Hij was ooit een politieke gevangene van Tito, en net voor hij Joegoslavisch president zou worden, werd zijn gepantserde wagen nog met mitrailleurs beschoten. Maar vandaag is Stipe Mesic de onbetwiste president van het onafhankelijke Kroatië en rest hem nog maar één taak: de Europese Unie overtuigen om zijn land zo snel mogelijk tot haar clubje toe te laten.

Je kunt hem intussen gerust een elder statesman noemen, die allure heeft hij alvast als hij door de gangen van Hotel Conrad schrijdt, omringd door pr-mensen en professionele kleerkasten. Met zijn kortgeknipte kruin, sportieve grijze baard en scherpe oogjes ziet de zeventigjarige Stipe Mesic er helemaal zijn leeftijd niet uit. Dat zijn stem desondanks wat kraakt, is verklaarbaar: Mesic is in Brussel volop bezig aan een intens en cruciaal charmeoffensief voor zijn land. Op woensdag 16 maart hakt de Europese Unie immers de ultieme knoop door: die dag wordt beslist of Kroatië al dan niet aan zijn toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie mag beginnen.

Het enige punt waar de Europese leiders nog over struikelen, is het feit dat de Kroatische oud-generaal Ante Gotovina, die wordt verdacht van oorlogsmisdaden, tot nader order nog altijd niet uitgeleverd is aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. En zolang dat niet het geval is, zo gaven diverse Europese toppolitici de jongste weken steeds nadrukkelijker te verstaan, is het zeer twijfelachtig of het fiat er komt, en Kroatië op 17 maart – de voorziene startdatum voor de onderhandelingen – een nieuw tijdperk kan instappen.

Wat Mesic met zijn tweedaagse blitzbezoek dus vooral wil bereiken, is dat Europa gelooft dat Kroatië er écht alles aan doet om Gotovina te pakken te krijgen. Op het programma staan daarom persoonlijke gesprekken met Commissievoorzitter José Manuel Barroso, Hoog Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid van de EU Javier Solana, NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer én met de Belgische premier Guy Verhofstadt. Ook koning Albert kreeg Mesic over de vloer – al was de sfeer tijdens die ontmoeting gemoedelijker en werd er op het paleis waarschijnlijk meer gebabbeld over de koninklijke zeiltochten langs de Dalmatische kust.

Dan is de sfeer in het hotel waar het interview zal plaatsvinden, weer heel wat nerveuzer. ‘Je zult hem toch weer niet lastigvallen met alleen maar vragen over Gotovina, hè’, smeekt de Kroatische ambassadrice vooraf nog. ‘Het is het enige waar journalisten tegenwoordig over spreken: Gotovina, Gotovina en nog eens Gotovina.’ Kroatië, vindt de ambassadrice, verdient dat soort behandeling niet. Ook Mesic zelf liet zich na de ontmoeting met Barroso nog gepikeerd uit over de kwestie. ‘We hebben aan 625 van de 626 vragen van het tribunaal voldaan’, meldde de president licht gepikeerd. ‘En dan nog blijft men zeggen dat we niet volledig meewerken. Als iemand ons bewijst dat Gotovina in Kroatië is, dan zullen we hem zonder aarzelen arresteren en uitleveren. Maar als hij zich in Patagonië schuilhoudt, kunnen we toch weinig uitrichten?’

Ante Gotovina, een 49-jarige oudgediende van het Franse Vreemdelingenlegioen, wordt al sinds 2001 door het Joegoslavië-tribunaal gezocht. Hij wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden tijdens operatie Olúja (Storm) in 1995, op het einde van de Joegoslavische burgeroorlog. Kroatische troepen heroverden tijdens die actie het grensgebied met het huidige Bosnië op de Serviërs. Als bevelhebber zou Gotovina 150 etnische Serviërs hebben laten executeren, en hij zou volgens de aanklacht ook verantwoordelijk zijn voor het verdrijven van 150.000 Servische burgers uit de streek. Desondanks werd hij na de oorlog door veel Kroaten geëerd als een held. ‘Logisch toch’, oordeelt een jonge Kroatische diplomaat. ‘Veel dorpen zijn letterlijk door Gotovina’s troepen bevrijd. Sommige mensen hebben waarschijnlijk hun leven aan hem te danken. Dat zij daarvoor een en ander door de vingers zien, kun je hen zelfs niet kwalijk nemen.’

