‘Een eenkamerstelsel is operationeler, duidelijker en kan de democratische doorstoot verhogen.’ Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) schetst de voordelen van een fusie van Kamer en Senaat.

JA

Herman De Croo

‘Eerst zijn er een aantal dingen die men de kop moet indrukken. Zij die beweren dat het bestaan van een Senaat automatisch een belangrijke, onmisbare pijler is voor een parlementair democratisch systeem, vergissen zich. Dan zouden Portugal, Griekenland, Denemarken, Zweden, en nog vele andere geen democratische landen zijn. In tweederde van de landen met een parlementair systeem heb je trouwens geen Senaat.

Een tweede punt is de bezinkingstijd. Die geeft de mogelijkheid tot inspraak. De pers, de burgers: iedereen weet dat er een wet is, maar dat hij nog naar een andere kamer moet gaan. Dat is een ernstig argument. Dat kan je echter opvangen door in de enige Kamer nog een soort interne kamer te creëren. Als over een wet gestemd wordt, blijft die dan bijvoorbeeld veertien dagen liggen, en kan ze geëvoceerd worden, nadat ze in eerste lezing goedgekeurd is.

Dan komt de belangrijkste bemerking. Als je in een federale staat een tweede Kamer aanhoudt, moet die van een andere samenstelling zijn. Ook in ons land hebben we geprobeerd een Senaat van de Gemeenschappen te maken. Dat heeft niets opgeleverd.

Het probleem bij ons is feitelijk dat het stemrekruteringsveld voor de Senaat te groot is. Dat lokt zware politieke kanonnen, die na de verkiezingen in een soort sublieme politieke academie belanden, waar sommigen onder hen zich vervelen.

Dan zijn er verschillende denksporen. Een optie is om haar leden anders te verkiezen. Dat kan proportioneel, per regio zijn, via de provincies, wat niet meer van deze tijd is, of paritair, maar dan krijg je een moeilijke communautaire discussie. Ofwel maak je een Senaat, die bijvoorbeeld voor zes jaar verkozen is en zo een beetje aan de schakeringen van het politieke gebeuren ontsnapt. Ofwel komt die Senaat bij de Kamer en heb je hier een grote assemblee. We zouden met 220 of 221 zijn. Geen probleem: ik heb mijn weggenomen stoelen zorgvuldig bewaard, dus ze kunnen gewoon verplaatst worden.

In een grote assemblee kan je de voordelen van de twee hebben. Als je echter alleen aan de samenstelling, de zittingsduur, of de rekrutering van de Senaat gaat sleutelen, en je aan die Senaat dezelfde macht geeft als aan de Kamer, creëer je een democratisch deficit, of – erger nog – concurrentie tussen de instellingen.’

NEE

Armand De Decker

‘De democratie is iets waarmee we niet mogen spelen. De twee kamers samenvoegen is een ondemocratisch idee, dat alleen het comfort van de regering dient.’ Senaatsvoorzitter Armand De Decker (PRL) kapittelt de radicale hervormers.

‘Het tweekamerstelsel bestaat in de wereld even lang als de parlementaire democratie en de grote meerderheid van de parlementaire democratieën heeft twee kamers. In Europa vormen de Scandinavische landen, die je op politiek vlak tamelijk kalm en stabiel kan noemen, een uitzondering. Van alle federale staten ter wereld is er niet een met een eenkamerstelsel. Waarom? Omdat het democratischer is twee assemblees, met verschillende gekozenen, over je wetten te laten stemmen. Wanneer er maar één kamer is, kan de regering heel gemakkelijk in enkele dagen een wet laten goedkeuren, zonder dat het volk daar iets van afweet.

Wat nu gebeurt met onze premier, Guy Verhofstadt (VLD), is heel klassiek. Hij denkt dat het tijdverlies is om door een tweede kamer te gaan voor de wetten. Maar wat is het belangrijkste: het comfort van de regering of de belangen van het volk? We leven in een tijd dat men alles wil veranderen. Na twee eeuwen tweekamerstelsel wil men in enkele dagen dat hele systeem afschaffen. Dat is improvisatie, dat is absoluut niet ernstig.

Het voorstel van de premier, dat was de mode in de jaren ’60. De tendens vandaag is anders. Maar natuurlijk is de invloed van de regering op één kamer gemakkelijker en groter dan op twee.

Ik ben helemaal bereid om het statuut van de Senaat te wijzigen, maar het moet een verbetering inhouden. De grondwetgever van 1993 heeft een groot deel van het politieke gewicht van de Senaat verminderd, wat bij haar leden tot frustratie heeft geleid. Die wijziging was een slechte zaak. Ik heb er in die tijd tegengestemd, net zoals Verhofstadt en De Croo trouwens.

Wat nu voorgesteld wordt, is veranderen om te veranderen, zonder nadenken. Net nu we voorzitter worden van de Europese Unie, geeft de regering aan heel de wereld de indruk dat België een instabiel land is.

Er bestaat bovendien geen meerderheid voor een samensmelting, zelfs niet binnen de meerderheid zelf. Maar misschien spelen er andere motieven. Ik weet dat de Volksunie voor de afschaffing van de Senaat is, en ik ken de belangstelling van de VLD voor de Volksunie. Dat kan misschien een bron zijn van dit idee, maar het blijft een slecht idee op een heel slecht moment.’

Opgetekend door Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content