Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Eyskens, de blijde intredes van prins Filip en jonkvrouw Mathilde, lokken enthousiaste reacties uit van publiek en pers.

Mark Eyskens: Ik stel eens te meer vast dat vele politici en journalisten, die wat sceptisch van inborst zijn en zich wentelen in het fin de siècle, de reacties van de bevolking steevast onderschatten. De symboolfunctie van een koninklijke familie is een intrigerend massapsychologisch verschijnsel. De moderne mens wordt overdonderd door de ingewikkelde technocratische maatschappij, waarin hij zich slechts een onbeduidend radertje voelt. Zijn idealen en dromen projecteert hij op allerlei vedetten, in het oude Europa ook op koninklijke families. De mens heeft in alle tijden nood gehad aan utopieën en sprookjes, en die juffrouw Mathilde is uiteraard de gedroomde sprookjesfiguur. Een stralende en uitermate vriendelijke jonge vrouw, die vanuit het niets plotseling prinses en koningin wordt. Dat komt recht van bij de gebroeders Grimm.

Heeft de nieuwe opstoot van sympathie voor het koningshuis een politieke betekenis?

Eyskens: Er zit geen politieke strategie achter, en hopelijk probeert niemand er politieke munt uit te slaan. Maar het toont aan dat er ook in België een nationaliteitsgevoel bestaat. Wij zijn een land met wel drie of vier nationaliteitsgevoelens. Dat begint bij het individu, het gezin, de gemeente, de gemeenschap, en uiteindelijk ook de natie, tot spijt van wie dat benijdt. Mocht men het in een referendum aan de bevolking vragen, dan zou zowel in Vlaanderen als in Wallonië een grote meerderheid voor het behoud van België kiezen.

De berichtgeving over de vermeende buitenechtelijke dochter van koning Albert wordt vanuit Waalse hoek beschouwd als een Vlaams complot tegen de nationale staat.

Eyskens: Dat is volkomen belachelijk. Deze stelling is gelanceerd door een professor uit Luik, die daarmee enkel bewees dat ze in Wallonië geen Nederlands begrijpen, de Vlaamse pers niet lezen, en niet weten wat er omgaat in Vlaanderen. Dat samenzweringssyndroom duikt ook in Vlaanderen geregeld op. Nu meen ik wel dat het uitvergroten van dit gerucht, zes weken vóór het prinselijk huwelijk, niet toevallig kan zijn. Maar ik zie er vooral commerciële overwegingen achter. Ondertussen verglijden we ongemerkt naar een tabloidisering van de pers, ten koste van mensen die zich niet kunnen verdedigen. Volgens de grondwet zijn leden van de koninklijke familie onschendbaar, maar dat betekent in de praktijk dat ze vogelvrij zijn. Een politicus kan zich verdedigen, de koning moet alles over zich heen laten gaan.

Terwijl Belgische vlaggetjes het prinselijk paar omgeven, houden de politici een conferentie over de staatshervorming. Met een wat vage agenda.

Eyskens: Ik doe een voorspelling. De netelige kwestie van de financiering van het Franstalig onderwijs zal, tegen de logica in, buiten de conferentie worden gehouden. Net als enkele andere hete hangijzers. In die zin wordt de Costa een hoogmis voor “het compromis op zijn Belgisch”. Verhofstadt zal met de leiders van de meerderheid onderhandelen over een voorafgaand pakket. Met daarin een ruimere financiering van het Franstalig onderwijs, wat de Walen beloofd is bij de regeringsvorming, en een grotere fiscale autonomie voor de Vlamingen. Louis Michel, een verstandig man en de eigenlijke formateur van deze regering, heeft dat al duidelijk laten verstaan. Men zal die belangrijkste twee eisen bij elkaar klutsen en goed roeren, Verhofstadt zal aankondigen dat er een pre-akkoord is, en zal met de hogepriesters van de meerderheid in een plechtige stoet de Costa binnenschrijden om daar uit te roepen: “Dames en heren, ziehier het ei van Columbus, wat vinden jullie ervan?” En aangezien in de Costa dezelfde mensen zitten als in de regering, zullen die allemaal antwoorden: “Bravo.” Heeft de Costa dan wel nut? Ja, omdat ze de dynamiek op gang brengt die op een ander niveau leidt tot nieuwe communautaire afspraken.

