Het Brusselse cultuurhuis Flagey staat op de rand van het bankroet. De reddingspogingen lijken op een partij blufpoker tussen de aandeelhouders en de politiek, waarbij minister Bert Anciaux al snel zijn hand overspeelde.

‘De pakketboot vaart weer!’, klonk het in 2002 trots. ‘Een schitterend voorbeeld van een samenwerking tussen de privé-sector en de overheid, én van de samenwerking tussen de taalgemeenschappen.’ Twee jaar na de opening van het Flageycomplex aan de vijvers van Elsene blijken er grote gaten in de romp te zitten. De vzw Flagey, die verantwoordelijk is voor de culturele exploitatie van het gebouw, staat op de rand van het faillissement. En de financiers van de vastgoedpoot nv Flagey zijn niet langer bereid om te blijven hozen.

En zeggen dat het nog zo mooi begonnen was. De Vlaamse topondernemer Piet Van Waeyenberge verzamelde in 1998 29 andere investeerders rond zich om het oude NIR-omroepgebouw van de ondergang te redden. Nadat de oude eigenaars – BRT en RTBF – in 1974 het pand hadden verlaten, en verschillende culturele instellingen er in 1995 definitief het licht uitknipten, dreigde het slecht af te lopen met de gerenommeerde creatie van architect Joseph Diongre. De groep van Van Waeyenberge koos voor een secure restauratie en wou van het complex van 20.000 vierkante meter een culturele ontmoetingsplaats voor Vlamingen en Franstaligen maken.

Het project kwam al snel in woelige wateren terecht. Tien dagen na het openingsfestival werd gedelegeerd bestuurder Michel Merten aan de kant gezet en vervangen door aandeelhouder Bernard Boon Falleur, die vooral ervaring had opgedaan bij cementproducent Cimescaut. Toen al voorspelde die dat er van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse en de Franse Gemeenschap telkens 500.000 euro zou moeten komen om de werking op termijn te kunnen verzekeren. ‘Het wordt moeilijk, maar het lukt wel’, hoopte hij. Waarbij hij even over het hoofd zag dat het Brussels Gewest geen culturele bevoegdheden heeft en alleen via een omweg subsidies in die sector kan uitdelen. Voor 2004 kwam Vlaanderen met 500.000 euro over de brug. De Franse Gemeenschap hield het – haar wurgende begroting indachtig – bij 36.000 euro, het Brussels Gewest bij 10.000.

Eind augustus 2004 trok de raad van bestuur aan de alarmbel. 1,5 miljoen euro was er nodig, gelijk verdeeld over de drie overheden, om Flagey in leven te houden. Anders was het voorbij, claimde Flagey. Aan Vlaamse kant deed minister van Cultuur Bert Anciaux (Spirit) een opmerkelijk voorstel. Hij was bereid om 1,5 miljoen euro in te brengen voor het werkjaar 2005, en 2 miljoen voor 2006. Hij verwachtte wel een tegengeste: tweederde van de raad van bestuur en de algemene vergadering zou uit Nederlandstaligen moeten bestaan.

Het bod van Anciaux nam het Vlaams parlement op snelheid. Noch in de begroting, noch in de beleidsnota Cultuur had hij over budgetten van Flagey gerept. Onder anderen Vlaams parlementslid Steven Vanackere (CD&V) wilde dan ook weten waar de minister dacht die 1,5 miljoen euro vandaan te halen. ‘Uit het Vlaamse Brusselfonds’, antwoordde Anciaux in het parlement. Dat fonds werd aangelegd bij de afschaffing van het kijk- en luistergeld in Vlaanderen opdat ook de Brusselse Vlamingen een financieel extraatje zouden krijgen. ‘Het is in de eerste plaats bedoeld voor sociale projecten, zoals mantelzorg. En om te zorgen dat er Nederlandstalige huisartsen in de wachtdiensten zitten’, aldus Vanackere. ‘Als het ooit zover zou komen dat die sector geen geld meer krijgt omdat er zo veel naar Flagey is gegaan, dan ben je verkeerd bezig.’ Anciaux denkt erover om de financiering van Flagey vanaf 2007 in het Kunstendecreet onder te brengen, waardoor het koekoeksei uit het Brusselfonds zou verdwijnen. Daar zitten veel culturele instellingen dan weer niet op te wachten uit vrees dat Flagey een te grote hap uit de koek zal bijten.

Zo groot zal die hap niet zijn, want Anciaux is niet van plan om zomaar drie keer het door Flagey gevraagde bedrag op tafel te leggen. Van die 1,5 miljoen blijkt 1 miljoen te dienen om het Vlaams Radio Orkest en Koor onderdak te bieden in Flagey. Voor de eigenlijke werking van Flagey blijft dan nog 500.000 euro over, wat de financiële verhoudingen tegenover de Franse Gemeenschap en het Brussels Gewest er behoorlijk anders doet uitzien.

