

‘Waarom gaan journalisten ervan uit dat onderzoekers die een stelling bekritiseren objectiever zijn dan de bedenkers van de hypothese?’ vraagt Jørn Hurum aan het einde van ons gesprek in Leiden. ‘Als wetenschappers een denkbeeld niet genegen zijn, is het goed mogelijk dat ze selectief met data gaan omspringen.’

Hurum is in Leiden om een lezing te geven over Ida, het fossiel van 47 miljoen jaar oud. Ida werd in mei 2009 gepresenteerd als een lid van een uitgestorven primitieve groep primaten die een onbekende tussenschakel vormt met hogere primaten. In de evolutie zou niet lang daarvoor de tak die later leidde naar apen, mensapen en mensen (haplorhini) zich hebben afgesplitst van de tak met de lemuren (strepsirrhini).

Hurum heeft een afgietsel van het fossiel meegebracht voor het natuurhistorisch museum van Leiden. Ida ligt in foetushouding op haar zij, niet groter dan een kleine kat. Ze werd vermoedelijk al in 1983 gevonden in Messel, een vroegere groeve van oliehoudende schalie nabij Frankfurt. Een handelaar sprak Hurum aan over de vondst op de fossielenbeurs in Hamburg in december 2006. ‘Hij had alleen foto’s, maar die wilde hij op de beurs niet tonen. We spraken af iets te gaan drinken’, grinnikt Hurum. ‘Achteraf hebben Britse kranten zich daar vrolijk over gemaakt. Dit is wat er gebeurt als je fossielen koopt van vreemden in een bar, schreven ze.’

‘Toen ik de foto’s zag, kwam mijn haar overeind. Dit was wat onderzoekers in Messel al vele jaren zochten: een complete primaat. Dat het fossiel van daar afkomstig moest zijn, zag ik meteen aan de manier van conserveren. De stenen in Messel bevatten olie en water en als ze drogen verbrokkelen ze, samen met het fossiel. Om dat te vermijden gebruikt men sinds de late jaren zestig de transfermethode, waarbij het fossiel in de polyester wordt vastgezet.’

De Messelgroeve, die inmiddels als Unesco-erfgoed is beschermd, is de belangrijkste vindplaats voor fossielen uit het eoceen, het warme tijdperk tussen 55,8 en 33,9 miljoen jaar geleden. De fossielen zijn er heel gedetailleerd met schaduwen van zacht materiaal zoals pelshaar of veren. Messel was toen een kratermeer met palmbomen en krokodillen aan de oever. In de jungle zweefden primaten van tak tot tak. ‘Het meer was te vergelijken met het Lake Nyos in Kameroen waar de laatste decennia grote dodelijke CO2-bellen vanuit de diepte opborrelden. 47 miljoen jaren geleden bezweken de dieren bij het meer ook door de dampen en gleden weg naar de zuurstofarme bodem waar ze werden gefossiliseerd. Er zijn ook 1500 vleermuizen gevonden. Net als veel vogels werden ze bedwelmd terwijl ze boven het wateroppervlak scheerden om insecten te vangen. Waarschijnlijk onderging Ida hetzelfde lot.’

Spiegelfossiel

‘De vraagprijs voor Ida bedroeg 1 miljoen dollar. Tot mijn verrassing kreeg ik van de bestuursraad van het Natuurhistorisch Museum in Oslo groen licht. Toen bleek dat Ida Duitsland mocht verlaten, kon het echte onderzoek beginnen. Ik stelde een team samen met op de eerste plaats Jens Franzen, de expert van de vindplaats die bekendstaat als Mr Messel. Toen ik hem op zijn zeventigste verjaardag contacteerde, zei hij dat hij nooit een mooier verjaardagscadeau had ontvangen. Wighart von Koenigswald stond in voor het onderzoek naar de conservering van het fossiel en hij bracht me in contact met Phil Gingerich, paleontoloog van de University van Michigan en specialist van het eoceen. Voor de röntgenfotografie en de CT-scans deden we een beroep op Jörg Habersetzer. Wat later stapte ook Gingerichs vrouw, Holly Smith, befaamd van haar onderzoek naar de ontwikkeling van het gebit bij primaten, in ons team. Zij leidde af uit het gebit dat Ida negen maanden oud was, een leeftijd vergelijkbaar met een mensje van zes. Dat bracht me ertoe haar naar mijn dochtertje van zes te vernoemen. Ida had een gebroken pols zodat ze haar hand niet ten volle kon gebruiken. In de maaginhoud vonden we bladeren en sporen van een bes.’

