AA Gent werkt aan een sportieve wederopstanding. ‘We zullen u verbazen’, voorspelt manager Michel Louwagie.

Een voorbereiding die liep als een trein, een snedige competitiestart met een verdiend gelijkspel bij titelkandidaat Anderlecht… Het is dat de Europese uitschakeling tegen het Zweedse Kalmar een fikse domper op de feestvreugde heeft gezet, maar AA Gent toont wel verschijnselen van de sportieve revival waarover men bij de Buffalo’s sinds deze zomer spreekt. Vanwaar dat enthousiasme?

‘Omdat ik weet wat ik gezien heb in de voorbereiding’, vertelt manager Michel Louwagie, die samen met voorzitter Ivan De Witte het dynamische duo vormt dat La Gantoise bestiert. ‘En ik garandeer u: Michel Preud’homme en zijn trainersstaf hebben bergen verzet. Ik herken de ploeg bijna niet meer. Van opleiding ben ik licentiaat lichamelijke opvoeding, trainingsleer is mijn specialiteit, en dit is de eerste keer dat ik de spelers van AA Gent in de voorbereiding zie trainen zoals het topatleten betaamt. De eerste keer in de achttien jaar dat ik hier ben! Het kan bijna niet anders dan dat zich dat zal laten voelen in de resultaten.’

Bij AA Gent hebben ze dus al minstens achttien jaar niet meer behoorlijk getraind? Dat is sterk.

MICHEL LOUWAGIE: Ik zeg al jaren dat onze voetballers verkeerd en, vooral, te weinig trainen, maar men hoonde mij weg. ‘Hoe durft die zwemmer dat te zeggen? Wij, de profvoetballers, zullen toch wel weten hoe het werkt, zeker?’ Dat was zo ongeveer de teneur. Ik werd niet ernstig genomen. Michel Preud’homme, die bij Standard bewezen heeft dat hij weet hoe je resultaten moet behalen, wel.

Een van de eerste zaken die hij deed, was een specialist trainingsleer aanstellen. Daarna ging de werklast serieus de hoogte in. Van Preud’homme, met zijn adelbrieven, pikken ze zoiets. Zonder zijn reputatie krijg je zo’n ommekeer nooit voor elkaar. Stel dat je een trainer uit tweede of derde klasse aantrekt, die de duimschroeven aanhaalt. Die man mag nog zo goed zijn, de spelers zouden hem uitlachen en hem het leven onmogelijk maken. Vandaar dat het mij ook niet lukte. Je moet je bewezen hebben in het voetbal vooraleer je dat kunt.

Is het dan zo slecht gesteld met de mentaliteit van de Belgische voetballer?

LOUWAGIE: Goh, ligt dat aan de spelers of aan hun trainers? Het Belgisch voetbal is een kaste, weet u? Er wordt erg weinig ter discussie gesteld en nog minder geïnnoveerd. Ik ben bijvoorbeeld zowat de enige die vanuit een andere sport de overstap heeft kunnen maken. En omdat spelers al heel hun voetballeven gewoon zijn de dingen op een bepaalde manier te doen, moet je al een coryfee als Preud’homme in huis halen om hen te overtuigen dat het anders moet. De trainers en de voortdurende inteelt binnen dat wereldje zijn een groot probleem. Gelukkig heeft men dat nu ook bij de Belgische trainersschool ingezien, hoor ik.

Natuurlijk begint het bij de opleiding. Onze jeugdverantwoordelijken zeggen: ‘Het gaat bij ons goed tot dertien, veertien jaar, maar vanaf de puberteit stijgt het niveau niet meer.’ Omdat men vanaf dan te weinig traint in verhouding tot wat het lichaam aankan, natuurlijk. En omdat de trainingen vaak een wetenschappelijke onderbouw missen.

U bent nu achttien jaar manager van AA Gent en zat dus op de eerste rij toen het Belgische voetbal afgleed naar lagere regionen. Waar is het volgens u misgelopen? Was het omdat Belgische voetballers slecht trainen?

