Zweden heeft vorige week het voorzitterschap van de Europese Unie overgenomen van Tsjechië. Premier Fredrik Reinfeldt moest meteen een bocht maken van 180 graden over de kandidatuur van Jose Manuel Barroso tot Commissievoorzitter. Dat gebeurde onder druk van het Europees Parlement, waarvan intussen de legitimiteit wordt betwist door de rechters van het Duitse Grondwettelijk Hof.

Als er maar één kandidaat is, zei Fredrik Reinfeldt over Jose Manuel Barroso, waarom zouden we dan niet meteen stemmen over zijn kandidatuur? Want als we niet snel een volwaardige Commissievoorzitter hebben, dan komt de voorbereiding van de onderhandelingen eind dit jaar over een nieuw klimaatverdrag in gevaar. En dan wordt ook de Europese strijd tegen de financiële en economische crisis veel moeilijker.

De Brusselse EU-correspondenten die naar hem zaten te luisteren in de Rosenbadresidentie in Stockholm, waren niet onder de indruk. Niet het klimaatverdrag en nog minder de argumenten waarmee de Zweedse premier de herverkiezing van zijn Europese partijgenoot Barroso verdedigde, imponeerden hen op dat moment. Want op hun Blackberry’s lazen ze dat de sociaaldemocraten, de liberalen en de groenen in het Europees Parlement de snelle stemming aan het blokkeren waren over de kandidatuur van de Portugees in juli. Maar ook dat op datzelfde moment de rechters in het Duitse Grondwettelijk Hof van Karlsruhe een arrest voorlazen waarin ze weliswaar de Duitse president groen licht geven om het Verdrag van Lissabon te ondertekenen, maar het Duitse parlement, in naam van het Duitse volk, ook verplichten de ‘uitholling van de democratie’ via de Europese instellingen af te stoppen. ‘Het Europees Parlement is niet de vertegenwoordiger van een soeverein Europees volk’, klonk het daar. Het hof eist daarom een wet die de rechten van het Duitse parlement waarborgt.

Het arrest kreeg onder meer in de Vlaamse media weinig of geen aandacht. Toch is het veel interessanter en oneindig veel belangrijker voor de Europese Unie dan het tijdstip waarop er over de kandidatuur van Jose Manuel Barroso wordt gestemd.

De rechters van Karlsruhe leveren in een arrest van 150 bladzijden immers een rist argumenten aan degenen die al langer beweren dat de Duitse democratie, en bij uitbreiding die van alle andere EU-lidstaten, wordt uitgehold als de Europese instellingen almaar meer wetten mogen goedkeuren die de burgers van de lidstaten rechtstreeks binden, zonder dat de nationale parlementen daarbij worden betrokken.

Deze volgens velen betwistbare stelling – omdat alle verdragen met soevereiniteitsoverdracht door de nationale parlementen moeten worden goedgekeurd – werd vorig jaar al met verve verdedigd in een merkwaardig artikel van de voormalige Duitse president, oud-voorzitter van het Grondwettelijk Hof en eurocriticus, Roman Herzog. Die verwees naar een telling door het Duitse ministerie van Justitie waaruit blijkt dat niet minder dan 84 procent van de wetten die tussen 1999 en 2004 in het Duitse parlement waren goedgekeurd, is ontstaan op Europees niveau.

Herzog tekende daarbij heel concreet het beeld van presidenten en regeringsleiders die hun meerderheid in de nationale parlementen vragen om niets meer te veranderen aan de moeilijk bereikte compromissen die zij zelf op Europees niveau hebben afgesloten, terwijl ze hun achterban in het Europees Parlement hetzelfde vragen.

Dat komt hen dus twee keer goed uit. Eerst kunnen ze de problemen die in eigen land politiek moeilijk liggen in onderlinge afspraak evacueren naar het Europese niveau. En als daar een compromis wordt gevonden, kunnen ze tegenover de eigen achterban met geveinsde tegenzin naar een ‘eis van Europa’ verwijzen. Het Europees Parlement keurt de Europese wetten per slot van rekening ook goed en legitimeert ze dus democratisch, klinkt het dan.

Dat uitgerekend het Grondwettelijk Hof van de grootste lidstaat nu die legitimiteit van het Europees Parlement in twijfel trekt, is belangrijk omdat het de onderhandelingspositie van de Duitse regeringen versterkt die na Helmut Kohl en sedert Gerhard Schröder resoluut de Duitse belangen laten voorgaan op de Europese. Duitsland heeft definitief de oorlogscomplexen afgelegd en is daardoor niet langer een voortrekker in Europa die bereid is om telkens weer de portemonnee te openen voor de Europese solidariteit of, concreter, om bijvoorbeeld Europese obligaties te waarborgen waarmee de Europese regeringen gemakkelijker hun crisisleningen kunnen financieren.

