Het wereldkampioenschap veldlopen is uit de hemel komen vallen. In Oostende.

De Internationale Atletiekfederatie organiseert pas sinds 1973 officiële wereldkampioenschappen crosscountry. Daarvoor was de Landencross het officieuze WK. In 1973, en met een draaiboek van een twintigtal bladzijden mocht Waregem de spits afbijten. In 1991 was de Antwerpse Linkeroever het decor voor een tweede Belgisch WK. Terwijl Jos Van Roy, de initiatiefnemer van de Belgische en Europese Cross Cup, volop bezig was met de kandidatuur van Brussel voor 2003, brak over het Kanaal plots de mond- en klauwzeerepidemie uit. Het Ierse Dublin dat klaar stond om het grootste sportevenement uit de geschiedenis te organiseren, werd door de regering teruggeblazen. ‘Geen risico’s nemen’, luidde het devies. De IAAF contacteerde toen de Belgische bond en die stemde, na wat heen en weer getelefoneer, toe. Brussel zou Dublin uit de nood helpen. Maar Brussel had amper toegezegd toen bleek dat de hoofdstad in het weekend van 24 en 25 maart wegens een belangrijk congres belegerd zou worden door medici van over de hele wereld. Bedden te kort dus.

Toen kwam Oostende in beeld. Even uit de winterslaap geschud worden, kon geen kwaad, zeker niet toen Vlaams minister van Sport Johan Sauwens (VU) meteen zes miljoen veil had voor een beetje Vlaamse uitstraling. Oostende was vroeger al kandidaat-organisator geweest, maar moest het in 1990 met één stem tegen Aix-les-Bains afleggen. De voorbije twee weken werd koortsachtig gewerkt om een degelijk WK op poten te zetten. Sleutelfiguur Jos Van Roy kampeert aan de kust, genietend van het geschenk dat in de Belgische schoot is komen vallen. ‘Een geschenk zou ik het niet durven noemen. Het is een opdracht die we gekregen hebben. De IAAF is ons meteen erkentelijk. In 2004 zijn we opnieuw aan de beurt, in Brussel dan wel degelijk’, zegt hij.

Is het geen onmogelijke opdracht om in minder dan drie weken een WK op poten zetten?

Jos Van Roy: Als het onmogelijk was geweest, dan waren we er niet aan begonnen. Octagon-CIS, het evenementenbureau waarmee we samenwerken, heeft veel expertise in sponsoring en marketing én een snelle aanpak. Wilfried Meert, de man van de Memorial Van Damme, en ikzelf hebben ook veel ervaring. Ik moet zeggen dat we ook nog heel wat informatie uit het draaiboek van het WK van tien jaar geleden in Antwerpen hebben kunnen halen. Dat was echt al heel professioneel. Hier in Oostende moesten we eerst overeenkomsten bereiken met de exploitanten en concessiehouders van de renbaan, en met mediapartners.

Onze problemen zijn nu vooral van logistieke aard. Je mag niet zomaar in het midden van een renbaan tenten bouwen. Hoe tekenen we het extra lange parcours uit? Waar kunnen de atleten zich opwarmen? Waar komen de kleedkamers, de perszalen ? Ons uitgangspunt was om het zo eenvoudig mogelijk te houden, dat is al moeilijk genoeg. Onze grootste zorg is het vinden van ruim 400 tot 600 goede vrijwilligers. Je moet het profiel van die mensen kennen voor je hen de een of andere verantwoordelijkheid geeft. Je mag niet vergeten dat we met één zwaar minpunt zitten: we kunnen namelijk niet repeteren. Het BK in de week voor het WK kun je niet echt een repetitie noemen. Iedere medewerker krijgt veel verantwoordelijkheid. De ene moet een ploeg begeleiden – zo zijn er toch al snel zeventig -, een ander moet bij technische vergaderingen vertalen of voor het transport zorgen, nog anderen staan in voor bewaking, catering, enzovoort. Wie zet je waar ? Alleen al voor de parade van de deelnemers op zondag hebben we 200 vrijwilligers nodig. Mensen die de vlag van een land dragen, anderen die naambordjes dragen. Ze moeten dat goed doen, anders krijg je diplomatiek gekrakeel. Er komen hier straks bijvoorbeeld Palestijnse en Israëlische atleten aan de start. We moeten hun veiligheid voor, tijdens en na de wedstrijd kunnen garanderen. Zo moeten we de politie inlichten over de routes die ze zullen volgen.