Niet iedereen gelooft daarom dat de Kroaten de waarheid spreken als ze beweren dat ze alles doen om Gotovina, die sinds 2001 voortvluchtig is, te arresteren. Volgens Carla Del Ponte, de hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal, geniet Gotovina nog altijd bescherming van toplui in het leger en de inlichtingendiensten. Del Ponte zegt zelfs over bewijzen te beschikken dat Gotovina nog altijd in Kroatië is. Het vervelende voor de Kroaten is dat de EU het oordeel van de Zwitserse topmagistrate hoger inschat dan hún verklaringen. De frustratie over die Europese houding heeft de Unie in Kroatië overigens al veel populariteit gekost.

Mesic, die in 2000 het presidentschap overnam van de nationalistische hardliner Franjo Tudjman, werd twee maanden geleden herkozen voor een nieuwe termijn van vijf jaar. Zijn voornaamste troef in de verkiezingsstrijd was precies de garantie op stabiliteit, een gematigde koers én een goede relatie met Europa. Maar ook zijn verleden maakt hem populair bij de Kroaten. In de jaren zeventig, toen elke vorm van nationalisme als landverraad werd beschouwd, pleitte Mesic al voor de Kroatische zaak. En toen hij in 1991 het roterend presidentschap van Joegoslavië moest opnemen, reisde hij daarvoor met gevaar voor eigen leven naar de toenmalige Joegoslavische, nu Servische hoofdstad Belgrado. Ondanks dat alles is Mesic anno 2005 allesbehalve een scherpslijper. Hij ijvert voor verzoening met de vroegere vijanden en probeert de blik zo weinig mogelijk op het verleden, en zo veel mogelijk op de toekomst te richten. Eerste doel: Kroatië zo snel mogelijk in de Europese Unie loodsen.

Vorig jaar traden tien landen, voornamelijk uit het voormalige Oostblok, toe tot de Europese Unie. Ook Bulgarije en Roemenië hebben Kroatië ingehaald. Heeft uw land de trein gemist?

STIPE MESIC: In tegenstelling tot de landen die u noemt, heeft Kroatië een brutale agressie meegemaakt. Maar we hebben sindsdien al veel kunnen hervormen en heropbouwen, en dat gaat elke dag nog sneller. Er is nu een stevig wettelijk kader en er is een nieuwe atmosfeer voelbaar in het land. We kunnen tegenwoordig zonder blozen zeggen dat we in een echte moderne rechtsstaat leven, die probleemloos naast de andere liberale democratieën in Europa kan staan.

Heeft Kroatië de EU nog wel nodig?

MESIC: (glimlacht) De integratie van Europa is momenteel volop aan de gang. Dat is uiterst positief, want alleen een verenigd Europa kan een factor van vrede zijn in de wereld. Kroatië mag daarbij niet aan de zijlijn blijven staan. Wij zijn vandaag in eigen land een stevige voorstander van de eenheid in verscheidenheid die ook de EU hanteert. In die zin horen we thuis in de Unie, al mag ik u niet ontkennen dat we natuurlijk ook de rechtstreekse economische voordelen zien die een intensere samenwerking met de rest van Europa meebrengt. Dat in heel Europa voor iedereen dezelfde regels gelden, is een enorme troef.

Toch ziet het er niet goed uit voor u. De meeste lidstaten uitten de afgelopen weken steeds meer reserves over de start van de toetredingsonderhandelingen. Wat als het alsnog misloopt?

MESIC: Aangezien wij volledig meewerken met het Joegoslavië-tribunaal, ben ik van mening dat we zeer spoedig de leiders van de Europese Unie alle nodige bewijzen zullen leveren. Ik heb alle vertrouwen in een positief resultaat.

Op 16 maart valt de beslissing. Veel tijd hebt u niet meer.

MESIC: Wij hebben alle noodzakelijke documenten klaar.

Carla Del Ponte zegt dat ze bewijzen heeft dat Gotovina nog altijd in de regio is. Gelooft u haar?

MESIC: Volgens mij krijgt ze foute informatie toegespeeld. Ik denk alleszins niet dat Gotovina in Kroatië is.

Gotovina werd vroeger vaak genoemd in andere duistere zaakjes zoals drugs- en wapensmokkel. Hoe belangrijk is zijn arrestatie voor Kroatië zelf?

MESIC: Als Gotovina in Kroatië was, zou zijn arrestatie van groot belang zijn, gezien alle andere beschuldigde Kroaten al wel voor het tribunaal verschenen zijn. Maar Gotovina is niet in Kroatië, en wij kunnen dus niet veel doen.

Uitgaand van een optimistisch scenario, zou Kroatië al in 2009 een volwaardige Europese lidstaat kunnen zijn. Zoiets lokt buitenlandse investeerders, maar er zijn ook gevaren aan verbonden. Bent u niet bang dat de Kroatische bedrijven de komende jaren massaal opgekocht zullen worden?

