Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Volgens de Waalse politicus Paul-Henry Gendebien is de grote breuk voor binnenkort. Dan wordt Vlaanderen onafhankelijk en sluiten de francofone Belgen aan bij Frankrijk. Wachtend op de Belgische scheiding, een gesprek.

In zijn boek “Splendeur de la liberté” vertelt de Waalse politicus Paul-Henry Gendebien over zijn laatste wandeling met wijlen Jean Gol, toenmalig voorzitter van de Franstalige liberalen (PRL), onder de lindebomen van het Parijse Palais Royal. Gendebien en Gol waren geen vrienden, maar als veteranen van het Rassemblement Wallon (RW) waardeerden ze elkaar. Ooit was het RW de ruggengraat van de Waalse Beweging – zij het dan een beweging richting Parijs.

De zestigjarige Gendebien, gewezen RW- en PSC-Kamerlid, blijft in Wallonië de eerste verdediger van de réunion met Frankrijk. Over die Franse droom handelt ook zijn jongste boek. Omwille van die droom trekt hij, voorlopig alleen in Henegouwen, met een eigen lijst naar de komende verkiezingen.

De jurist-economist Paul-Henry Gendebien heeft nochtans banden met alle grote Belgische en vooral belgicistische families. Families waar La Libre Belgique, de moniteur van het katholieke, ultra-francofone en royalistische gedachtegoed, verplichte lectuur is. Neven van hem waren of zijn in koninklijke dienst. Maar Gendebien laat zich liever voorstaan op zijn afstamming van de illustere Alexandre Gendebien, een republikeins gezinde hoofdrolspeler in de Belgische revolutie van 1830, voorstander van de Belgische aanhechting bij Frankrijk.

Tijdens zijn gesprek met Gendebien beklaagde Gol zich over de Vlaamse liberalen van Guy Verhofstadt, die volgens hem door het nationalistische virus waren aangestoken. Gol, zelf een voorstander van de nation francophone, vond dat de VLD het liberale label niet langer verdiende. Gendebien, op dat moment vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap in Parijs, maakte de bedenking dat hij, Gol, in een toekomstige regering noodgedwongen met die Vlaamse liberalen moest zetelen. Waarop de PRL-voorzitter antwoordde: “Het wordt nooit meer zoals vroeger. Laten we de toekomst voorbereiden.”

In de loop van de conversatie maakte de PRL-voorzitter duidelijk dat hij voor Wallonië en Brussel alleen een uitweg zag in de reünie met Frankrijk. Waarna het gesprek belandde bij de partijgenoten van Gol die allemaal een zitje in de Assemblée Nationale moesten krijgen. “Ach”, dacht een cynisch gestemde Gol luidop, “die zijn al blij met een tricolore sjerp. Wat goedgemikte decoraties doen de rest…”

Na hun ontmoeting vernam Gendebien dat Gol in de Franse hoofdstad een aantal discrete bijeenkomsten had met lokale toppolitici en met vertegenwoordigers van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken -, “mensen met wie hij geregeld informatie uitwisselde”.

Was Jean Gol een agent van Frankrijk?

Paul-Henry Gendebien: Je kan niet beweren dat Gol een agent of een stroman was. Hij was te intelligent, te handig om zich in die rol te wagen. Maar vanuit zijn overtuiging onderhield hij bepaalde contacten in Parijs. Vanuit zijn overtuiging, en ook bij wijze van voorzorg en uit een welbegrepen eigenbelang – en met dat laatste bedoel ik niks pejoratiefs.

Gol was overtuigd dat zijn partij het Europese liberale blok moest verlaten en zich in het Europese Parlement aansluiten bij het gaullistische RPR ( Rassemblement pour la République), de partij van president Jacques Chirac. Maar Antoinette Spaak verzette zich. Alsof ze de erfgename is van de oude vete tussen haar vader Paul-Henri Spaak en Charles de Gaulle, de oprichter van het RPR.

Voelt u zich niet de erfgenaam van de droom van Alexandre Gendebien die in 1830 eveneens de reünie met Frankrijk nastreefde?

