Een Wetstraatjournalist offreerde aan de politieke elite een ‘bijbel’ voor een noodzakelijke politieke hervorming in België. Het boek werd door de Kamervoorzitter voorgesteld in zijn salons in aanwezigheid van alle belangrijke politici. Dat ‘bijbelse’ zal overigens wel een voorbeeld van achterflapmarketing zijn, maar het sluit ook aan bij de journalistieke voorkeur voor hyperbolen.

Het evenement kreeg buitengewoon veel media-aandacht – een verworvenheid wanneer journalisten zelf in het nieuws staan. Alle VRT-formats werden gemobiliseerd, en de overige media deden ook mee. Verklaart het ‘mediamoment’ de belangstelling, of is er een ongewone collusie ontstaan tussen de vierde macht – die de media zouden moeten zijn – en de politiek?

De overstap van een andere omroepjournalist, die voortaan ín de politiek aan politiek zal doen, trok ook veel media-aandacht, precies zoals het bedoeld was. Sommige oud-collega’s deden in hun interviews met de man geen enkele moeite om te verhelen dat ze het oneens waren met zijn partijkeuze. Maar het is goed dat de politiek breed rekruteert. Immers, politiek is een onderschat en niet overbetaald vak, al is het uitgestelde loon rijkelijk. Een hardvochtige publieke opinie verwacht alles van de politiek, maar wantrouwt de lieden die politieke functies bekleden: slechts 17 tot 24 procent van de bevolking – de cijfers verschillen nogal tussen de diverse media (!) – spreekt zijn vertrouwen in de politici uit.

De belangrijkste vaardigheid van een goed politicus is zijn of haar vermogen om het algemeen belang van de samenleving op wat langere termijn te definiëren en er de omgevingsfactoren voor te creëren. Dat is programmatisch en strategisch werk, dat zich baseert op wat in de samenleving leeft en er ook net genoeg afstand van kan behouden. Dat talent staat nu haaks op de werkwijze van de moderne media: met hypes, steekvlammen, bits, bytes, en quotes… van 12 seconden. Politici gedragen zich daarnaar, omdat ze via scherm en krantenfoto de aandacht van de kiezer moeten trekken: géén aandacht is dodelijk, en dat verleidt tot genoegzaamheid met alle soorten van aandacht. Dat verklaart de aantrekkelijkheid van elk tv-format voor politici, en het verklaart ook dat leuke tv-formats vandaag mee instaan voor politieke socialisatie, succesfactoren en rekrutering. (zie Katia Segers, ‘Als quizmasters politici worden,’ De Standaard 12 mei)

Que le meilleur perde’ was al in 1986 een scherpe, wat cynische analyse van Frédéric Bon en Michel-Antoine Burnier, en zij doelden – toen al – op de bijna-onverenigbaarheid van de electorale mechanismen in een moderne democratie met de rekrutering van talent voor het serieuze politieke werk. Het politieke leven kan redelijk on-dankbaar zijn en hard, en er zijn veel voorbeelden van mislukte overstappen uit andere beroepen.

Daarmee komen we in de buurt van een echt belangrijke kwestie: de journalistiek moet zelf ook veranderen om de publieke opinie weer bij de klas te krijgen, om het politieke proces in ere te herstellen en te werken aan een nieuwe maatschappelijke integratie en emancipatie, waarbij de nadruk net zoveel ligt op plichten als op rechten.

Aangezien we toch in de periode van de (verkiezings-)slogans leven: Eigen plicht eerst! Als iederéén daar nu eens werk van zou maken: de bezoeker van de spoedgevallendienst, de chauffeur, de magistraat, de bankier, de bedrijfsleider, de columnist, de politicus, de journalist(e) … En nee, de journalistiek is níét de schuld van alles wat misgaat, maar ze vermag wel méér dan wat ze vandaag doet om maatschappelijk bij te sturen. Zo begreep ik ook Geert Buelens’ rede bij de uitreiking van de Arkprijs (‘Radicale bescheidenheid’, De Standaard 16 mei).

Dan zou je wellicht stoppen met ‘rapporten’ van parlementsleden op grond van aantallen parlementaire interventies die uitblinken door irrelevantie (De Morgen, 6 mei), of dan zou je wellicht het Nederlandse jongetje níét in je journaal tonen of in je krant afdrukken, ook al kreeg je de ziekenhuisbeelden uit Libië aangereikt.

Leo Neels doceert mediarecht aan de K.U.Leuven en UAntwerpen.

door Leo Neels

Géén aandacht is dodelijk, en dat verleidt tot genoegzaamheid met alle soorten van aandacht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content