De omloop zelf is al goedgekeurd door de technische commissie van de IAAF. Maar alleen al om dat parcours af te bakenen, hebben we een half miljoen moeten investeren. Gelukkig kunnen we onze spullen ook voor de Cross Cup gebruiken en afschrijven. Als het WK volgend weekend geslaagd is, zal dat geen mirakel zijn, maar een heuse krachttoer.

Is het financieel haalbaar?

Van Roy: We gaan ervanuit dat we geen verlies zullen maken. Vorig jaar had Villamoura een budget van ruim zestig miljoen frank (1,5 miljoen euro). Wij zullen het met de helft moeten doen. De Internationale Federatie zorgt voor ongeveer een derde, minister Sauwens komt met zes miljoen (150.000 euro), Lotto met vier miljoen (100.000 euro). Er is zich ook een aantal sponsors spontaan komen aanbieden. Wij rekenen er natuurlijk op dat er veel betalende toeschouwers zullen opdagen, maar dat heb je niet in de hand. We hebben een soort langetermijnvisie. Oostende kan misschien verlieslatend worden, maar we zien het ook als een investering voor 2004.

Toen u aankondigde dat België van Dublin overnam, vertelde onder anderen Wilfried Meert dat u zo goodwill bij de IAAF kweekte, dat het een zegen voor de Belgische atletiek was. Leg eens uit.

Van Roy: De Belgische atletiek neemt geen risico, dit is een geschenk. Ook voor de atleten die plots voor eigen volk en supporters mogen lopen. Dit WK is nu een doel voor hen, 2004 is het tweede doel. De Ieren hadden een volledig jaar, met stages en alles, naar Dublin toegeleefd. En kijk wat de Portugezen op hun eigen indoor WK hebben gepresteerd. Dan weet je wat het betekent om voor eigen aanhang te kunnen lopen. Door het systeem van de lange en de korte crossen op het WK kunnen atleten vanaf de 1500 meter tot en met de marathon aan hun trekken komen.

Waar moeten we zo’n WK veldlopen plaatsen in de hiërarchie van de atletiek?

Van Roy: Op een paar uitzonderingen na komt de hele wereldtop naar België. Voor veel atleten is het WK veldlopen een hoofddoel. Er komen toch om en bij de 75 landen aan de start. Dan mag je spreken van een wereldevenement. Aan de andere kant moet ik zeggen dat niet iedereen van de IAAF het veldlopen in het hart draagt. Waarom is de World Cross Challenge anders zomaar afgeschaft ? Het prijzengeld is ook nog iets lager voor de individuele prestaties dan op de piste, maar voor de landenklassementen is dan weer een flinke inspanning gedaan.

Hoe populair is veldlopen eigenlijk, is een vergelijking met het veldrijden mogelijk?

Van Roy: Voor de populariteit van het veldlopen heb ik geen verklaring. Ik wil niet denigrerend over veldrijden doen, maar waar hebben we het over? Een handvol jongens uit de Kempen, tegen drie Zuid-Nederlanders, een Italiaan en een verdwaalde Tsjech. Ze hebben een systeem uitgedokterd om vedetten te kweken en die elk weekend tegen elkaar uit te spelen. Spectaculair, zeker en vast. Maar als wij elke week met Tom Compernolle tegen Tom Van Hooste of Ruddy Walem komen, worden we met de vinger gewezen. De renners hebben supportersclans die wij niet hebben. Wij hebben dat gehad, maar nu niet meer. Ik herinner me dat we Gaston Roelants met vijf bussen volgden op zijn koersen, en Karel Lismont bracht zijn fans met hun bolhoeden mee. Ik weet nog dat de supporters van Eric De Beck en Leon Schots bijna in de clinch gingen omdat de een of andere te veel of te weinig kop had gedaan.