Gendebien: Gendebien droomde daarvan, zoals hij ook droomde van de republiek. Maar hij wilde de bevolking noch het één noch het ander opdringen. Daarom nam hij in 1839 ontslag uit het parlement. Toch was zijn aanvoelen min of meer in eenklank met een stroming die in de negentiende eeuw en zelfs in de twintigste eeuw in Wallonië aanwezig was – kijk maar naar het Waals Congres van 1945 waar de aanhechting bij Frankrijk werd gevraagd.

In de negentiende eeuw kozen de Walen uiteindelijk voor België, want dat was, in hun ogen althans, een francofoon regime. Bovendien koos de bourgeoisie voor het Belgische realiteit omwille van de industriële groei, de forse opmars van de economie. Tegelijk bewaarde die bourgeoisie een uitstekende herinnering aan Napoleon en aan de Empire-tijd toen de industrialisering was ingezet.

In 1945 koos een Waals Congres voor de aanhechting bij Frankijk. Maar dat was een misverstand, wordt nu beweerd.

Gendebien: Het was in elk geval de stem van het hart die daar klonk. Nadien gingen de congressisten aarzelen. Er werd een nacht lang heen een weer gepraat. Uiteindelijk volgde een nieuwe stemronde, die van “het gezond verstand”.

Aangezien de aanhechting bij Frankrijk onbereikbaar was, kozen ze voor het federalisme. En zoals Charles Plisnier daar zei: “Als dat niet werkt, kunnen we ons nog altijd tot Frankrijk keren.” Waarop Plisnier helemaal lyrisch werd: “En geloof me, als we Frankrijk om hulp roepen, dan zal het toesnellen.” Het hele congres veerde op en applaudisseerde stormachtig. Maar het was te laat: het gezond verstand had het gehaald.

De druk om opnieuw te stemmen kwam vooral van de socialisten. Zij die dat destijds aanvaardden, hebben daar nu spijt van. Want intussen gingen vijftig jaar verloren.

Waarom hebben de socialisten de Waalse Gedachte gesmoord?

Gendebien: De socialisten gebruiken de Waalse Beweging zolang ze in de oppositie zitten. Eens ze aan de macht zaten, ontpoppen ze zich als steunberen van de Belgische staat. Het is een pact tussen de socialisten en het belgicaine regime dat al van 1918 bestaat, en dat nog altijd in voege is. Af en toe, zoals in 1950 met de Koningskwestie, of in 1961, de Eenheidswet, dreigt er een breuk. Maar telkens weer loopt iedereen snel in de pas.

Het was toch de PS-fractieleider Claude Eerdekens die onlangs in het halfrond van de Kamer zijn hang naar een retour naar Frankrijk uitschreeuwde?

Gendebien: Bij de PS zitten er een pak die denken zoals Eerdekens. Ook bij de PRL is hun gewicht niet min. Maar die zeggen dat niet hardop.

Alleen bij de PSC is die aspiratie compleet afwezig. De Franstalige christen-democraten klampen zich vast aan het unitaire België dat voor hen een soort mirakel blijft. Met in het beste geval twintig procent van de Waalse stemmen vertegenwoordigt de PSC in heel België nauwelijks zes procent. Intussen is de partij allicht op vijf procent teruggevallen. Met die vijf procent slaagt de PSC erin quasi permanent aan het bewind te blijven. Hetzelfde geldt voor de CVP die in België nog vijftien procent vertegenwoordigt. Zelfs het communistisch regime was van kortere duur dan de macht van de Belgische katholieken. Dat is uniek in Europa – en wellicht in de wereld. Het ergste is: we vinden dat normaal.

In tegenstelling tot Vlaanderen telt Wallonië weinig autonomisten. Hoe verklaart u dat?

