Iyad Allawi behaalde de meeste zetels in Irak, maar dat wil daarom niet zeggen dat hij heeft gewonnen.

Officiële resultaten van de parlementsverkiezingen in Irak leren dat de Irakijapartij van voormalig premier Iyad Allawi twee zetels meer behaalde dan de alliantie rond aftredend eerste minister Nouri al-Maliki. Die eist dat de stemmen worden herteld. Als derde kwam een sjiitische coalitie uit de stembus. De Koerdische alliantie blijft heer en meester in de Koer-dische provincies in het noorden van het land. Dat resultaat betekent dat Allawi als eerste mag proberen om een regering te vormen. Want geen enkele partij komt nog maar in de buurt van een volstrekte meerderheid. Zowel Allawi als Maliki staat voor de zware opdracht om te proberen een coalitie te sluiten die hen in het parlement over de streep trekt. Hun eerste gesprekspartners worden ongetwijfeld de Koerden,die ook in de vorige regering zaten en die zeker aan de macht willen blijven om hun regionale belangen te verdedigen. Met twee aanbidders kunnen ze de lat hoog leggen.

Maar de Koerdische zetels alleen zullen niet volstaan.Er moet ook steun komen van de Iraakse Nationale Alliantie, een groep van sjiitische partijen waarin Moqtada al-Sadr een rol speelt, de geestelijke leider die aan het hoofd staat van een militie die na de val van Saddam Hoessein fel tegen de Amerikanen vocht. Hij heeft zeggenschap over zo’n 40 zetels, waarmee hij de balans kan laten doorslaan naar Allawi of Maliki. Hoe hoog de prijs is die hij daarvoor vraagt, is niet duidelijk.

Iyad Allawi is een seculiere sjiiet, die ooit met Saddam Hoessein optrok. Zijn overwinning komt onverwacht en betekent niet dat de Irakezen met hem voor een niet-sektarische politiek hebben gekozen. Hij kreeg veel steun van afvallige soennieten in het noorden en het westen van het land en van pragmatische, eerder seculiere sjiieten in Bagdad. Allawi kreeg nauwelijks stemmen in het zuiden van het land, terwijl Maliki van zijn kant vooral teert op steun in de zuidelijke, sjiitische provincies. Ze hebben op die manier allebei een gematigd imago, maar steunen op een niet alleen geografisch verschillende achterban. Toch is dat een vooruit- gang in vergelijking met 2005, toen de sjiieten verdeeld stemden en de soennieten de verkiezingen boycotten.

Allawi en Maliki kunnener natuurlijk ook voor kiezen om een regering van nationale eenheid op de been te brengen. Hun standpunten staan per slot van rekening veel dichter bij elkaar dan de felle verkiezingsstrijd laat veronderstellen. Maar dan moet de een wel voor de ander willen buigen.

© The Economist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content