Zal de Belgische structuur op lange termijn blijven bestaan?

Eyskens: De twee grote Belgische gemeenschappen hebben al ruim tweeduizend jaar een modus vivendi met elkaar. Toen ik als minister van Buitenlandse Zaken nieuwe ambassadeurs ontving, zei ik altijd: “Probeer niet om België te begrijpen, u moet erin geloven. Wie het toch wil begrijpen, moet hier ten laatste in de zestiende eeuw geboren zijn.” De scheiding van de Nederlanden is voor het Vlaamse volk een tragedie geweest, die ons intellectueel heeft verarmd. Dat is nog verergerd door de vele bezettingen nadien. Vanuit die achtergrond heeft Vlaanderen binnen het Belgisch verband heel wat bereikt. Er zijn twee grote bedreigingen voor dit land. Het eerste is het verschil in bloei tussen de Vlaamse en de Waalse economie. Vlaanderen mag niet de indruk hebben dat het een blok aan zijn been heeft. Gelukkig zijn er in het Waalse bedrijfsleven signalen van een aanzet tot herstel, en van efficiëntere economische inzichten. De nieuwe minister-president Elio Di Rupo stimuleert die kentering. Maar de reconversie vergt tijd. In twintig jaar tijd zijn de twee grote Waalse basisindustrieën, steenkool en staal, totaal vernietigd. Dat wordt in Vlaanderen onderschat.

Een andere bedreiging voor de Belgische eenheid is de marginalisering van de Vlamingen in Brussel. Je kan een hoofdstad maar handhaven, als de grootste gemeenschap van het land er voldoende aan haar trekken komt. Bij de samenstelling van de Brusselse instellingen moet men daarmee rekening houden, ook al tast dat de zuivere democratische regels aan.

De VLD en de groenen zitten elkaar weer in het haar over het asielbeleid.

Eyskens: Heel wat leden van de meerderheid krijgen het op hun heupen van de groenen. Elke dag is er een nieuw dispuut. Ze aanvaarden in de ministerraad beslissingen die ze een uur later weer bestrijden. In die partijen, zeker bij Ecolo, heerst grote wanorde. In feite zijn het bewegingen gebleven, zonder echt leiderschap. Bovendien winden hun leden zich op over oude dossiers als Doel en de verbrandingsovens, waarin de groene beleidsmensen verplicht zijn om toegevingen te doen. Ik vrees dat net als in Duitsland en Frankrijk, de groenen aan interne kritiek tenonder zullen gaan. Ook hier zal je een splitsing krijgen. De realo’s zullen aansluiting zoeken bij de socialisten, die daar al handig op inspelen. De fundi’s zullen een extreme anarchistische groepering worden. Maar vooraleer dat scenario zich voltrekt, staan er ons nog vele incidenten te wachten. Want zowel Agalev als Ecolo krijgen nog te maken met regeringsdossiers die hun achterban niet zal slikken.

Ecolo heeft er al mee gedreigd de regering te verlaten. Wat moet er dan gebeuren?

Eyskens: We mogen niet terug naar de periode van de vroegtijdige parlementsontbindingen, dat is slecht voor de democratie. De huidige regering heeft zonder de groenen een stem of twee te kort in de Kamer. Ze zou kunnen proberen om als minderheidskabinet verder te regeren, maar dan wordt ze gegijzeld door de CVP die zich zal gedragen als een krokodil met het hoofd van de temmer tussen de kaken. Of ze kan een nieuwe meerderheid vormen, met steun van de CVP. Daarom moeten wij in onze manier van oppositie voeren, de nodige relativering aan de dag leggen. Want de CVP blijft een beleidspartij, die haar bijdrage moet blijven leveren tot de oplossing van de grote problemen. Vroeg of laat zitten we toch weer in de ministerraad.

Met de confrontatie van getuigen, leek de dioxinecommissie erg op de Commissie-Verwilghen. Krijgt ze eenzelfde impact?

Eyskens: Het lot van ontvoerde en vermoorde kinderen raakt de mensen veel dieper dan een kippenaffaire. Maar ook deze commissie levert goed werk door het aantonen van de fouten. De politieke conclusie is al op voorhand getrokken door de regering. Er komt een Food Administration en een betere regulering. Mijn stelling is sinds vele jaren: we hebben behoefte aan meer markt én meer staat. Dus niet: minder staat. Dat heeft niets te maken met rechts of links, wel met efficiëntie. Die hebben we in België, door de politisering van de overheidsbenoemingen en door grote nalatigheid, te vaak uit het oog verloren.