Gendebien: De Vlamingen willen een eigen staat en ze hebben er de middelen voor. Wallonië heeft geen nationaal verleden. Aan een eigen staat hebben de Walen nooit gedacht, want ze leefden in de geborgenheid van de Belgische natie en de culturele nabijheid van Frankrijk. Existentiële problemen zoals de Québécois, die in dezelfde situatie verkeren als de Vlamingen in het negentiende-eeuwse België, kenden ze niet. Het strafste is dat de Walen denken dat ze nog altijd die Belgische bescherming genieten, dat België ze voor de excessen van de Vlaamse Beweging kan behoeden.

Klampen de Walen zich daarom ook vast aan de Parti Socialiste?

Gendebien: In de geest van tal van Walen bestaat een soort assimilatie tussen België en de PS. De PS staat voor hun werkzekerheid, hun pensioen, hun sociale zekerheid. En omdat die PS geen golven veroorzaakt, geen ideologie meer heeft, zich nog nauwelijks sociaal-democraat durft te noemen, gaan ook andere bevolkingsgroepen, die doorgaans niks met het socialisme van doen willen hebben, zich aan die PS vastsjorren. Voor de meeste Walen bestaat er nauwelijks verschil tussen liberalen en socialisten.

Waar staat François Perin, een andere RW-veteraan, in deze kwestie? Hij is altijd dubbelzinnig geweest. Nu eens was hij voor de aanhechting bij Frankrijk, dan weer vond hij het een onpraktische gedachte.

Gendebien: Het ontbrak Perin altijd aan zelfvertrouwen. In 1968 al, na de splitsing van de Leuvense universiteit, wilde hij uit het RW stappen. Volgens hem was alles verloren. Leuven Vlaams was nochtans een schitterende zaak voor de Waalse Beweging. Wat een mobiliserend effect ging daarvan uit!

Perin is een briljant intellectueel die schitterende analyses maakt, maar die de kracht ontbeert om zijn ideeën in de praktijk te brengen. Daarom had hij Gol nodig, om zich gerust te voelen. Daarom volgde hij Gol bij diens overstap naar de PRL.

Intussen heeft ook de PRL snel komaf gemaakt met de ideeën van Jean Gol. De “nation francophone” hebben ze al helemaal begraven.

Gendebien: Ze hebben nog meer begraven. In het Europese Parlement werd de alliantie met de RPR opgegeven; terwijl Gol alles had klaargestoomd, mensen in stelling had gebracht voor een samengaan met die partij. Gol vond de Europese liberalen te centrum-links en te Angelsaksisch. De weinige Franstalige liberalen worden in die groep weggedrukt. Het is maar een van de voorbeelden van de manier waarop ze bij de PRL met de ideeën van Gol sollen.

Zijn opvolger als PRL-voorzitter, Louis Michel, wil hoe dan ook in de volgende regering. Hij sluit met iedereen akkoorden, zelfs met José Happart. Hoe geloofwaardig is Louis Michel?

Gendebien: Michel is naar Voeren getrokken om Happart op te vrijen. Wat heeft hij te verliezen? Zijn FDF-vleugel wordt geleid door Olivier Maingain. Die zal hij snel minister maken en als FDF-leider vervangen door een of andere stroman. In het ergste geval stapt een deel van het FDF uit de alliantie met de PRL – dat is dan het deel dat wij met de Waalse Beweging opnieuw moeten binnenhalen.

Bestaat die Waalse Beweging nog?

Gendebien: Het is een versplinterde groep. Tien jaar lang heeft Happart de beweging gedomineerd. Hij bracht ze met zijn Wallonie Région d’Europe in een impasse. Het Europa van de staten vervangen door een Europa van de regio’s is een absurditeit. We zien wat er in ex-Joegoslavië gebeurt.

In Wallonië bereikt de angst voor de drijverijen van de Vlaamse Beweging een hoogtepunt. Net op dat moment ontstaat in Vlaanderen een tegenbeweging: tegen de zelfgenoegzaamheid. Die beweging wil het einde van de communautaire manoeuvres.