LOUWAGIE: Daardoor ook, maar we hebben vooral economisch de rol moeten lossen. Het scharniermoment lag begin jaren negentig, toen de tv-rechten in andere landen de pan uitrezen. We hebben nu een mooi contract bij Belgacom, maar het is en blijft een peulschil tegenover de miljarden voor de Engelse clubs. Niet dat geld alles is, natuurlijk, Kalmar heeft een veel kleiner budget dan Gent en heeft ons toch uitgeschakeld. Maar dat zijn toevalstreffers, over het algemeen haalt de rijkste het wel.

Een tweede punt is dat onze jonge talenten en masse worden weggeroofd door Frankrijk en Nederland, wat de voedingsbodem van onze clubs weghaalt. Kevin Mirallas, Moussa Dembélé en Jan Vertonghen hebben nooit de kans gehad om in onze competitie te schitteren, en onze clubs hebben dus nooit via hen hun eigen niveau kunnen optrekken. En zo zijn er tientallen anderen. Belgische jeugdspelers genieten geen enkele wettelijke bescherming, en kunnen elk seizoen vrij vertrekken als ze dat willen. Wij hebben het nu zelf weer voor: onze beste jeugdspeler vertrok net naar Ajax. Anderlecht, Standard en Club Brugge maken dat voortdurend mee.

Waarom kiest uw beste jeugdspeler voor Ajax?

LOUWAGIE: Door het prestige van die club, daar kunnen wij niet tegen op. En ik geef toe: wij hebben de jeugdstructuur van Ajax niet. Toen Johan Boskamp hier zat, heeft Gent geprobeerd iets dergelijks op te bouwen, maar uiteindelijk heeft dat geen zin als ze je beste spelers toch komen wegplukken.

Het nieuwe stadion dat AA Gent wil bouwen, kan uw prestige opvijzelen.

LOUWAGIE: Je kunt accepteren dat het buitenland verder uitloopt, of je kunt aan een oplossing werken. De tv-rechten zullen nooit vertienvoudigen, dus waar zit de ruimte dan nog? Volgens mij in de exploitatie van je stadion. Ik wil de families naar het voetbal lokken. Dat kan weer, nu het hooliganisme stilaan verdwijnt. Maar de consument is wel veeleisend geworden. Je moet hem het gevoel geven dat hij een vip is. In de loges zit de grote winst niet meer. Maar in de horeca-exploitatie voor de gewone supporter liggen nog miljoenen voor het rapen.

Het stadion van AA Gent is het eerste nieuwbouwproject in lange tijd voor de Belgische eerste klasse. Moeten we niet vaststellen dat de clubs weinig ambitieus zijn geweest?

LOUWAGIE: Ja en nee. Het is ook niet makkelijk: wij zijn al van 2003 bezig met dat stadion, als alles goed gaat, verhuizen we in augustus 2010. Het is een titanenwerk geweest. Ik begrijp dat veel clubs dat niet zien zitten, dat ze wachten op een initiatief van de overheid.

Uw stadion geeft plaats aan 20.000 man. Dat is niet genoeg om in 2018 de Wereldbeker voetbal te ontvangen.

LOUWAGIE: Je moet ook niet aan dagdromerij doen. 20.000 is voor onze club groot. En stel dat we ooit een keer de Champions League spelen, dan verhuizen we voor die matchen wel naar een ander stadion. Trouwens, we kunnen ons stadion voor de Wereldbeker nog altijd tijdelijk uitbreiden. Bouwtechnisch is dat geen enkel probleem.

In Gent staat uw club eigenlijk niet zo sterk. Er wonen opvallend veel supporters van Anderlecht en Club Brugge in de stad. Hoe gaat u die mensen naar uw stadion lokken?

