“De jacht op Amanda” van Andrew Klavan.

“Mijn eerste doel is mensen op te winden en ze bang te maken.” Het is hem weer gelukt. Neem alleen al het begin van zijn recentste boek “De jacht op Amanda” ( “Hunting down Amanda”). Andrew Klavan beschrijft daarin een aardig Amerikaans vissersplaatsje op een mooie zomerdag in juli. Iedereen is loom en ontspannen. De wereld is goed. Tot de hel losbreekt. Zomaar, van het ene moment op het andere. “Het klonk alsof God in een berenval was getrapt.” De aarde scheurde, het regende vuur en vlees vanuit de hemel, huizen zakten in elkaar, delen van lichamen spatten alle kanten op. Oorzaak: een exploderend vliegtuig. Wie daarvoor verantwoordelijk is, lezen we later.

Mensen de hel indrijven, daar is Klavan een meester in. De hel van de ouder van een ontvoerd kind, van een vrouw die haar identiteit kwijtraakt, van een onschuldig ter dood veroordeelde en van een cynische journalist die hem probeert te redden. Met “Don’t Say a Word”, “The Animal Hour” en “True Crime” verwierf hij sinds begin jaren negentig internationale faam. Hij schrijft hard, veel geweld, maar is vooral een bijzonder getalenteerd verhalenverteller. Niet bang om ingewikkelde, soms paranormale thema’s aan te snijden, zonder de vaart uit het verhaal te halen. “Ik was ontzettend verguld toen Stephen King mij ‘de meest originele schrijver van detectives en thrillers sinds Cornell Woolrich‘ noemde, omdat ik zelf het gevoel heb dat ik mijn uiterste best had gedaan iets nieuws aan het genre toe te voegen – zonder het onder het mom van ‘literaire’ pretenties te verminken.” Want literaire pretenties had hij, toen hij pas begon te schrijven.

Een fascinatie voor horror en suspense had hij als kind al. Naast zijn werk als journalist en radioverslaggever schreef hij aanvankelijk thrillers onder schuilnaam. Misdaadromans konden nooit de rijkdom en diepgang van zogeheten literaire romans bevatten, meende hij. Maar na het lezen van Wilkie Collins“The Woman in White”, een Victoriaanse roman vol actie, spanning, inzicht, duistere seksualiteit, met de sombere, romantische ondertoon van het spookverhaal, veranderde hij van mening. Het was geen schande meer om zijn eigen naam op de cover te laten zetten. Verbijsterd staarde hij naar de cheque van meer dan een miljoen dollar voor de filmrechten van de eerste Klavan, “The Scarred Man”. De miljoenen bleven binnenstromen. In april komt de film “True Crime” uit, naar het gelijknamige boek, met Clint Eastwood als producer, regisseur en hoofdrolspeler.

GENIETEN EN GRUWELEN

Het verwijt dat hij te veel geweld in zijn boeken zou verwerken, legt Klavan naast zich neer. Politieke nonsens, zegt hij. Over geweld in boeken en films praten, is een afleidingsmanoeuvre om het niet over het echte geweld in de maatschappij te hebben, en de oorzaken daarvan. “Misdaadboeken zijn het enige genre waarin je dezelfde verhalen kan vertellen als Shakespeare. Grote verhalen waarin mensen handelen onder druk van extreme situaties en emoties en van goed en kwaad.” Gewone mensen, die traumatische ervaringen beleven. Zelf geniet en gruwelt hij ervan en soms, zoals bij het verhaal van de onschuldige man in de dodencel, huilt hij tijdens het schrijven.

In “De jacht op Amanda” weet hij de lezer, tussen de veelvuldige gewelduitbarstingen door, ook af en toe te ontroeren. De vijfjarige Amanda Dodson, een mollig meisje van gemengd ras, heeft als gevolg van een experiment van een farmaceutisch bedrijf, het vermogen om doden tot leven te wekken. Het is op zich al knap dat hij zo’n gegeven aannemelijk maakt. Het meisje en haar moeder Carol worden meedogenloos opgejaagd door de verantwoordelijke, farmaceutische onderneming, die voor dit doel Executive Decisions heeft ingeschakeld, een privé-leger dat over de hele wereld militaire en clandestiene acties uitvoert. De regiochef voor Noord-Amerika, ene Winter, heeft een diepe minachting voor de mensen die hij, met behulp van zijn medewerkers, martelt en vernietigt. De duistere seksualiteit duikt ook weer op, want Winter wil de moeder eerst “volledig bezitten” voor hij haar afmaakt.

Een mooi gegeven in het bloedstollende verhaal is de opofferingsgezindheid, niet alleen van de moeder, die noodgedwongen ondergronds is gegaan als prostituee, maar ook van anderen die zij tijdens hun onmogelijke vlucht ontmoet. Een van hen is de zwarte saxofonist Lonnie, die zelf kampt met een verleden van geweld, door hem gepleegd en hem aangedaan. De diverse karakters zijn tot in leven en dood aangrijpend te volgen en het einde heeft een dramatiek, die net als de aanvang van het boek met de hemel eindigt. “De onmetelijke lichte hemel.”

Andrew Klavan, “De jacht op Amanda”, Meulenhoff/Amsterdam, 415 blz., 698 fr.

Ineke van den Bergen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content