‘IN VLAANDEREN BLIJF JE ALTIJD EEN ALLOCHTOON, HOE SUCCESVOL JE OOK BENT’

MONTASSER ALDE'EMEH 'Saudi-Arabië bood mij gratis vliegtuigtickets, gratis huisvesting, 250 euro per maand en tal van privileges om daar vijf jaar lang te gaan studeren. Ik ben blij dat ik er niet op in ben gegaan.' © ARTUR ERANOSIAN

Moslimjongeren radicaliseren bij afwezigheid van een gematigde, Belgische islam. Wil België de wortels van het moslimextremisme aanpakken, dan moeten we de oerconservatieve importimams uit Saudi-Arabië en sectaire haatpredikers de pas afsnijden en zelf op grote schaal degelijke imamopleidingen organiseren. Dat zegt onderzoeker Montasser ALDe’emeh van de Universiteit Antwerpen.

Montasser ALDe’emeh is bezig met een doctoraalscriptie over de redenen die jonge Vlaamse moslims ertoe aanzetten in Syrië met aan Al-Qaeda gelieerde groeperingen te gaan vechten voor de oprichting van een islamitische staat. Zijn onderzoeksonderwerp ligt hem na aan het hart. Als Belg van Palestijnse afkomst en praktiserend moslim kan hij zich goed verplaatsen in de hoofden van die moslimjongeren.

‘Je bent jong, emotioneel en verontwaardigd over de medeplichtigheid van het Westen aan de oorlogen in het Midden-Oosten en de onverschilligheid van de Vlaamse samenleving over dat onrecht’, vertelt Montasser ALDe’emeh in een Marokkaans theehuis in Molenbeek, zijn huidige woonplaats, waar de religieuze radicalisering zich vaak recht onder zijn ogen voltrekt. ALDe’emeh verdiept zich in de leefwereld van die jonge moslims die onze samenleving de rug hebben toegekeerd om in een ver land hun leven op het spel te gaan zetten. Hij praat zo veel mogelijk op de jongeren in, of dat probeert hij toch, en put daarbij uit zijn eigen ervaringen.

‘Ik ben geboren in een vluchtelingenkamp in Jordanië en als tweejarige naar België gekomen. Het was niet gemakkelijk voor mijn ouders om hun weg te vinden. Ikzelf voelde me Palestijn noch Belg. Dan ga je houvast zoeken bij een bepaald project. Bij mij was dat toen het blinde geloof in de gewapende strijd tegen de Israëlische kolonisatie van Palestina. Toen ik me meer in mijn geloof ben gaan verdiepen, heb ik gemerkt dat de islam staat voor barmhartigheid en liefde. Toen ben ik die zelfmoordaanslagen, waarvan onschuldige burgers het slachtoffer zijn, gaan afkeuren. Maar veel jonge moslims hebben te weinig kennis over de islam. En als je dan ziet dat zelfs de imam van de An-Nasr-moskee in Molenbeek, op tweehonderd meter van mijn huis, opeens naar Syrië vertrekt! Imams vervullen een voorbeeldfunctie. Moslimjongeren weten vandaag niet meer wat ze moeten doen. Wat is hun verantwoordelijkheid als moslim? Moeten ze het onrecht in Syrië laten gebeuren? Moeten ze actie ondernemen?’

Gaat het bij die Syriëstrijders veelal om kansarme jongeren uit achtergestelde buurten?

Montasser ALDe’emeh: Vaak, maar niet altijd. Ik ken ook Vlaamse moslims die het goed hadden en die toch in Syrië zijn gaan vechten. In september vorig jaar bijvoorbeeld is Mohamed Bali, een briljante 22-jarige economiestudent uit Antwerpen, in Syrië om het leven gekomen. Wel een noodzakelijke voorwaarde om naar Syrië te vertrekken, is een proces van religieuze radicalisering. Ook hebben die jongeren haast allemaal banden met Sharia4Belgium.

Aanvankelijk werd Sharia4Belgium afgedaan als een stelletje mafketels. Dat klopt niet?

ALDe’emeh: Nee, sympathisanten van het opgedoekte Sharia4Belgium zijn erg bedreven in het rekruteren van Syriëstrijders en in het organiseren van hun transport. Ze helpen die jongeren om een reisroute uit te stippelen en brengen hen via tussenpersonenin België en Syrië tot bij jihadistische groeperingen als ISIS.