LOUWAGIE: Niet. Iemand kiest voor een club als hij op de lagere school zit en blijft die eeuwig trouw. Ik besef dus best dat we ook daaraan zullen moeten bouwen. Wij moeten de jeugd naar Gent lokken en vermijden dat zij elders naar het voetbal gaan. Daar heb je ook resultaten voor nodig. Het zou dus mooi zijn als het nieuwe stadion samenvalt met een sportieve revival.

U koos zelf in de lagere school voor Cercle Brugge.

LOUWAGIE: Ik speelde voor die club, dan is het normaal dat je supporter wordt. Later had ik het voor Club, ik ben nog mee geweest met de grote Europese campagnes van 1975 en 1976, maar ondertussen is AA Gent natuurlijk de ploeg van mijn hart geworden. U zou mij eens bezig moeten zien tijdens een wedstrijd, dan ben ik de vurigste supporter die er bestaat.

U roept naar de scheidsrechter?

LOUWAGIE: O, vaak. Na de match vind ik mijn fatsoen wel terug. Gelukkig.

Een interessant zinnetje uit de voorbereidingsspecial van Sport/Voetbal-magazine: ‘AA Gent heeft zorgvuldig geprobeerd om niet te zeggen dat het kampioen hoopt te worden, maar om het iedereen toch te doen denken.’

LOUWAGIE: Ik kan de denkpatronen van bepaalde journalisten niet in bedwang houden hè. ( lacht) Nee, om eerlijk te zijn: wij hebben echt niet de ambitie om dit jaar kampioen te worden. We verwachten veel van Preud’homme, maar mirakels bestaan niet. En van een zesde plaats vorig jaar naar een eerste nu: dat kan bijna niet. Ook omdat de tegenstand niet verzwakt lijkt. Er is nergens iemand vertrokken, behalve Marouane Fellaini bij Standard. Maar die zullen dat wel kunnen opvangen, denk ik. Over twee jaar kampioen, dát kan, daar geloof ik echt in. Dit seizoen mag het ook, maar niets moet. Moeten, dat is voor clubs met een hoger budget dan AA Gent.

Hoe komt het dat AA Gent er voor de eerste keer sinds lang in geslaagd is om zijn beste spelers te behouden tijdens de zomer?

LOUWAGIE: Omdat onze schulden eindelijk onder controle zijn. Niemand geloofde dat we Bryan Ruiz en Milos Maric zouden kunnen houden, zelfs onze trouwste supporters niet. Maar we hebben niet aan de verleiding toegegeven, al was het niet makkelijk. Twee weken geleden informeerde Dinamo Moskou nog naar Ruiz. Wel, ik wou zelfs niet weten hoeveel ze wilden geven. We hebben de laatste jaren al zoveel verkocht. Het werd tijd om eens tot rust te komen en te laten zien dat AA Gent een ambitieuze club is.

AA Gent heeft altijd interessante spelers kunnen halen, net omdat ze wisten dat ze hier weg konden bij een mooie kans. Is die politiek nu veranderd?

LOUWAGIE: Nee. In principe blijft iedereen altijd te koop, maar dan wel voor de juiste prijs. Het is niet meer van moetens. Dan kun je beter plannen en sportief sneller vooruitgaan. Met Ruiz hebben we afgesproken dat hij volgende zomer mag gaan, tegen dan moeten onze scouts een waardige vervanger gevonden hebben.

Waar liggen de limieten voor Ruiz?

LOUWAGIE: Dat hangt af van de evolutie die hij dit jaar doormaakt. Hij heeft het in zich om dé spelbepalende speler van de Belgische competitie te worden. Hij heeft één grote handicap, namelijk zijn matchen voor de nationale ploeg. Telkens in vier dagen heen en terug naar Costa Rica, dat is niet niks. Maar als hij een grote speler wil worden, dan moet hij daar mee om kunnen.

Is hij nog betaalbaar voor een Belgische topclub?

LOUWAGIE: Dat denk ik niet. Belgische clubs willen aan transfers geld verdienen. Ze zullen nooit meer op tafel leggen dan wat ze zelf terugkrijgen, een politiek die ik trouwens perfect logisch vind. Maar het betekent wel dat een speler als Ruiz zo goed als zeker niet in België blijft.