Vreemd genoeg bevindt een deeltje van Ida zich sinds 1991 in een grote private collectie in de Verenigde Staten. ‘Bij het splijten van de schalie moet aan een zijde een stukje schedel, een deel van de schouder en een deel van de heup afgesplitst zijn. De fragmenten werden aangevuld met valse delen en er werd een fossiele staart van een ander dier toegevoegd. We zijn van zins dit spiegelfossiel van Ida te lenen om het op te meten en te fotograferen zodat we het best gedocumenteerde primaat-skelet ter wereld kunnen presenteren. Vooral het binnenoor van het spiegelskelet zou ons wat kunnen leren. Dat is ons project voor de komende lente.’

In hun paper die in mei op het internetmagazine Public Library of Science verscheen, kwam het team van Hurum tot de conclusie dat Ida tot een groep behoorde die dichter bij de apen staat dan bij de lemuren. ‘We hebben nooit gesuggereerd dat Ida op de menselijke lijn zit’, zegt Hurum. ‘Wel dat ze tot een basale specie van de apenlijn behoort. Vooral het hielbeentje (talus) is cruciaal voor de systematiek van apen en hun verwanten. Bij lemuren is de anatomie van dat hielbeentje duidelijk anders. Andere belangrijke karakteristieken waren de diepe kaak en de tenen die anders zijn dan bij lemuren en het ontbreken van een ‘vlooiklauw’ en een ’tandenkam’ (vergroeide tanden die gebruikt worden om de vacht te verzorgen, nvdr). De combinatie van kenmerken van zowel de zogenaamde halfapen (strepsirrhini), de lijn van de lemuren, als van de haplorhini schept verwarring. Dat heeft veel wetenschappers boos gemaakt.’

Onorthodox

Aanvankelijk waren wetenschappers vooral gechoqueerd door de onorthodoxe werkwijze van het team. Normaal houd je een wetenschappelijk congres om de vondst voor te stellen, waarna een beschrijvende publicatie volgt in een prestigieus wetenschappelijk blad.

‘Wetenschappelijke congressen zijn zinloos: binnen een paar uren zijn foto’s van je vondst over de wereld verspreid. Als je een grote revelatie wilt presenteren, ben je vandaag verplicht om tezelfdertijd met een publicatie te komen. Dus kozen we een heel andere strategie: we wilden niet alleen over de resultaten, maar ook over het wetenschappelijk proces zelf communiceren. Dat deden we via een website en een tv-documentaire waarin we, al naargelang ons inzicht groeide, onszelf soms tegenspraken. Het gaf een beeld van wetenschap in ontwikkeling. Ook het boek is daar een onderdeel van. We wilden op verschillende platforms aanwezig zijn om verschillende publieken te bereiken. We publiceerden onze bevindingen op een open acces journal. Ik zag niet in waarom Nature of Science geld zou moeten verdienen aan onze publicatie. Die uitspraak heeft kwaad bloed gezet en een deel van de aanvallen is zeker afkomstig van de anti-open-acceslobby in de VS.’

Hurum kan niet ontkennen dat een en ander uit de hand gelopen is op de persconferentie in New York. ‘We hadden het niet meer onder controle. Google verwerkte Ida in zijn logo en ongeveer 1,2 miljard mensen hebben het aangeklikt om te lezen over Ida. Nooit heeft een wetenschappelijke paper een dergelijk bereik gekregen. Helaas hebben de media onze vraagtekens weggelaten, zodat het publiek een vertekend beeld kreeg van de betekenis van Ida.’

Sommigen spreken van de grootste zelfkruisiging in de wetenschappen, zegt Hurum lachend. ‘Maar ik ben niet bezig met mijn academische carrière, ik wil het verhaal vertellen. Helaas heeft History Channel slogans gelanceerd als ‘grootste vondst in 47 miljoen jaar’ en ‘dit zal alles veranderen’. De indruk werd gewekt alsof Ida een directe voorloper van de mens was. Na de persconferentie hebben we de slogans meteen laten verwijderen, maar de schade was niet meer te herstellen. Op de koop toe kreeg de Duitse versie van het boek de titel Missing Link zonder dat we konden ingrijpen. Missing link is een term die vandaag geschuwd wordt, wetenschappers spreken van intermediaire species. Het is ten dele een semantische discussie, natuurlijk.