Nu zien we dat in het veldrijden. Maar ik merk wel dat er meer en meer sfeer op onze crossen komt. Toen Van Hooste in Hannuit een paar Kenianen klopte, gingen de toeschouwers door het dak. Ik herinner me ook dat ik, niet eens tien jaar geleden, moest gaan smeken om – betalend dan nog – een cross op het scherm te krijgen. Nu hebben we drie Belgische crossen, het BK en een handvol buitenlandse crossen plus het WK op tv. En er wordt naar gekeken, gemiddeld 250.000 toeschouwers. We zouden kunnen zeggen dat we de derde wintersport zijn. Straks vertrekken hier 900 geselecteerde atleten. En elk jaar weer merken we dat er meer en meer deelnemers naar de crossen komen. Onze deelnemersaantallen voor de crossen variëren van 1200 tot 2500. Vooral bij de allerkleinsten en de veteranen is de stijging spectaculair. Alleen bij de junioren en scholieren zitten we, zoals bij de meeste andere sporten, met verval. Maar globaal zijn we op de goede weg.

We kunnen onze goede veldlopers natuurlijk ook op één hand tellen. Kunnen zij de kloof met de top dichten?

Van Roy: Dit is het eerste jaar van de waarheid. Wat zullen onze professionals doen ? Ze zullen op de 5000 meter toch zeker vijftien seconden van hun besttijden moeten afdoen om verder mee te kunnen. Maar we zien toch ook dat een Tom Van Hooste, Ruddy Walem, Anja Smolders en Tom Compernolle in iets mindere mate in die Europese crossen niet worden ‘weggelopen’. Smolders heeft veel vooruitgang geboekt, misschien is haar programma wel iets te zwaar. Maar daar beslissen wij niet over. We hadden nu drie Belgen in de topzes van die Europese Cross cup. Misschien is dat overdreven, maar ze hebben het toch maar gedaan. Er waren minder Kenianen dan anders, maar de Europese top met Lebed en Paolo Guerra was er toch. Wat heeft Engeland behalve Paula Radcliffe trouwens nog te bieden? Of Nederland, Duitsland, Italië? In Frankrijk zijn het ook allemaal genaturaliseerde Marokkanen die de dienst uitmaken. De vraag is natuurlijk of de planning van onze atleten wel klopt. Dat zullen we zondag weten.

Vergeet ook niet dat we met onze vrouwen een moeilijke periode achter de rug hebben. Lieve Slegers en Véronique Collard hebben afgehaakt, Anne-Marie Daneels ook. Marleen Renders en Veerle De Jaeghere waren geblesseerd, net als de beloften Collier en Lallemand. Ik denk dat we dus niet moeten treuren.

Zo belanden we bij Mohammed Mourhit. Is de man die via de Belgische crossen de weg naar de top vond een geschenk voor de Belgische atletiek?

Van Roy: Mohammed is net op het goede moment Belg geworden. We hadden een brug nodig tussen de generatie van Van Dijck en Rousseau en de huidige generatie. Hij heeft ervoor gezorgd dat we niet in een gat gevallen zijn. Op die manier is hij zeker een geschenk. Hij is ook echt aimabel, vlot in de omgang, sociaal. Op de Memorial, na het WK in Villamoura, hebben we gezien dat hij door het Belgische publiek aanvaard werd. Zijn prestaties werkten dat in de hand. Het probleem is nu wel dat de Belgische toeschouwers Mohammed te weinig aan het werk zien om de band levendig te houden. Zelfs op het BK blijft hij afwezig. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn hoofdoptreden hier te weinig heeft voorbereid. Maar ik weet ook wel dat hij hier weinig te zoeken heeft. Misschien moet hij op een ander manier iets doen. Paula Radcliffe zit ook meer in Font Romeau dan in Engeland. Maar ze heeft in haar contractonderhandelingen met haar sponsor afgedwongen dat een percentage van haar gage naar de jeugdwerking in Engeland gaat. Zoiets zou Mourhit misschien kunnen doen. Ik merk alvast dat de Belgische atleten hem niet echt als een collega beschouwen. Daarvoor zit hij te veel in Marokko. Ik ben er wel van overtuigd dat hij daar de ideale voorbereiding heeft gehad om zondag te schitteren.