De timing van het arrest in Karlsruhe is dus zeer slecht gekozen. Het komt er net op het moment dat de financiële en economische crisis aantoonde hoe intens de Duitse economie wel verstrengeld is met die van de hele Unie. De krimp van meer dan zes procent die de Duitse economie dit jaar ondergaat, is vooral te wijten aan tegenvallende export naar de andere Europese landen.

Waarschuwing

Het arrest is ook een waarschuwing aan het Europees Parlement dat er net vorige week in slaagde een belangrijke overwinning te boeken op de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders. Die wilden er met de karwats de benoeming van Jose Manuel Barroso voor een tweede mandaat doordrukken. In de besluiten van hun top in Brussel van 18 en 19 juni staat dat de voordracht van de Portugees volgende week via een stemming in Straatsburg bekrachtigd moest worden. De Zweedse premier Fredrik Reinfeldt en Barroso zelf benadrukten in Stockholm dat de steun voor zijn kandidatuur unaniem was, inbegrepen de liberale en socialistische regeringsleiders. Maar hun achterban in het Europees Parlement luisterde niet. Samen met de groenen dwongen de socialisten en de liberalen premier Reinfeldt om vorige vrijdag uiteindelijk in te binden. De Zweedse EU-voorzitter bevestigde dat de stemming in september zou plaatsvinden. Hij deed dat al of niet toevallig op de dag dat de Franse president Nicolas Sarkozy in de Zweedse hoofdstad op bezoek was. Sarkozy heeft er altijd al voor gepleit met de herbenoeming van Barroso niet te snel te gaan.

Voortdurende contacten tussen de Europese fractieleiders en de Zweedse regering lieten geen andere uitweg meer. Barroso kon niet op voldoende steun rekenen.

De tijdwinst maakt het nu ook makkelijker om de grote deal af te sluiten tussen de regeringsleiders en de politieke groepen over de invulling van het volledige pakket mandaten en functies die in de verdragen voorzien zijn, én over de verdeling van portefeuilles in de Europese Commissie.

Dat die grote deal al in de maak is, was afgelopen weekend af te leiden uit twee belangrijke signalen. Eerst liet Javier Solana weten dat hij er in oktober – dat is het moment waarop de nieuwe Commissie aantreedt – mee stopt. Hij vindt het welletjes na tien jaar de diplomatieke chef en het gezicht van de Unie te zijn geweest wat betreft buitenlands beleid. De Spaanse sociaaldemocraat maakt dus, al of niet gedwongen, ruimte voor iemand anders. Vorige week ontkende de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Carl Bildt niet dat hij zin heeft in die belangrijke functie in Brussel.

Daarnaast maakte de EVP-fractie in het Europees Parlement bekend dat ‘de Italiaanse premier Silvio Berlusconi ermee had ingestemd’ de kandidatuur in te trekken van zijn vertrouweling, Mario Mauro, voor het voorzitterschap van het Europees Parlement. Dat maakt de weg vrij voor een akkoord daarover met de sociaaldemocraten. De Poolse oud-premier, Jerzy Buzek, zou dan tijdens de eerste helft van de zittingsperiode de nieuwe parlementsvoorzitter worden voor de Europese Volkspartij (EVP). Daarna komt bijna zeker de sociaaldemocratische fractieleider Martin Schulz aan de beurt, die daarmee tot inschikkelijkheid tegenover Barroso kan worden gedwongen.

De finale afrekening na de krachtproef van de voorbije week tussen de Europese leiders en het Europees Parlement dreigt nu voor het parlement een pyrrusoverwinning op te leveren. De rechters van Karlsruhe hebben zijn legitimiteit betwist. En dat zal in veel hoofdsteden van de Unie een lampje doen branden. Ten tweede dreigt de eis om Barroso vast te pinnen op een politiek programma zonder dat hij daarover al met een nieuw college moet overleggen, zijn positie als Commissievoorzitter – en van de Europese leiders achter hem – nog te versterken, eerder dan ze tegenover het parlement te verzwakken.

DOOR BERNARD BULCKE

‘Het Europees Parlement is niet de vertegenwoordiger van een soeverein Europees volk’, zegt het Duitse Grondwettelijk Hof.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content