‘In tegenstelling tot Jan Goossens wilde ik een echte familie om me heen’

MICHAEL DE COCK: 'Ik geloof echt dat stadstheaters het verschil kunnen maken in de samenleving.' © Danny Willems
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Op 1 september wordt auteur, journalist en regisseur Michael De Cock officieel de artistieke leider van de KVS. Voorganger Jan Goossens liet hem een bloeiend theaterhuis in een door elkaar geschudde hoofdstad na. De Cock start het seizoen met Cold Blood en (Not) my paradise, twee intieme creaties over getormenteerde vrouwen. ‘Omdat genderdiversiteit belangrijk is.’

Dat klinkt als een statement.

MICHAEL DE COCK: Dat is het niet. Of beter, dat is het niet alleen. Genderdiversiteit ís belangrijk. Maar het is niet de enige reden waarom we met deze producties openen. Jaco Van Dormael – regisseur van Le tout nouveau testament – maakte in 2012 met Michèle Anne De Mey Kiss and Cry, beeldschoon filmisch theater. Cold Blood, waarin hij een stervende vrouw portretteert, is een vervolg en de eerste productie die ik als artistiek leider van KVS coproduceer. Sachli Gholamalizad volg ik al jaren en maakt met (Not) My Paradise een vervolg op A Reason to Talk, een verbijsterend harde én tedere dialoog met haar moeder. In (Not) My Paradise bezoekt ze haar geboorteland Iran en wordt ze tijdens dat bezoek voortdurend aangesproken als haar moeder. Confronterend en beklijvend.

Behoren zij ook tot de ‘KVS-gezichten’?

DE COCK: Ja. Ik wilde, in tegenstelling tot Jan Goossens, die vooral thematisch werkte, een echte ‘familie’ om me heen. Een ensemble van theatermakers en choreografen met wie ik een intense dialoog in en over de stad wil voeren. Onder hen Fikry El Azzouzi, Valentijn Dhaenens en Lisbeth Gruwez. Zonder ze non-stop te claimen, wil ik met hen grondig nadenken over de positie van een stadstheater en de stukken die hier opgevoerd moeten worden.

U wordt geholpen door drie ‘stadsdramaturgen’.

DE COCK: Kristin Rogghe, Tunde Adefioye en Gerardo Salinas onderzoeken de dramaturgie van de stad. Welke verhalen vertellen stadsbewoners elkaar? Welke stukken lezen ze? Welke stukken raden onze buren aan? Die vragen zijn veel relevanter dan ‘Welk stuk wil ik opvoeren?’.

Ik geloof echt dat stadstheaters het verschil kunnen maken in de samenleving. Vroeger was een stadstheater het bastion van de burgerij. Die burgerij is verdwenen uit de stad. De stad is de wereld geworden. Elk stadsgezelschap zal die wereld steeds meer reflecteren in de programmering maar evengoed in de vormen waarin we verhalen vertellen.

Dus trekt u ook die wereld in? Met Kamyon – theater in een ‘camion’ – speelt u in Brusselse wijken, onder meer in het Arabisch.

DE COCK: We moeten kwaliteitsvolle cultuur democratiseren en mooie verhalen vertellen aan een zo breed mogelijk publiek: multicultureel, genderdivers én voor alle leeftijden. Vanaf nu verwelkomen we ook kinderen in de KVS, onder meer tijdens de Kinderkunstendag. Waarom zouden jongeren het evident vinden om hier over de vloer te komen als ze tot hun achttiende geen voet in dit huis zetten?

Kunstenaar Julian Rosefeldt zei onlangs in The Guardian: ‘Politiek is showbizz geworden. Misschien wordt de echte politiek nu in de culturele wereld bedreven.’ Bedrijft u politiek in de KVS?

DE COCK: Politiek stamt van het Griekse polis. In die zin bedrijf ik politiek. Ik houd me niet bezig met het betere bochtenwerk of entertainende machtsspelletjes, wel met wat een stad nodig heeft en hoe we daarop kunnen anticiperen.

Cold Blood, vanaf 16/09 tot 17/03 te zien in KVS, Brussel. (Not) In My Paradise, vanaf 20/09 in KVS en tot 20/01 op tournee door Vlaanderen en Nederland. Odyssee, vanaf 02/02 in KVS en tot 24/03 op tournee.

Els Van Steenberghe

‘Ik houd me niet bezig met machtsspelletjes, wel met wat een stad nodig heeft en hoe we daarop kunnen anticiperen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content