De watersnood mag dan nog als ramp zijn erkend, daarmee zijn de oorzaken nog niet weggewerkt en de nodige maatregelen nog niet genomen.

‘De aanslibbingen in onze rivieren zijn op sommige plaatsen zowel mede oorzaak als gevolg van de hoge waterstanden (…) Het uitblijven van de noodzakelijke onderhoudsbaggerwerken op diverse kritieke locaties beperkt er de natte sectie van de waterweg en remt aldus de vlotte evacuatie van de wasdebieten.’ Dit staat in een interne nota van januari 1995, waaruit Knack destijds heeft geciteerd, toen nog eens werd uiteengezet hoe Vlaanderen dichtslibt. De brief was gericht aan Fernand Desmyter, secretaris-generaal van het Vlaams departement voor Leefmilieu en Infrastructuur, verstuurd door Jan Strubbe, directeur-generaal van de Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) en geschreven door Eric Van den Eede, hoofd van de afdeling Bovenschelde.

Vandaag zijn zij nog steeds op hun post en dus verantwoordelijk voor de waterlopen die sinds 29 december 2002 andermaal voor waterellende zorgen. Deze keer met debiettotalen op de Schelde en de Leie die in Gent hoger dan ooit boven de onheilspellende 500 m3 per seconde uitstegen. En dan was er nog geen noordweststorm geweest, die bij springtij extra hoeveelheden Scheldewater landinwaarts zou hebben gejaagd. Ook daarom vroegen Strubbe en Van den Eede zeven jaar geleden al ‘op zeer korte termijn (…) onderhoudsbaggerwerken op kritieke plaatsen’. Het ging toen onder andere om delen van de Leie, de Schelde, de Ringvaart rond Gent, het Kanaal Gent-Terneuzen en de Dender.

Sindsdien is er gebaggerd, maar niet overal en vaak met beperkingen. Door de prijzenslag met de eigenaar van de Kallemoeievijver langs de E17 in Nazareth – een voor de overheid pijnlijke rechtsgang – en bijkomende milieuvoorwaarden bij de berging van het baggerslib in die vijver kan de Leie pas dit jaar degelijk worden uitgebaggerd. De Schelde kon tot voor kort niet of nauwelijks worden gebaggerd, omdat milieuverenigingen de aanleg van een baggerstort op het zogeheten eilandje aan de verkeerswisselaar in Zwijnaarde vertraagden. En voor de smurrie uit het Kanaal Gent-Terneuzen en de Gentse haven is sinds begin vorig jaar zelfs geen plaats meer, want Callemansputte in Zelzate ligt vol.

ONDERHANDELEN MET ZUIDERBUREN

Jan Balduck, verantwoordelijk voor de exploitatie van het Bovenscheldegebied, wijst er echter op dat baggerwerken in de Leie, tussen Deinze en het nu zo getroffen Sint-Denijs-Westrem, ‘nog meer water naar deze plek dreigen te jagen, omdat baggerwerken de weerstand in de bedding verkleinen, het debiet vergroten en het water in Sint-Denijs-Westrem dan nog niet weg kan’. Vandaar dat Balduck pleit voor de aanleg van waterbergingsgebieden stroomopwaarts, ter vervanging van de winterbeddingen die nu eenmaal zijn volgebouwd en niet met- een in hun natuurlijke staat kunnen worden hersteld. Dit betekent evenwel dat met Frankrijk en Wallonië zal moeten worden onderhandeld, gezien tweederde van de Bovenschelde en de Leie in Frankrijk en Wallonië liggen. Ook de wateroverlast op de Dender in Geraardsbergen en omstreken is het rechtstreeks gevolg van nieuwe waterwerken in Wallonië, onder andere in Lessines. Het plan om in Deux-Acres een bufferbekken aan te leggen, is wel dertig jaar oud, maar zou nu meer dan ooit het verhoogde overstromingsgevaar in de Dendervallei kunnen afwenden.

Stroomafwaarts blijft Balduck pleiten voor een verbreding (van 25 naar 50 meter) van het afleidingskanaal van de Leie tussen Schipdonk bij Gent en de achterhaven van Zeebrugge ‘om aldus de afvoercapaciteit van het afleidingskanaal naar zee te verdrievoudigen’. Zo zou de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen, zonder economische argumentering, meteen haar zo begeerde waterweg naar het hinterland krijgen en waardevolle stukken van Vlaanderen laten omwoelen en industrialiseren ( Knack 22 mei 2002).

In afwachting van alle langetermijnplannen, waar politici sinds de jaarwisseling mee zwaaien en die zij het liefst in het groen kleuren om hun kortzichtigheid van de voorbije jaren te verdoezelen, zijn enkele onmiddellijke ingrepen nodig. De ruimte die velen – in koor met Vlaams Leefmilieuminister Vera Dua (Agalev) – opnieuw aan het water willen geven, ligt immers niet voor het grijpen. Dus moeten de dijken op de oevers van de Leie bij Gent en op de oevers van de Dender her en der met enkele tientallen centimeters worden verhoogd. Er kunnen misschien al enkele woningen worden onteigend en gesloopt, om de rivieren de winterbedding terug te geven die de projectontwikkelaars hen hebben ontnomen, overigens mét instemming van de vergunnende overheden. Anderzijds zou Vlaams minister vice-president en minister van Openbare Werken Steve Stevaert (SP.A) als enige verantwoordelijke voor de waterwegen wel eens van zich mogen laten horen. Zelfs indien een betere waterhuishouding niet gratis kan zijn.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content