‘Misschien is het publiek wat misleid geweest, maar aan de andere kant hebben we duidelijk gemaakt dat we niet alleen verwant zijn aan de chimpansees, zoals de cartoons suggereren, maar ook aan de primitieve primaten. Dat kan bijdragen tot het begrip van de menselijke evolutie in deep time. Om die reden heb ik ook speelgoedmodelletjes laten maken met een bijbehorend kinderboekje. Dat leverde de beschuldiging op dat Disney erachter zat. De enige inkomsten, een deel van de auteursrechten van de boeken, gaan rechtstreeks naar het museum. En de bewering dat ik de aankoopsom voor het museum moet terugverdienen, is gewoon belachelijk.’

Droom

De wetenschappers onder leiding van Erik Seiffert die de hypothese van Hurum in het blad Nature verwerpen, gebruiken geen verdachtmakingen maar wetenschappelijke argumenten. Ze komen tot de conclusie dat Ida op de lijn van de lemuren thuishoort.

‘Mijn droom is om een tandenkam te vinden die ouder is dan Ida’, reageert Hurum. ‘Dat zal de hele discussie van tafel vegen. Kenmerkend voor lemuren is hun natte neus, wat je in fossielen niet kunt zien, en hun tandenkam en vlooiklauw. Als zou blijken dat lemuren die kenmerken al ontwikkeld hebben voor de tijd van Ida, dan gaat het niet op haar op dezelfde lijn te situeren. Maar de kans op zo’n vondst is natuurlijk heel klein.’

Hurum vindt dat er in Nature toch ook unfaire argumenten worden gebruikt, zoals de bewering dat Ida nog niet is volgroeid. ‘Volgens hen hebben we geen zekerheid over de armlengte omdat ze nog een stuk zal groeien. Maar dat zou niet meer dan 10 procent geweest zijn. Ze zou vooral zwaarder geworden zijn en ook haar brein was al volgroeid. Oké, de premolaren, de twee kiezen achter de hoektand, zijn nog melktanden. Maar de premolaren zijn niet het belangrijkste, het zijn de volwassen molaren die interessant zijn voor vergelijkingen. Misschien slagen we erin deze definitieve tanden uit de kaken te verwijderen, maar dat zal moeilijk zijn.

Vreemd is ook dat de Amerikaanse onderzoekers in Nature zeggen dat de enkel te beschadigd is om er uitspraken over te doen, terwijl ze het fossiel nog niet hebben gezien. Maar goed, in januari zullen we van de voet een driedimensionale reconstructie in hoge resolutie maken zodat we hem kunnen laten draaien. Dat wilden we al in augustus doen maar, de CT-scanner viel in panne.

‘De kenmerken die verwijzen naar de lijn van de apen doen de onderzoekers af als parallelle evolutie (verschillende soorten kunnen in de evolutie toch convergerende adaptaties ondergaan, nvdr). In vele discussies is dat een gemakkelijkheidsoplossing geworden om het materiaal te laten samenvallen met het eerder ingenomen standpunt.

‘We kregen ook kritiek omdat ik het fossiel vergeleken heb met de Steen van Rosetta, maar ik blijf bij deze metafoor. Zoals de Steen van Rosetta ons in staat stelde hiërogliefen te lezen, zo zal Ida en haar beschrijving ons ook helpen om fossielen van primaten beter te lezen. Het is de eerste keer dat we zien welke ruggengraat samengaat met welke enkelbeenderen, vingerkootjes, tanden…. Nooit eerder hebben we de kans gekregen om een specimen van een primaat compleet te lezen, we hadden alleen losse stukken die we via statistische methoden bij elkaar pasten om als een geheel te beschrijven. Ida is een referentie om losse stukken in musea samen te brengen.

‘In elk geval is de evolutie binnen de primaten complexer dan werd aangenomen. Voor de rest kunnen zij gelijk hebben en kunnen wij gelijk hebben. Het is niet per se het een of het ander. We wisten dat deze wetenschappelijke discussie ons te wachten stond. Maar het is jammer dat ze de korte discussie in onze paper voortdurend aanvallen en zo weinig doen met de uitvoerige anatomische beschrijving die nochtans veel lof heeft gekregen. De beschrijving zal standhouden, maar de discussie over de situering van Ida kan nog vele kanten uit. We bestuderen nu alle wetenschappelijke argumenten die tegen onze hypothese naar voren zijn gebracht en zullen daar binnen afzienbare tijd een artikel over publiceren. Over zes maanden hoort u meer van ons.’

COLIN TUDGE, IDA, HET VERHAAL VAN EEN VOOROUDER, UITGEVERIJ NIEUW AMSTERDAM, 272 BLZ., 19,90 euro.

DOOR ERIC BRACKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content