Starheid alom

Met zijn voorstel heeft minister Anciaux zichzelf in een ouderwets communautair opbod gemanoeuvreerd. ‘Een oorlogsverklaring’, heette het aan Franstalige kant. En ook: ‘Een poging tot revanche nadat Anciaux enkele jaren geleden de kans miste om van de Brusselse bioscoop Kladaratasch! een Vlaams cultuurhuis te maken.’

‘Als hij in zijn beleidsbrief had gezegd dat hij met zijn Franstalige collega zou praten, en dat hij na enkele maanden van vredesonderhandelingen desnoods bereid zou zijn om het hele bedrag te betalen, dan had er een grote sympathie bestaan’, zegt Vanackere. ‘Maar als je zo’n voorstel abrupt lanceert, ben je er zelf verantwoordelijk voor als mensen je verkeerd begrijpen, zeker in zo’n delicaat dossier. Al vind ik dat ze bij de Franse Gemeenschap bijzonder lange tenen hebben.’

Zelf had de Franse gemeenschapsminister van Cultuur Fadila Laanan (PS) eerst gezegd dat ze de steun tot 350.000 euro zou optrekken op voorwaarde dat er meer Franstalige evenementen in Flagey zouden plaatsvinden. Daarna zou zijn nagedacht over de verhoging van dat bedrag tot 500.000 euro. ‘Dat is een mogelijkheid als een andere, niet meer en niet minder’, laat Laanan weten. ‘Alle pistes worden onderzocht.’

En wat deed de raad van bestuur? Het Vlaamse voorstel aanvaarden, en die beslissing amper een paar dagen later alweer opschorten. Geschrokken van de hele ophef, maar ook zwaar intern verdeeld: Piet Van Waeyenberge is zoals verwacht het Vlaamse voorstel genegen, terwijl Bernard Boon Falleur bij de bicommunautaire aanpak blijft zweren. Sindsdien hebben alle partijen zich ingegraven.

Het blijft natuurlijk een feit dat de financiële put bij Flagey ergens vandaan komt. Om te beginnen van Flagey zelf. Toen de investeerders rond Piet Van Waeyenberge in 1997 gesprekken begonnen te voeren om het gebouw van de sloophamer te redden, was architectuur hun grootste, zo niet enige besogne. Wat er daarna met het complex moest gebeuren, was onduidelijk. Iets cultureels, bleek algauw, wat concreet leidde tot een programmering van jazz, hedendaags klassiek, traditionele muziek en film. Hoe dat in de lokalen en studio’s moest worden ingepast, viel nog te bezien. Dat gebrek aan visie was volgens sommigen het begin van alle ellende. ‘Een gebouw dat slecht geconcipieerd is, of dat geconcipieerd is voor andere activiteiten dan degene waarvoor het uiteindelijk gebruikt wordt, dat wreekt zich altijd’, meent Jari Demeulemeester, directeur van de Vlaamse concertzaal AB (Ancienne Belgique) in Brussel. ‘Flagey is in de jaren dertig opgebouwd rond studio’s, repetitieruimtes en presentatieruimtes. Dat was functioneel en uitstekend gedaan. Maar als je jaren later besluit het te redden, terug te grijpen naar het oerconcept van de jaren dertig toen er nog geen sprake was van geluidsversterking, én er veel breder in gaat programmeren dan toen, dan heb je het zitten. Plots is het een breed cultureel huis waarin van alles moet gebeuren: recepties, tentoonstellingen, allerlei concerten, animatie… Daar is dat gebouw niet voor gemaakt, en het is bovendien oeverloos beschermd. The phantom of the opera bestáát. Gebouwen stoten gebruikers af die niet overeenkomen met de ziel waarmee ze indertijd zijn gebouwd.’ Volgens Demeulemeester had Flagey een klankfabriek moeten worden, naar het voorbeeld van La Maison de la Radio in Parijs. Een radioschrijn, zeg maar, met overzichtstentoonstellingen over de geschiedenis van het medium en faciliteiten voor de journalistenopleidingen. En dat alles gul gesubsidieerd natuurlijk.

