JO CORNU

Marc Descheemaecker
Marc Descheemaecker Afgevaardigd bestuurder van de NMBS van 2005 tot 2013.

Ik stel eerder geamuseerd vast dat Jo Cornu mij in mijn boek Dwarsligger een selectief geheugen toedicht. Om dat even te toetsen herlas ik stukjes ervan, zocht ik wat informatie samen en legde ik ze naast enkele van zijn beweringen (‘Het spoor heeft de sneltrein van de technologie compleet gemist’, Knack nr. 34).

Cornu stelt dat hij in mei al zijn ontslagbrief schreef. Ik hoorde echter al in februari in de Wetstraat dat hij weg wou. Dik twee jaar is natuurlijk een wel heel korte periode om een tanker als NMBS bij te sturen. De NMBS en de ‘cheminots’ verdienen een groter engagement.

Stellen dat er zwaar is geïnvesteerd in nieuwe sporen zonder dat er ook maar één enkele trein bijkwam, is natuurlijk niet correct. Globaal is over een kleine tien jaar het aantal gereden treinkilometers met tien procent gestegen. En door te stellen dat je naast een spoor moet gaan staan om vast te stellen dat er pas elke tien minuten een trein komt, bewijst Cornu dat hij het spoorsysteem (nog) niet in alle finesses begrijpt: het zijn de complexe spoortoegangen van grote stedelijke stations waar de echt hoge frequenties kunnen worden vast-gesteld. De frequenties van de treinen en het veiligheidsaspect zijn ook gerelateerd. Cornu’s eerdere bewering dat ‘een ingenieur van Microsoft een veiligheidssysteem voor de spoorwegen ontwikkelt tijdens zijn koffiepauze’ is een lichtzinnige uitspraak, maar doet het altijd goed als oneliner in de pers.

Heel grappig ‘selectief’ wordt het als Cornu vaststelt dat de stiptheid weleens wordt vergeten in Dwarsligger. In het boek behandelt een hoofdstuk het fenomeen stiptheid en de structurele problemen. Meer nog, toen ik het boek schreef in december 2013 voorspelde ik vrij correct de evolutie van de stiptheid tot 2015. Ik wist immers dat het transportplan dat ik had laten uitwerken en de nieuwe vloot die ik had besteld een enorme impact zouden hebben. Ik stel in het boek zelfs vast dat Cornu voor het parlement het transportplan verdedigde in de eerste maand na zijn aantreden. Zelf heb ik vanaf 2014 geen weet van maatregelen die de stiptheid structureel verder verbeterden dan het transportplan, de investeringen en het zogenaamde stiptheidsplan van 2012 die de NMBS en Infrabel voor het aantreden van Cornu hadden gelanceerd. Karel Vinck, ikzelf en Cornu oogstten vaak wat de voorganger had gezaaid.

Persoonlijk ken ik niet alle finesses van de syndicale onderhandelingen van 2016. Het komt me echter voor dat de drijvende kracht van dat proces de ceo van HR Rail was. Niemand anders.

Bij de veranderingen die Cornu realiseerde, vermeldt hij onder meer de privatisering van NMBS Logistics. De filialisering was echter al gebeurd in 2011, de zakenbank voor de verkoop (Rothschild) had zijn opdracht al gekregen lang voor Cornu aan boord was gekomen.

Cornu ontkent nu ook dat hij me lachend vertelde dat hij al wel tien boeken over de NMBS zou kunnen schrijven. Ik herinner me exact de plaats en het moment waar Cornu me dat zei, op de afscheidsreceptie van de CFO van de NMBS in 2014. Ik mocht er de laudatio brengen, misschien omdat ik een goed geheugen heb. En zeker geen selectief geheugen.

Marc Descheemaecker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content