Sharia4Belgium heeft een stevige jihadistische ideologie die jongeren aanspreekt die boos zijn over het onrecht dat gaande is in het Midden-Oosten. Ze zijn misschien maar met een man of honderd, maar ze maken wel deel uit van een internationaal netwerk van gelijkgestemde organisaties.

Wat hebben jonge Vlaamse moslims die hier geboren en getogen zijn in hemelsnaam met Syrië?

ALDe’emeh: Ze voelen zich vaak slecht in deze samenleving. Dan komt iemand met een lange baard hen vertellen: jullie vrouwen mogen hier geen hoofddoek dragen, jullie kunnen hier niet eervol leven, maar in Syrië gaan we een islamitische staat stichten en daar kunnen jullie doen wat jullie willen. Vandaag zie je dat Belgisch-Marokkaanse meisjes hun aanstaande bruidegom onder druk zetten om naar Syrië te vertrekken. Een voorwaarde om te trouwen is niet langer alleen een bruidsschat, een huis of een auto, maar vaak ook dat de bruidegom haar meeneemt naar Syrië.

Vergeet ook niet de idee van de umma, de wereldwijde islamitische geloofsgemeenschap. Zoals de pauselijke zoeaven in de 19e eeuw, ten tijde van de Italiaanse eenmaking, vanuit Vlaanderen eropuit gingen om te zwaard de kerkelijke staat van de ondergang te redden, zo trekken jonge moslims naar het Midden-Oosten om hun onderdrukte broeders en zusters te steunen. De ultraconservatieve imams hier in België peperen moslimjongeren ook in dat ze op de allereerste plaats tot de umma behoren. Alsof die jongeren hier, tegenover onze samenleving, geen verantwoordelijkheid dragen.

Dus Syrië leeft heel sterk bij Vlaamse moslimjongeren?

ALDe’emeh: Syrië leeft sterk bij de meeste moslimjongeren, maar de jihad in Syrië leeft enkel bij een kleine minderheid. Iemand als de Antwerpse bekeerling Brian De Mulder, die doet’s avonds op Facebook verslag van zijn wedervaren. Zo worden andere geradicaliseerde moslimjongens aangemoedigd om naar Syrië te gaan. Vlaamse Syriëstrijders in Aleppo gaan via Facebook en Skype op zoek naar een vrouw die met hen in Syrië wil leven. Degenen die ik spreek voor mijn doctoraat vinden het ook stuk voor stuk fantastisch daar. Man, wat is er zo fantastisch aan oorlog, haat en mensen die sterven, vraag ik hen dan. Hier is mijn eergevoel tenminste intact, luidt het antwoord vaak. Ze vechten voor hun ideaal, een islamitische staat die moslims wereldwijd zou beschermen tegen vervolging en hen in staat stelt volgens hun eigen vermeende tradities te leven.

Dan is het weinig waarschijnlijk dat die Syriëstrijders uit vrije wil zullen terugkeren?

ALDe’emeh: Precies. Ofwel worden ze gevangengenomen door andere oppositiegroepen en onder dwang naar België teruggestuurd, ofwel sterven ze daar – ze zeggen ook dat ze bereid zijn voor hun idealen te sterven – ofwel blijven ze daar. Iemand als Jejoen Bontinck heeft zich door zijn vader op andere gedachten laten brengen. Maar vandaag wordt die jongen verketterd door al zijn vrienden. Jongeren die willen terugkeren, zien dat natuurlijk ook. Nee, dan liever op Facebook poseren met een kalasjnikov, de held zijn in Antwerpen en Vilvoorde, en de umma helpen. We moeten ons dus vooral concentreren op de jongens die hier zijn. Ervoor zorgen dat zij niet dezelfde fouten maken en uit de klauwen van de extremisten blijven. Want Fouad Belkacem zit rustig in een Belgische gevangenis. Maar de gemarginaliseerde jongeren, die door zijn toedoen naar Syrië vertrekken, gaan daar misschien hun dood tegemoet. Op dit moment staan er in Vlaanderen en Brussel honderden jongeren klaar om te gaan vechten. De Staatsveiligheid weet dat overigens.