Ook de programmering staat ter discussie. Oorspronkelijk profiel: jazz, hedendaags klassiek, traditionele muziek en film. De concrete invulling daarvan is in handen van betonbaron Bernard Boon Falleur, en van artistiek directrice France de Kinder, bekend van Ars Musica. ‘Er is een schrijnend gebrek aan kennis van het culturele terrein’, zegt een insider. ‘Het oorspronkelijke profiel was duidelijk, maar werd ingevuld met ensembles uit de marge. De Kinder staat bekend om haar programmes très pointus. Alleen cultuur met grote c komt erin. Dat je als concertzaal functioneert binnen een stad en een tijdsgeest, is niet van tel. Als iemand als Arno voorstelt om akoestisch op te treden in Studio 4, dan moet dat kunnen – of dat nu jazz of wereldmuziek is of niet. De essentie van die zalen, de akoestiek, wordt niet benut. Daarnaast botst de rabiate koers van de eigen programmering en de gastproducties met het mercantilisme van de privé-evenementen. In dat geval moet de zaal plots gewoon renderen, ook al past het evenement of de receptie niet in het profiel.’

De envelop alstublieft

Intussen lijkt het windstil in het dossier. Flagey heeft de vraag om subsidies opgeschort tot het stof wat is gaan liggen en rekent op de gesprekken tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap om een politieke oplossing te vinden. ‘We vertrouwen erop dat de overheden binnen enkele weken met een oplossing zullen komen’, zegt Boon Falleur. ‘Het moet wel. Flagey houdt het maar drie à vier maanden meer vol.’

‘Ik durf te veronderstellen dat het een dichterlijke overdrijving is als de financiers van Flagey zeggen dat het water hen tot de lippen staat’, countert Steven Van Ackere. ‘Ik ga ervan uit dat het signaal van de investeerders is dat ze dit geen jaren meer kunnen volhouden. Het gaat niet om de kleine broertjes van de industrie, hè.’ Kwatongen verwijten Van Waeyenberge een gebrek aan politieke intelligentie. ‘Er werd al lang gezegd dat er een faillissement aankwam. Flagey kwam er niet meer uit, en Van Waeyenberge knoopte gesprekken aan met de Franstaligen. Daarna stapt hij plots naar Anciaux, die wat geld vindt in het Brusselfonds. Op zo’n moment gaat Van Waeyenberge niet even op de rem staan om de Franstaligen niet voor het hoofd te stoten. Dat kun je niet maken, dat is politiek onvolwassen.’

Of de poging van de investeerders om druk op de ketel te zetten iets zal uithalen, is lang niet zeker. Anciauxs Franstalige collega Laanan weigert elk commentaar over de stand van zaken in het dossier. ‘Het zou jammer zijn om de onderhandelingen op die manier te ondermijnen’, aldus haar woordvoerder. ‘Het enige wat de minister kwijt wil over het culturele samenwerkingsakkoord, c’est que cela avance. De werkmethode is vastgelegd. De gesprekken verlopen in een constructieve sfeer, maar over de kern van de zaak kunnen we niets zeggen.’

Op het kabinet-Anciaux geven ze toe dat er eenvoudigweg geen onderhandelingen lopen met Flagey, noch met de Franse Gemeenschap over dit dossier. ‘Wij hebben een bod gedaan. Flagey is daar niet op ingegaan. De bal ligt nu in hun kamp’, is de teneur. Wel zijn er begin deze maand aftastende gesprekken begonnen over een cultureel samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. ‘Eerst moeten we inventariseren hoeveel bicommunautaire instellingen er bestaan. Er zijn er blijkbaar meer dan we dachten’, zegt de woordvoerster van Anciaux. ‘Het is niet de bedoeling om een delicaat dossier als Flagey daar meteen op tafel te gooien.’

Wachten op Godot, dus? ‘Flagey zal Vlaams zijn of zal niet zijn’, menen steeds meer betrokkenen. Tenzij er alsnog een Belgisch compromis uit de bus komt: de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en het Brussels Gewest dragen evenveel bij en het Vlaams Radio Orkest wordt in een ander mapje gestopt. ‘Dat is realistisch’, vindt Vlaams parlementslid Sven Gatz (VLD). ‘Ten eerste omdat men Flagey wil laten verder werken. En ten tweede: in het bestuur van de nv en de vzw Flagey zitten invloedrijke mensen die niet alleen druk moeten ondergaan vanuit de politieke wereld, maar ook zelf invloed kunnen uitoefenen op de politiek.’ Niet dat Flagey een deadline kan opleggen: een politieke doorbraak wordt pas verwacht tegen de zomer, tenzij de aandeelhouders tegen die tijd het politieke getreuzel allang zat zijn en zelf weer in de buidel tasten. Want dat Flagey echt de deuren zal sluiten, gelooft niemand.

Door Bart Cornand

Van de 1,5 miljoen die Anciaux belooft, gaat maar 500.000 euro naar Flagey zelf.

‘Het water staat de aandeelhouders tot de lippen? Het gaat niet om de kleine broertjes van de industrie, hè.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content