De persoonlijke geschiedenis van Evo Morales leest als een filmscript over de ontvoogdingsstrijd van de indianen in Bolivia.

Morales werd geboren op een lamavel, in een dorpje van het Boliviaanse hoogland, niet ver van de mijnwerkersstad Oruro. Zijn ouders waren arme Aymara-boeren die leefden van de aardappelteelt en een kleine kudde schapen en lama’s. Evo stierf bijna na de geboorte. Volgens zijn oudere zus werd Evo daardoor de favoriet van zijn moeder:

van de zeven kinderen die ze ter wereld bracht, waren er vier die het tweede levensjaar niet haalden.

Evo groeide op tot een stevige knaap die dagenlang met de kudde rondzwierf. Blootsvoets. Het leven was geen pretje in de hoogvlakte van Bolivia, waar droogte en de vrieskou dagelijkse kost zijn. ‘Op een bepaald moment mislukte de aardappeloogst door nachtelijke vorst’, herinnert Morales zich. ‘De aardappelen zagen zwart. Mijn moeder huilde de hele dag en mijn vader bedronk zich met aguardiente. Ik hoorde hem met een oom spreken over de noodzaak te emigreren.’

Begin jaren tachtig verhuisde de familie Morales naar de Chapare, een streek in het vochtige warme oosten, die in opgang was dankzij de toenemende cocateelt. De droom van de jonge Evo was voetballer of journalist te worden. ‘Journalisten zijn over alles geïnformeerd, ze zitten altijd in het centrum van de actie.’ Maar daar kwam natuurlijk niets van terecht. Zonder financiële steun, was studeren een utopie. Evo werd achtereenvolgens steenbakker, trompetspeler en uiteindelijk cocaplukker.

Coca is in Bolivia een rendabele teelt omdat de plant vier keer per jaar geoogst wordt. Het nadeel is dat zowel de VS als lokale regeringen proberen de teelt uit te roeien in de zogenaamde ‘oorlog tegen drugs’. In de jaren tachtig werd de situatie nog erger na de ‘cocacoup’ van Luis García Meza, een narco-generaal die de handel voor zichzelf wilde en de cocatelers ( cocaleros) aanpakte.

Morales werd in de Chapare lid van de vakbond van cocatelers. Als sportsecretaris bleek hij over het nodige organisatorisch talent te beschikken: Hij organiseerde voetbaltornooien, verkocht wol om daarmee shirts te kopen en als er gespeeld werd, was hij de scheidsrechter. Hij maakte de overstap naar de koepel van de vakbond toen de repressie van het leger toenam. ‘Ik was zwaar onder de indruk toen een van onze medestanders tijdens de dictatuur van García Meza levend verbrand werd.’

Morales werkte zich op tot de woordvoerder van de cocaleros, die door middel van manifestaties en wegblokkeringen hun eisen kracht bijzetten. In 1997 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger. Morales, die door zijn tegenstanders het etiket van drugshandelaar opgeplakt kreeg, werd in 2002 uit het parlement gebannen, na het leiden van een cocalero-mars.

Hetzelfde jaar sticht Morales de Socialistische Beweging (de afkorting MAS betekent ‘méér’). Zijn controversiële figuur kon ondertussen ook op veel sympathie rekenen bij de armen, de onderdrukten en wat daarmee synoniem is in Bolivia, de indianen. Morales slaagde erin de versplinterde oppositie van mijnwerkers, ontevreden sloppenwijkbewoners en Aymara-nationalisten achter zich te verenigen. Als voornaamste tegenstander van de energiepolitiek van de regering Sánchez de Lozada en Carlos Mesa, eiste Morales de nationalisering van de gasvoorraden. Hij stond aan het hoofd van massale mobilisaties die deze regeringen ten val brachten.

Het mag geen verbazing wekken dat Morales in Washington op de zwarte lijst terechtkwam van wie absoluut geen president mocht worden. Minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice beperkte zich tot de zuinige verklaring dat ‘Morales met democratische middelen moet regeren’.

De voormalige lamahoeder heeft de boodschap begrepen. Morales maakt sinds zijn verkiezing als president een gematigde indruk. Hij verklaarde dat hij ‘de cocateelt steunt maar zal optreden tegen de drugshandel’. Hij zette ook de puntjes op de i over de aangekondigde nationalisering van het aardgas in het land. De natuurlijke rijkdommen zullen in principe toebehoren aan de Boliviaanse staat, maar de multinationals actief in de sector (Petrobras, YPF-Repsol…) zullen met rust worden gelaten.

‘De bedrijven zullen een hogere royalty moeten betalen voor het ontginnen, transporteren en commercialiseren van het aardgas’, stelde de kersverse president die duidelijk een evenwicht zoekt tussen de belangen van de multinationals (en hun respectievelijke regeringen) en zijn kiezers. Daarom heeft Morales verschillende volksleiders op cruciale ministerposten gezet. De voormalige cocaplukker is zo verstandig om zijn sympathie voor de controversiële Hugo Chávez niet openlijk te belijden. Hij belooft geen economische steun van Venezuela te aanvaarden.

Ondanks alle problemen geeft Morales een stevige, zelfverzekerde indruk. Door zijn kiezers wordt hij beschouwd als de verlosser van de indiaanse bevolking, die 50 jaar geleden nog niet eens mocht stemmen. Morales stak tijdens de inhuldiging zijn ambities niet onder stoelen of banken. ‘Dit zijn nieuwe tijden. Het wordt een millennium voor de volkeren, niet voor het imperium.’

Aldo Carlos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content