MESIC: Wij zijn helemaal niet bang voor een overvloed van buitenlands kapitaal in Kroatië, wel integendeel. We zijn veeleer bang dat buitenlandse investeerders hun weg niet zouden vinden naar Kroatië. Waar het kapitaal vandaan komt, is in de huidige wereldeconomie niet belangrijk. Buitenlands geld kan bovendien binnenlands veel in gang zetten. Er is potentieel genoeg in Kroatië, het moet alleen geactiveerd worden en dat vergt nu eenmaal investeringen. In Kroatië bedraagt het gemiddelde jaarinkomen nu nog maar 5000 euro per persoon, in Luxemburg is dat 42.000 euro. Zonder buitenlandse investeerders zullen we die kloof nooit overbruggen.

U vreest ook niet dat buitenlandse hotelketens bijvoorbeeld grote delen van de Adriatische kust zullen inpalmen?

MESIC: Nee, maar tijdens de onderhandelingen zullen we erop toezien dat we op dat vlak voldoende garanties inbouwen, zodat we onze kustlijn in zekere mate kunnen beschermen.

Buitenlandse ondernemers die in Kroatië actief zijn, klagen nog altijd over tegenwerking en regelrechte corruptie.

MESIC:(lacht) Spijtig genoeg, ja. Maar dat is nu eenmaal in elk land, waar ook ter wereld, een probleem. Landen in een overgangsfase zijn er evenwel meer vatbaar voor, en Kroatië bevindt zich nu in zo’n transitie. Maar we creëren voortdurend wetten en regels die de internationale standaarden volgen, waarmee we de mogelijkheden voor corruptie en misdaad stelselmatig beperken. Weet u, ook in de lidstaten van de Europese Unie zouden heel wat mensen maar al te graag corrupt zijn. Alleen bestaat er daar een heel arsenaal aan regels die hen dat op de een of andere manier beletten. Dat is waar ook wij naartoe werken, maar het kost tijd.

In Kroatië zelf wonen 4,5 miljoen mensen, maar het aantal Kroaten en hun afstammelingen in het buitenland zou bijna even hoog liggen. Investeren zij opnieuw in hun moederland?

MESIC: Er is een wil aanwezig, ze tonen interesse, maar echt veel geld komt er voorlopig niet van die kant. Er zijn er die het doen, maar eigenlijk zijn ze nog met te weinig. Dat is vooral te wijten aan de administratieve barrières die helaas nog bestaan. Het kost nog te veel inspanningen om een bedrijfsproject door de bureaucratische molen te krijgen. Maar we proberen die procedures voortdurend in te korten en alle overbodige administratie weg te filteren.

In tegenstelling tot uw voorganger Franjo Tudjman hebt u er al herhaaldelijk voor gepleit om de band met de Kroaten in buurland Bosnië-Herzegovina formeel af te zwakken, onder meer door hen stemrecht in Kroatische verkiezingen te ontnemen. Waarom acht u dat noodzakelijk?

MESIC: U mag me niet verkeerd begrijpen. Ik wil niet per se lossere banden. Wij gaan ervan uit dat we ook onze problemen uit het verleden binnen het Europese integratiemodel kunnen oplossen. Een verenigd Europa maakt de binnengrenzen minder belangrijk, en bevordert de onderlinge samenwerking. Als we in Europa onze grondstoffen en onze kennis kunnen koppelen, kunnen we als blok op gelijke voet komen te staan met landen als de Verenigde Staten, Japan, India. Nationale minderheden in de verschillende Europese lidstaten zullen dan niet meer worden aangegrepen om onderlinge oorlogen te beginnen. Minderheden kunnen zelfs een brugfunctie vervullen tussen verschillende lidstaten.

Een geïntegreerd Europa is in die zin ook in het belang van de Kroaten. Etnisch gezien zijn er nu twee landen waar Kroaten een substantieel deel van de bevolking uitmaken, met name Kroatië zelf en Bosnië-Herzegovina. De Europese constructie biedt ons allemaal een veel ruimere kans op vooruitgang. Aangezien Kroatië en Bosnië-Herzegovina de enige landen ter wereld zijn waar Kroaten een officiële bevolkingsgroep vormen, pleit ik dus veeleer voor een betere samenwerking met ons buurland…

… en op termijn ook voor lidmaatschap van Bosnië-Herzegovina. Maar kan dat land volgens u lid worden van de EU als Radovan Karadzic en Ratko Mladic, beiden ook verdacht van oorlogsmisdaden, nog vrij rondlopen?

MESIC: Dat probleem heeft Bosnië-Herzegovina niet zelf in de hand. Met wat meer internationale druk zou die kwestie evenwel heel snel opgelost zijn.

U wijst met beschuldigende vinger naar Servië-Montenegro?