Als het gaat om de beweegredenen van die Syriëstrijders, legt u heel sterk de nadruk op de internationale context.

ALDe’emeh: Die speelt ook een grote rol. Dankzij satellietzenders en het internet kunnen jonge moslims in Vlaanderen en Brussel alles op de voet volgen. Het lijden van de Palestijnen in de Gazastrook en de aanhoudende straffeloosheid voor Israëlische oorlogsmisdaden, de oorlog in Afghanistan, de Amerikaanse drones in Pakistan en Jemen, de op leugens gebaseerde oorlog in Irak, het conflict in Syrië, waar containers TNT op woonwijken worden gedropt, de miljoenen vluchtelingen… En de internationale gemeenschap doet in het beste geval niets, en is in het slechtste geval medeplichtig. Daardoor radicaliseren die jongeren.

En wat zijn de meer binnenlandse redenen voor hun vertrek? Hoe komt het dan dat jonge moslims zich slecht voelen bij ons?

ALDe’emeh: Er is de discriminatie op de arbeidsmarkt en het wijdverbreide racisme tout court. In Vlaanderen blijf je altijd een allochtoon, hoe succesvol je ook bent, wat je ook doet. Er is ook veel sociaal-economische achterstelling in migrantenbuurten. Marokkanen krijgen veel kinderen, die dan in te kleine appartementen gehuisvest moeten worden, waardoor jongeren op straat gaan rondhangen. Er zijn heel wat factoren die maken dat moslimjongeren het spoor bijster raken. Ze zijn op zoek naar een eigen plek, naar liefde en zingeving en die mannen met hun lange baarden helpen hen daarbij. De Belgische moslimgemeenschap is bovendien slecht georganiseerd. Daardoor zijn die jongeren vatbaar voor extremistische sektes binnen de islam. En populistische Belgische politici zijn in feite objectieve bondgenoten van die imams. Als de populisten die jongeren uit de samenleving uitsluiten, dan sluiten de extremisten ze weer in. De meeste Vlaamse Syriëstrijders zijn bovendien piepjong. Ze komen maar net van de schoolbanken en worden door die extremisten gebrainwashed. Bijzonder cynisch allemaal, want die jongeren worden in Syrië als kanonnenvlees gebruikt.

Is er bij de vaders en moeders van tieners binnen de moslimgemeenschap grote ongerustheid op dit moment?

ALDe’emeh: Zeker. Sommige gezinnen gaan kapot van de angst. De meesten van die Marokkaanse ouders zijn rustige, gastvrije mensen, die een kop thee gaan drinken in het theehuis en hun geloof verder op een vreedzame manier beleven. Maar ze kunnen hun zonen en dochters niet tegenhouden. Ze missen vaak het gezag en de intellectuele bagage om dat te doen.

Verloopt de religieuze radicalisering van Vlaamse moslims voor een groot stuk via het internet?

ALDe’emeh: Probleem is dat de imams in België meestal geïmporteerd zijn uit Saudi-Arabië. De Belgische koning heeft Saudi-Arabië het Islamitisch Centrum in Brussel cadeau gedaan, waardoor er in Belgische moskeeën nauwelijks een andere strekking aan bod komt dan het oerconservatieve wahabisme. De Belgische staat, die dit laat gebeuren, creëert zo mee de voedingsbodem voor religieuze radicalisering. Veel van die imams kennen het land noch de taal – ze spreken alleen Arabisch. Maar de meeste moslimjongeren in België kennen nauwelijks Arabisch. Ze gaan dan wel naar het Vrijdaggebed, maar ze verstaan er niets van. Met hun beperkte kennis van de islam leggen ze dan hun oor te luisteren bij haatpredikers op YouTube. Fouad Belkacem is geen islamgeleerde maar gewoon iemand die zijn baard heeft laten groeien en wat beperkte kennis heeft vergaard. Maar zijn boodschap is duidelijk, hij heeft charisma én hij spreekt Nederlands.