Standard incasseerde voor Marouane Fellaini circa 20 miljoen euro. Viel u ook omver van dat bedrag?

LOUWAGIE: Zoiets is héél goed, ik sprong een gat in de lucht toen ik het hoorde. De transfer van Fellaini verhoogt in één klap de waarde van alle Belgische spelers. En als hij het ginds goed doet, zullen er nog meer Engelsen naar onze competitie komen kijken. Als ze dan navenant betalen, is het helemaal in orde.

Fellaini heeft zichzelf verkocht in die twee matchen tegen Liverpool. Dat missen onze clubs al een paar jaar, hè: schitteren op het internationale toneel. En dat doet de economische waarde van onze spelers dalen. Daarin pleit ik zelf ook schuldig: we hadden ons maar niet moeten laten uitschakelen door Kalmar.

U zit hier nu achttien jaar. Welke speler maakte in die tijd de meeste indruk op u?

LOUWAGIE: Bij momenten Ruiz, vorig jaar. Maar daarvoor had ik zeker Ahmed Hossam geantwoord.

Hossam, bekend als Mido, zit nu bij Middlesbrough. Hij maakt niet de grote carrière die hem was voorspeld.

LOUWAGIE: Blijkbaar is hij daar te onberekenbaar voor. En hij verandert bijna elk jaar van club, dat doet er ook geen goed aan. Maar wat een voetballer! Ik vergelijk hem een beetje met Ruiz, in die zin dat ze beiden nog een constante in hun spel moeten leggen om aan te sluiten bij de absolute top.

In de laatste Bekerfinale tegen Ander-lecht incasseerde u tegendoelpunten van Guillaume Gillet en Mbark Boussoufa, twee ex-spelers. En Thomas Chatelle, een andere oud-Gentenaar, was een van de beste spelers op het terrein. Bloedt uw hart dan?

LOUWAGIE: Mijn hart bloedde omdat we verloren. Maar eerlijk: als er dan toch iemand tegen ons moet scoren, dan nog liever ex-spelers. Want het doet me echt plezier als het met die jongens goed gaat.

Wat maakt Michel Preud’homme zo’n goede trainer?

LOUWAGIE: Nooit kende ik een coach met zoveel werkkracht. Eén voorbeeld: na Kalmar heeft Michel diezelfde nacht nog tot vier uur die match geanalyseerd om ’s anderendaags al te kunnen bijsturen. Een andere trainer zou dat niet doen, of er op z’n minst meer zijn tijd voor nemen. Preud’homme niet, die is fanatiek en wil altijd vooruit. Bij hem heb je de garantie dat hij het absolute maximum uit een spelersgroep zal halen. En al de rest heeft hij ook. Hij is een wereldvedette geweest, heeft een schitterend imago, spreekt vloeiend vier talen, weet zich te omringen met de juiste mensen. Een beter totaalpakket vind je in België bij geen enkele trainer.

Begin vorig seizoen hebben jullie ook met veel bombarie een nieuwe trainer binnengehaald. Maar dat werd geen geslaagd huwelijk.

LOUWAGIE: Trond Sollied heeft mij niet dezelfde indruk gelaten als zeven jaar geleden, nee. Hij had grote successen gekend met Club Brugge en Olympiakos, en was eigenlijk van plan een sabbatjaar in te lassen. We hebben hem kunnen overtuigen om in plaats daarvan naar AA Gent te komen, maar achteraf bekeken heb ik de indruk dat hij daar mentaal niet helemaal klaar voor was. En dat merkte je aan de prestaties, zeker toen bekend raakte dat hij na het seizoen naar Heerenveen trok. De weken nadien verloren we zes matchen op rij. Dat weegt natuurlijk zwaar door in de eindafrekening. Stel dat je daar tien punten pakt, dan eindig je derde. Nu, ik verwijt het Trond niet, er was een afspraak dat hij na het seizoen weg kon. Het zijn de spelers die het toen hebben laten afweten. Je moet professioneel genoeg zijn om te blijven doorwerken, ook wanneer de coach vertrekt.

