Het rommelt bij de aandeelhouders van de Nationale Bank van België. De discussie over centen kan vlug omslaan in een politiek proces.

Een naamloze vennootschap die ter beurze genoteerd is, heeft zo haar verplichtingen. Dat geldt ook voor de NV Nationale Bank van België (NBB), waarvan de helft in handen is van de staat maar de overige 200.000 aandelen in het bezit zijn van privé-investeerders. Die aandelen noteerden eind vorige week 1951 euro het stuk. De beurskapitalisatie van de NBB bedraagt dus ongeveer 780 miljoen euro. Beleggers kunnen hun pakket aandelen nu vergroten en met andere minderheidsaandeelhouders kamp vormen. Enkele ondernemende Vlamingen hebben dat in stilte al gedaan. In het midden van vorige week maakte Déminor bekend dat het, namens deze minderheidsaandeelhouders, een actie opstart om hun ‘financiële en juridische positie te verbeteren’. De krachtlijnen van deze aanval zijn insiders al jaren bekend.

Ten eerste is er de eigendomsstructuur van de NV Nationale Bank van België. Guy Quaden, die op 1 maart 1999 Fons Verplaetse als gouverneur van de NBB opvolgde, zei in maart 2001 op de algemene vergadering: ‘De Nationale Bank is een naamloze vennootschap die doelstellingen van algemeen nut nastreeft, en dus niet een zo ruim mogelijke winst. Om alle vergissingen te vermijden, moet ik diegenen die het nog niet zouden weten, erop wijzen dat de rechten van de particuliere aandeelhouders van de NV Nationale Bank niet dezelfde zijn als die van de aandeelhouders van een NV van gemeen recht.’

Het is echter zeer de vraag of de bestuurders de sterk gewijzigde vennootschapswetgeving en de aansluitende rechtsleer en rechtspraak voldoende hebben opgevolgd. De regentenraad van de Nationale Bank, die de jaarrekeningen opstelt en de winstverdeling voorstelt, is in elk geval niet doordrongen van de nieuwe corporate governance-cultuur.

De regenten worden niet echt verkozen maar aangesteld door de minister van Financiën en de sociale partners. Vandaar de aanwezigheid van vele ‘geïnstitutionaliseerde’ gezichten in de raad. Aan de onafhankelijkheid van sommigen kan zelfs getwijfeld worden.

Anderzijds kan worden geopperd dat het statuut van de NV Nationale Bank van België aan herziening toe is, nu de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt zich alsmaar scherper profileert. In Brussel heet het officieel nog dat de invoering van de euro het emissierecht (het recht van de centrale bank om geld aan te maken) niet aantast. Ook dat valt te betwijfelen. Het emissierecht is fundamenteel veranderd (of het ook is uitgedoofd, is een andere vraag).

TE VERDELEN MILJARDEN

Hoe dan ook, de opmars van de ECB stemt vele centrale banken tot nadenken. Want zij zijn ook hun macht kwijt om de kortetermijnrente te sturen. De gevolgen zijn ernstig.

Wanneer de Nationale Bank haar emissierecht opgeeft, moet zij statutair 80 procent van haar reservefonds verdelen onder alle aandeelhouders en dus ook over de minderheidsaandeelhouders. Het gaat hier over vele miljarden euro’s. Dit voorzienbare scenario leidt verder tot politiek netelige vragen.

Waarom heeft de overheid, toen de koers van het NBB-aandeel laag stond en zeker niet in verhouding was tot zijn intrinsieke waarde, tijdens de voorbije jaren haar aandelenpakket niet stelselmatig vergroot? Deze vraag geldt ook voor de bestuursorganen van de Nationale Bank van België. Dan zouden zij vandaag niet alleen vennootschapsrechtelijk maar ook financieel sterker staan. Via de beurs kon de staat vandaag zeker zo’n 100.000 NBB-aandelen extra in kas hebben. Het verschil zou voor de schatkist zeker een slok op de borrel gescheeld hebben, misschien zelfs 1 miljard euro.

Het ziet er evenwel naar uit dat de overheid en de door Déminor verdedigde aandeelhouders het op een akkoordje gooien.

Dan nog blijft er een politiek bijzonder delicaat punt. Gezien de middelpuntvliedende krachten in dit land heeft een strijd om het aandeelhouderschap van de Nationale Bank van België niet te voorziene gevolgen. Die tast namelijk het laatste ‘nationale cement’ aan.

Een vooruitziende overheid had dit kunnen voorkomen: ‘ Gouverner c’est prévoir’ schreef de Franse journalist Emile de Girardin twee eeuwen geleden. Maar wie zei ook weer dat ‘we de problemen maar moeten oplossen als zij zich stellen’. De Nationale Bank van België heeft nu een probleem en de oplossing dreigt duur te worden.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content