Daarom sta ik voor een Belgische islam, die gebaseerd is op de hier geldende normen en waarden en die een stem geeft aan de zwijgende meerderheid van moslims die niets met extremisme te maken heeft. We hebben ook Belgische politici nodig die durven uitleggen dat het ontstaan van een Belgische islam in het belang is van de hele maatschappij. De ontwikkeling van een Belgische islam tegenhouden, de Saudische islam importeren en de slachtoffers stigmatiseren, leidt tot een neerwaartse spiraal: het isoleert moslimjongeren en maakt hen vatbaar voor haatpredikers.

Wat vindt u van de uitspraak van Bart De Wever dat moslimterrorisme de ergste gesel is sinds Hitler en Stalin?

ALDe’emeh: Een beetje overtrokken, lijkt me. Het aantal slachtoffers van moslimterroristen in Europa is miniem in vergelijking met de doden die Hitler en Stalin op hun geweten hebben. In plaats van dat soort uitspraken op televisie te doen, zou De Wever met zijn partij moeten pleiten voor degelijke imamopleidingen aan de universiteiten en zou hij het moeten opnemen voor moslimjongeren die op de arbeidsmarkt worden gediscrimineerd. Maar ik begrijp natuurlijk wel de angst voor jihadistische cellen die onderhand zo radicaal zijn geworden dat ze op elk moment een aanslag kunnen plegen – ook hier bij ons.

Wat kan de Belgische overheid doen om het moslimextremisme in te dijken?

ALDe’emeh: Politici als Bart De Wever en Hans Bonte beweren dat ze extremisten bestrijden, maar het enige wat ze doen is foldertjes uitdelen. Maar we moeten ook ophouden die jonge moslimstrijders te demoniseren. Dat helpt ons geen stap vooruit. Zeg dus niet zoals Bart De Wever: ‘De Syriëstrijders bijten in de hand die hen voedt: onze welvaartsstaat.’ Maar wel: ‘Het doet pijn om te zien dat moslimjongeren zich hier blijkbaar zo slecht voelen dat ze oorlog en bommen verkiezen boven een rustig bestaan in onze samenleving.’ Waarom negeert De Wever de kwalijke rol van de internationale gemeenschap in het Midden-Oosten? Waarom kan hij niet wat begrip tonen voor de woede van moslimjongeren daaromtrent? Een politicus die echt iets wil doen aan het probleem beseft ook dat een onnodig hoofddoekenverbod moslimjongeren van de samenleving doet afkeren. Veel Belgische politici gedragen zich als een partij in het conflict, in plaats van als verantwoordelijke beleidsmakers. En waarom doet de Belgische staat niets tegen de onwetendheid over de veelzijdigheid van de islam? Religieuze boeken uit Saudi-Arabië zijn gemakkelijk te verkrijgen, terwijl filosofische islamboeken van andere rechtsscholen in België amper te vinden zijn. België laat met andere woorden de voedingsbodem voor Syriëstrijders ongemoeid.

U wilde zelf toch imam worden, niet? U zou alvast het goede voorbeeld kunnen geven.

ALDe’emeh: Saudi-Arabië bood mij gratis vliegtuigtickets, gratis huisvesting, 250 euro per maand en tal van privileges om daar vijf jaar lang te gaan studeren. Als kerel van twintig is dat een aanlokkelijk voorstel, maar ik ben blij dat ik er niet op in ben gegaan. Neem iemand als Nordine Taouil, die deel uitmaakt van de wereld van het wahabisme in België. Hij wil gematigd uit de hoek komen, maar aan de andere kant krijgt hij zijn baan en zijn inkomen van die mensen. Die man wordt dus innerlijk verscheurd.

Ik wil nog steeds graag imam worden, maar momenteel kan dat niet. Want dan moet ik een moskee vinden die mij als imam erkent, en die erkenningen worden door het Islamitisch Centrum gecontroleerd. Als ik zou preken met mijn eigen interpretatie van de islam, dan word ik eruit gegooid. Imams met nieuwe ideeën kunnen nergens terecht. De moslimgemeenschap moet dat probleem erkennen en moslims oproepen om hier in Vlaanderen mee te werken aan een Belgische islam.

DOOR HAN RENARD EN PIETER STOCKMANS

‘Veel Belgische politici gedragen zich als een partij in het conflict, in plaats van als verantwoordelijke beleidsmakers.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content