Gendebien: Hoe sterk is die tegenbeweging? Ze zit vooral in intellectuele, artistieke milieus, in en rond het Brusselse. Dat zijn lui die uit twee subsidieruiven eten. Je ziet dat ook bij ons. Schrijvers die dankzij geld van de Franse Gemeenschap eens naar het buitenland kunnen, werpen zich daar dan op als voorbeeldige Belgen die zich niet kunnen herinneren wat de Franse Gemeenschap is. Het lijkt wel een omgekeerd, om niet te zeggen exotisch snobisme.

Hoe legt u die houding uit?

Gendebien: Hun politiek bewustzijn staat op nul. Ze hebben slechts één verzachtende omstandigheid: de culturele mediocriteit van de francofone politieke klasse. Franstalige politici slagen er zelfs niet in hun eigen boeken te schrijven. Die boekjes van politici dienen ook niet om gelezen te worden, maar om ze na een electorale meeting van een opdracht te voorzien. Het is een nieuw reclamemiddel, nu de grote affiches en gadgets verboden zijn.

Heeft u niet de indruk dat u zich inlaat met kwesties – communautair gehakketak, de reünie met Frankrijk …- die de goede burger niet echt bezighouden.

Gendebien: Was het ooit anders? De bevolking heeft alleen belangstelling voor zaken die haar direct aangaan.

Stel je voor dat ze in 1789 in Frankrijk een opiniepeiling hadden georganiseerd over de vraag of er al dan niet een revolutie moest komen die de republiek instelde. Behalve een paar heethoofdige advocaten, een drietal bejaarde filosofen en één of twee gefrustreerde markiezen aan het hof van Lodewijk XVI, zou niemand ja hebben geantwoord. Waar was de bevolking toen mee bezig? Met de slechte zomers, de prijs van het graan.

Mocht je nu bij ons een peiling houden met de vraag of België moet verdwijnen, zou je wat meemaken. Tachtig tot negentig procent van de bevolking, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, zou verschrikt neen antwoorden.

Maar dezelfde mensen, die koste wat het kost België in stand willen houden, stemmen in met maatregelen die, als je ze samenvoegt, de communautaire spanning opdrijven en uiteindelijk leiden tot de fatale klap. Dat moeten we te allen prijze vermijden.

Er zijn twee historische voorbeelden dat het ook anders, op een geweldloze manier, kan. De manier waarop in 1904-1905 Noorwegen en Zweden elk hun eigen weg gingen, en de wijze waarop Tsjechië en Slovakije enkele jaren geleden de scheiding bewerkten.

U laat in uw boek verstaan dat ze in Parijs de Belgische situatie nauwlettend volgen. Hebben de Fransen belangstelling voor Wallonië zonder Brussel?

Gendebien: De Franse politieke klasse was onder de indruk van de Duitse hereniging. In haar ogen neemt Duitsland in Midden-Europa en in Oost-Europa de rol over van het oude Oostenrijkse keizerrijk. Duitsland staat weer op gelijke voet met Frankrijk dat geen expansiemogelijkheden heeft.

Officieel draait alles rond de as Parijs-Berlijn, daar ligt de harde kern van Europa – maar dan wel een Europa waar de francofonie een almaar kleiner gewicht krijgt. Alles wat die invloed en de status van het Frans ten goede komt, interesseert ze in Parijs. Daarom ook vinden ze dat de Waalse inbreng niet te verwaarlozen valt.

Franse industriële groepen hebben nu al de belangrijkste sleutels van de Waalse economie op zak. Bovendien heeft Wallonië de oude industriële sectoren grotendeels gesaneerd – dat probleem is nagenoeg van de baan. Wallonië is niet langer de economische monstruositeit die het twintig jaar geleden was. Materieel beschikt het over een deftige infrastructuur en een geschoolde bevolking. We hebben negen universiteiten en universitaire centra. Bovendien zitten we aan de grens met Duitsland, en grenzen we aan Brussel. Dat alles maakt Wallonië voor de Fransen interessant.

Wallonië met Brussel in een reünie met Frankrijk, betekent dat Brussel een onbeduidende grensstad wordt. Dat zullen ze Charles Picqué en zelfs Jos Chabert toch eens moeten uitleggen.