Frankrijk en Groot-Brittannië vechten een oorlog uit over de export van Brits rundvlees. Franse boeren negeren, niet voor het eerst, de beslissing van de Europese Unie.

Eyskens: Dat valt te betreuren, en de Franse regering gaat niet vrijuit. Maar in de hitte van de dioxinecrisis voelde je ook in ons land een anti-Europese stemming ontstaan. Waarom zijn Europeanen Europees gezind? Niet omwille van de liefde voor dit subcontinent, maar omwille van de voordelen. Als die worden omgezet in nadelen, wordt men anti-Europees, zo simpel is het. Ik vermoed dat de Frans-Britse controverse wel zal worden opgelost in de ministerraad, zo niet moet men zich tot het Europees Gerechtshof wenden.

Jean-Luc Dehaene heeft werk voor de boeg, als hij de Fransen zijn hervorming van de EU wil doen slikken.

Eyskens: Dat rapport van wijzen is een wijs rapport. Het is beknopt, op zich een verdienste, en maakt een onderscheid tussen het essentiële en het bijkomstige. Maar wij, vertegenwoordigers van kleine landen, weten maar al te goed hoezeer Europa wordt beheerst door een feitelijk directorium van Duitsland, Frankrijk en Engeland. Die drie moeten we ervan overtuigen dat Europa onbestuurbaar wordt, als er dertig lidstaten zijn die allemaal vetorecht hebben. Het spijtige is dat vele Britten de uitbreiding van de EU verdedigen, met de bedoeling haar te verzwakken. De Fransen willen de uitbreiding omdat ze denken dat de Centraal- en Oost-Europese staten meer sympathie hebben voor hen, dan voor de oude erfvijand Duitsland. En de Duitsers zijn voorstander van een uitbreiding, omdat diezelfde Oost- en Centraal-Europese landen hun natuurlijk economisch hinterland vormen. Om uiteenlopende redenen van eigenbelang, zijn de grote drie dus voorstander van een uitbreiding. Het resultaat zal zijn dat Europa als een losse flodder uit elkaar wordt gehaald, en de Europese droom verdwijnt. Tenzij men de voorstellen van Dehaene volgt.

Zullen de grote landen zich ooit neerleggen bij meerderheidsbeslissingen?

Eyskens: Die bestaan al in een paar belangrijke domeinen, via het ingewikkeld systeem van de “versterkte coöperatie”: als meer dan twee derde van de leden beslist iets te ondernemen, kunnen de resterende landen dat niet blokkeren. De moeilijkheid is dat bij het veralgemenen van de gekwalificeerde meerderheid, de grote mogendheden in de verdrukking komen. Zeker met dertig lidstaten. Duitsland heeft tien stemmen voor eenentachtig miljoen inwoners. België heeft er vijf voor tien miljoen. Dat is disproportioneel. Het stemgewicht moet worden aangepast, maar dat zal lastige onderhandelingen vergen. Het zou beter zijn om de drempel voor de gekwalificeerde meerderheid te verhogen naar bijvoorbeeld tachtig procent. Dat biedt de groten meer veiligheid.

Frankrijk doet intussen gouden zaken door zowel de Chinese als de Iraanse president te ontvangen. In hun reiskoffers zitten riante bestellingen, geen mensenrechten.

Eyskens: Dat maakt een nare indruk, en is een aanslag op het meest fundamentele ethische gevoel. Ik vind respect voor de mensenrechten het basisprincipe. In China worden die rechten massaal geschonden. Er zijn genoeg betrouwbare rapporten over de vervolging van Chinese dissidenten. Maar ja, hoe cynisch het ook klinkt: business first. Dat is de realiteit. Niet alleen in Frankrijk. De Amerikanen en de Engelsen doen hetzelfde, en de Belgen zouden het ook doen als ze de kans hadden. Multatuli sprak in het eerste hoofdstuk van Max Havelaar al over het belang van de Hollandse koffieveilingen. Er is weinig veranderd.

MARK EYSKENS

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content