MESIC: We gaan ervan uit dat de voortvluchtigen die zich in Servië ophouden, uitgeleverd zullen worden. Zo kan de individuele schuld van de betrokkenen vastgesteld worden. Servië weet heel goed waar zijn beschuldigden zich bevinden.

Het verschil tussen Gotovina en de Servische beschuldigden is dat Gotovina geen oorlog is gaan voeren op Servisch grondgebied, terwijl zij wel op ons grondgebied zijn gekomen.

In 1994, nog voor het einde van de Joegoslavische burgeroorlog, verliet u de nationalistische HDZ-partij. Ziet u zichzelf nu nog als een nationalist?

MESIC: Ik ben nooit een nationalist geweest, ik zou mezelf liever een chauvinist noemen. In het oude Joegoslavië was ik een voorstander van meer gelijkwaardigheid tussen de verschillende deelrepublieken. En ik zette me daar ook actief voor in. In 1965 was ik het jongste parlementslid ooit in Kroatië, en enkele jaren later werd ik zelfs in de gevangenis gegooid voor mijn overtuigingen. Maar ik heb nooit een beleid aanvaard dat mensen benadeelde, of privileges verschafte, gewoon omdat ze tot een bepaalde bevolkingsgroep behoorden. In de periode dat ik in het Kroatische deelstaatparlement zat, was ik ook burgemeester van mijn geboortedorp, Orahovica, een gemeente van 24.000 inwoners in Slavonië. In dat dorp had je 33 politieagenten. Zo’n 85 procent van de inwoners bestond uit Kroaten, de rest waren Hongaren of Serviërs. Maar bij die 33 agenten was er slechts één Kroaat, en één moslim: al de andere politiemannen waren Serviërs. Dat ik zei dat zoiets eigenlijk niet klopte, was voor sommigen blijkbaar voldoende reden om mij vanaf dat moment als een Kroatische nationalist te bestempelen.

In de Joegoslavische tijd verzetten de Kroaten zich tegen economische transfers naar andere deelstaten of provincies zoals Macedonië en Kosovo. Als het onafhankelijke Kroatië over enkele jaren lid wordt van de Europese Unie, zal het zelf van dat soort solidariteit profiteren. Is dat geen vreemde vaststelling?

MESIC: In de Joegoslavische tijd vroegen wij gewoon dat de financiële transfers transparanter zouden verlopen. Wij hadden er geen problemen mee om elkaar te helpen. Pas toen duidelijk werd dat Joegoslavië als federatie geen toekomst meer had, omdat de bindende krachten verdwenen waren, zijn wij op zoek gegaan naar een andere toekomst, een Europese toekomst.

Het voornaamste bindmiddel van Joegoslavië was maarschalk Tito, die het land na de Tweede Wereldoorlog met strakke hand dirigeerde. Een tweede factor was de communistische partij, die multi-etnisch was samengesteld. En de derde factor was het Joegoslavische leger, dat Tito blindelings gehoorzaamde. Toen Tito in 1980 stierf, de communistische partij vervolgens werd ontmanteld en het leger uiteindelijk de kant van de Servische leider Slobodan Milosevic koos, stelden wij een ander staatsmodel voor. Gedurende drie à vijf jaar probeerden we de basis te leggen voor een confederale structuur, waarin transparantie zou bestaan over de geldstromen, over hoe die besteed en herverdeeld zouden worden. U weet hoe dat verhaal geëindigd is.

Europa is een ander verhaal. Het is duidelijk dat de Unie in haar geheel meer vooruitgang zal maken als ook haar kleinste lidstaten economisch meegroeien. De rijke landen hebben er zelf baat bij om ook in de arme lidstaten te investeren. De Europese subsidies moeten natuurlijk ook transparant verdeeld worden, maar ik denk niet dat dat een probleem is.

Kroatië kan de komende weken een historische stap zetten en buurland Slovenië is nu al een volwaardig EU-lid. Evolueren ook de andere landen van het voormalige Joegoslavië zoals Servië-Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Macedonië volgens u in de juiste richting?

MESIC: Jazeker. Alleen vordert het ene land al wat sneller dan het andere. De democratische instellingen functioneren niet overal op hetzelfde niveau. Maar het groeitempo mag dan verschillend zijn, geen enkel land in Europa mag geïsoleerd blijven van het andere. Daarom moeten de pro-Europese krachten in de landen die u noemt een duw in de rug krijgen. En dat is uiteindelijk ook de beste zaak voor de Europese Unie.

Door Gerry Meeuwssen

‘Ook in de EU-lidstaten zouden veel mensen maar al te graag corrupt zijn. Alleen zijn er regels die dat beletten.’

‘Bosnië-Herzegovina heeft het probleem met Karadzic en Mladic niet zelf in de hand.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content