Spelers omschreven het trainingsregime onder Sollied als een ‘luilekkerland’. Was het echt zo erg?

LOUWAGIE: Dat zal meer te maken hebben met het contrast met de werkwijze van Preud’homme, denk ik. Ik ga hier zeker de werkwijze van Sollied niet afbreken. Vergeet ook niet dat we onder hem toch de Bekerfinale hebben gehaald.

AA Gent bezat vorig jaar naar verluidt de duurste trainersstaf van het land. Is dat nu anders?

LOUWAGIE: Dat weet ik niet. Maar met het binnenhalen van de trainers die vorig jaar kampioen werden, doen we finan-cieel zeker geen grotere inspanning dan toen.

Op welke verwezenlijking als manager van AA Gent bent u het meest trots?

LOUWAGIE: De verkoop van Nicolas Lombaerts aan Zenit Sint-Petersburg. Plots krijg je daar 5 miljoen euro voor een verdediger en zijn ineens zo goed als al je schulden afgelost. En dan te bedenken dat Lombaerts al bijna vertrokken was naar Hertha Berlijn, dat 1,6 miljoen bood. Ik had dat nog wel kunnen opkrikken naar 2 miljoen, wat ook een heel mooie prijs zou zijn geweest. Op een bepaald moment kwam Paul Courant me vertellen over de interesse van Sint-Petersburg. Hij gaf me hun manager door, ik polste een beetje, noemde mijn prijs en hij accepteerde. Vijf miljoen krijgen als je met twee eigenlijk ook al heel content mag zijn: van mezelf vond ik dat een prestatie om trots op te zijn.

AA Gent komt uit een periode van enorme schulden, die werden opgebouwd terwijl u hier zat. Hoe is het zover kunnen komen?

LOUWAGIE: Toen in 1988 het nieuwe bestuur aan de macht kwam, had de club al een kleine schuld. Daarna hebben we een nieuwe tribune en een oefencomplex gebouwd, in totaal voor ongeveer 17 miljoen euro. Bovendien heeft AA Gent begin jaren negentig zwaar geïnvesteerd in spelers zoals Frank Dauwen, Eric Viscaal, Marc Van der Linden, Alain De Nil en anderen, zonder dat we die fondsen konden recupereren. Tel dat allemaal op en je zit aan 23 miljoen euro. 23 miljoen die wij al die tijd als een molensteen rond onze nek hebben gevoeld.

Normaal is het toch de bedoeling dat een club investeringen in zijn stadion terugverdient?

LOUWAGIE: Dat dacht iedereen. Maar de enige club die dat gekund heeft in België is Anderlecht. Wij hebben die kosten alleen kunnen terugverdienen door spelers te verkopen. Dat heeft zestien jaar geduurd.

De vorige put is er gekomen door te dure infrastructuur. Knijpt u hem al voor het nieuwe stadion?

LOUWAGIE: De club is zenuwachtig, ja. Het is ook nog altijd wachten op de steun van de Vlaamse Gemeenschap, die een pot heeft voor sportinfrastructuur maar pas over de brug wil komen als de Belgische Voetbalbond gesplitst is. Zolang die fondsen niet zijn toegewezen, is er een probleem, want AA Gent zal dat geld niet voorschieten. We zijn niet van plan om kredieten aan te gaan die ons sportieve elan weer ondermijnen. Gent neemt geen financiële risico’s meer. Dat is uitgesloten.

Wanneer pakt AA Gent eens een prijs?

LOUWAGIE: Zo vlug mogelijk. Zeker voor ik stop als manager. Mijn contract loopt tot 2016, maar ik geloof dat we u al veel vroeger zullen verbazen.

DOOR JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content