Sinds begin jaren tachtig domineren de Afrikanen de wereldkampioenschappen. Komt daar nog verandering in?

Van Roy: Bij de vrouwen niet meteen. De Ethiopische meisjes, met Tulu en Wami op kop, zijn ‘buiten categorie’. Bij de mannen zijn de Kenianen dat ook nog even. Vorig jaar hadden ze wel interne problemen, misschien verliest de federatie net zoals in Ethiopië meer en meer greep op de atleten die vaak door de managers leeggezogen worden. Ik kan me bijvoorbeeld niet inbeelden dat de Keniaanse federatie Paul Tergat heeft doen beslissen om het op de marathon te wagen. Dat is het werk van de managers. Kenia heeft op die manier een troef verloren. Tegla Loroupe is nog zo’n geval. Zij loopt gegarandeerd in de top van de cross, maar de managers zien haar liever op de weg dan in het veld. Maar voor Europeanen is een plaats in de toptwintig nog altijd heel knap.

Het is overigens opvallend dat Heile Gebreselasie, het boegbeeld van de Ethiopische atletiek, nauwelijks of niet in het veld loopt.

Van Roy: Hij heeft het vroeger geprobeerd. Zijn manager, Jos Hermens, zegt dat Gebreselasie te fragiel is voor het zwaardere werk. Hij sukkelt met de achillespezen. In het veld is hij ook minder tegen de Keniaanse tactiek opgewassen. Je weet dat wel, een mannetje vooruit sturen, de Ethiopiërs laten achtervolgen en het dan zelf afmaken zoals John Ngugi en later Tergat dat deden. Gebreselasie wil duidelijk zijn lucratieve zomerseizoen niet op de helling zetten.

Al jaren worden de kampioenschappen op renbanen gelopen. Zit de IAAF daar fout?

Van Roy: Daar komt toch weer verandering in. Ik vond het eerst ook jammer dat we van het selectieve parcours in Brussel naar Oostende moesten verhuizen. De IAAF wil terug naar de zwaardere omlopen. Ze vragen om er geen pistekoers van te maken. Dublin zou erg selectief geweest zijn. De Internationale federatie heeft me ook gevraagd om in Oostende van de renbaan weg te gaan en met lussen te werken die ook reliëf brengen. Villamoura was vorig jaar ook erg heuvelachtig, daar hebben ze zes kunstmatige heuvels aangebracht. Maar verkijk je niet op Oostende. De renbaan lijkt vlot beloopbaar, maar de paarden hebben groeven in het gras getrokken, in onze lussen zitten lichte heuveltjes en er is de zeewind. Het wordt niet makkelijk, zeker niet als het regent. Maar de echt smalle, bochtige omlopen kunnen niet voor een WK. Overal moet het traject acht meter breed zijn, aan de start zelfs zestig meter. Zo sluit je al tal van mogelijkheden uit.

Bent u bang dat het zal mislukken?

Van Roy: Neen, zeker niet. We zullen klaar zijn, en het zal lukken. Een paar jaar geleden hebben we in Hannuit meegemaakt dat tijdens een rechtstreekse televisie-uitzending de camera op de motor uitviel. Die motor reed voor de kopgroep van dertig atleten en verliet het parcours om een nieuwe batterij op te pikken. De volledige kopgroep volgde in het zog van de motor en verliet mee de omloop en legde een paar honderd meter extra af, miste daardoor de doortocht in het stadion. Iedereen begreep na een tijdje wat er aan de hand was en wipte over de draad en kwam weer op het juiste traject. Hilarisch misschien, maar zo zie je dat je niet alles in de hand kunt hebben. De atleet die 31ste werd, heeft achteraf nog klacht ingediend omdat hij de eerste was van de atleten die het juiste parcours gevolgd had. Alles is achteraf in orde gekomen. Maar laat ons alvast hopen dat we dat dit weekend niet moeten meemaken.

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content