Gendebien: Hun politieke macht zal alvast verminderen, en de culturele en economische veiligheid van Brussel is niet langer gewaarborgd. Maar wat ook het statuut van Brussel wordt, een Europees district, zoals sommigen willen, is uitgesloten. Europa bleek zelfs niet in staat Mostar te besturen.

Het toekomstige statuut van Brussel zal van twee factoren afhangen: de politieke wil van de Brusselaars en wat Berlijn en Parijs daarover te zeggen hebben. Voor het overige valt nog af te wachten of Vlamingen en Walen hierover geraadpleegd worden.

Volgens PS-voorzitter Philippe Busquin zijn de Vlaamse eisen “onbespreekbaar”. In Le Soir juichte u die houding toe.

Gendebien: Mijn houding verschilt grondig van die van Busquin. Hij denkt met de afwijzing van een communautaire ronde de Vlaamse Beweging te kunnen afblokken.

De Walen hopen met hun therapeutische hardnekkigheid het leven van de Belgische patiënt te rekken. De Vlamingen zijn al toe aan de palliatieve zorg. Ze spuiten alleen wat morfine bij om de Belgische doodstrijd te verzachten, tegelijk proberen ze de stervende nog gauw een aantal interessante testamenten te laten tekenen.

Er bestaat dus een grote onduidelijkheid. Op die basis kan niet worden onderhandeld. En dus zijn ook voor mij de Vlaamse eisen onbespreekbaar.

De indruk bestaat dat ze aan Franstalige kant vooral op Jean-Luc Dehaene en op Herman van Rompuy rekenen om de Belgische staat overeind te houden.

Gendebien: Dehaene en Van Rompuy hebben een janushoofd, maar dan wel een klein Belgisch en een groot Vlaams hoofd.

Heeft iemand ooit Dehaene en Van Rompuy publiekelijk Van den Brande horen desavoueren? Toen Van den Brande niet was uitgenodigd in Ieper voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog zei Dehaene: “Waarom heeft hij me niet gebeld, hij zou wel zijn uitgenodigd.” Terwijl koning Albert eveneens afwezig was in Ieper. Daarover werd niet eens gepiept. De Franstaligen hebben het zelfs niet gemerkt, want die geloven toch alles wat ze op de RTL-TVI-uitzending Place Royale voorgeschoteld krijgen. 600.000 Franstaligen kijken elke week naar die royalistische debiliteiten. Op zich stoort me dat niet. Het verontrust me alleen als mensen daarop hun politieke overtuiging afstemmen.

Het verontrust u niet dat in Vlaanderen enkele instellingen volop bezig zijn met de berekening van de kost van de scheiding.

Gendebien: Willen de Vlamingen de hele scheiding zelf financieren, zoals Helmut Kohl heeft betaald voor de Duitse hereniging? Wat gaan ze doen met de Coburgs? Mogen die in Vlaanderen blijven?

Wellicht vinden we wel een humane oplossing voor het koningshuis. De moeilijkheid zit daar niet. Veel delicater is een opsplitsing van België in twee stukken: Vlaanderen en Wallonië-Brussel vermomd als België. In die veronderstelling wordt ervan uitgegaan dat Brussel zijn lot aan dat van Wallonië koppelt. En daarover heb ik van de Brusselaars nog altijd niks vernomen.

De idee van een voortbestaan van België door de associatie Brussel-Wallonië groeide in bepaalde salons, rond typen zoals de publicist Claude Demelenne, bij de PS een voortrekker van la gauche caviar. Ooit was die Demelenne een vlijtig RW-militant, nu is hij de belgicaine toer op. Dat zegt veel over zijn flexibiliteit.

Dat de Walen bij een opdeling van België zelfstandig blijven, is ondenkbaar. Als ze zich er rekenschap van geven dat hun problemen opgelost geraken door een akkoord met Frankrijk, zal de keuze snel gemaakt zijn. Dan zal Waals PS-minister Jean-Claude Van Cauwenberghe, die nu droomt van een eigen bananenrepubliek, zich als eerste in Parijs melden, in de hoop Staatssecretaris voor de Oud-strijders te mogen worden.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content