Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het is nog altijd de bedoeling dat op 30 juni in Congo een overgangsregering aan het werk gaat. De aanloop naar deze cruciale stap in het vredesproces was moeizaam.

Een bericht uit Kinshasa – Vliegen met de Mission de l’Organisation des Nations Unies en République Démocratique du Congo (MONUC) is een plezier. De vredesmacht van de Verenigde Naties (VN) in Congo heeft een eigen luchtvaartmaatschappij in het leven geroepen, en heeft op alle belangrijke binnenlandse luchthavens een eigen terminal. Reizigers die erin slagen zich bij de MONUC te laten registreren, kun- nen nu haast klokvast en met vrij betrouw- bare toestellen en bemanningen door heel Congo vliegen zonder lastiggevallen te worden door Congolese autori- teiten.

Als het de bedoeling is dat de MONUC – of een verwante internationale organisatie – ooit het beheer van het sinds 1996 in burgeroorlog verkerende land overneemt, is hiermee alvast een eerste stap gezet. De MONUC opereert min of meer parallel aan de officiële instanties. Maar dat betekent niet dat ze momenteel een grote rol speelt in het handhaven van de vrede in het uitgestrekte land, zoals de zware gevechten tussen Hema- en Lendu-milities in en rond het noordoostelijke stadje Bunia bewezen. Heel Oost-Congo dreigt overigens een gevarenzone te worden, nu door buurland Rwanda gesteunde milities noordwaarts oprukken.

De blauwhelmen hebben (voorlopig?) louter een mandaat als waarnemer. ‘Ik ben ervan overtuigd dat ze ondertussen gedetailleerd alle bomen in de stad in kaart hebben gebracht’, sneert een inwoner van de stad Mbandaka, niet ver van de contactlijn tussen de troepen van de Congolese president Joseph Kabila en de rebellen van de Mouvement de Libération du Congo (MLC) van Jean- Pierre Bemba.

Ook in Bemba’s hoofdkwartier Gbadolite is een voorpost van de MONUC gehuisvest. Een Senegalees, een Burkinees, een Nepalees en een Chinees (die Engels noch Frans verstaat) runnen er de boel. Ze hebben net een groot gebouw laten opknappen en wit en blauw laten schilderen – dat moet hun hoofdkwartier worden. ‘Het enige merkbare verschil dat ze in de stad maakten, is dat de prijs van de duurste prostituees van 5 naar 20 dollar gestegen is’, schampert Bemba’s rechterhand François Muamba.

VEEL AAPJES TE KOOP

Toch moet het gezegd: zowel in Mbandaka en Gbadolite als in Congo’s hoofdstad Kinshasa was het de voorbije weken heel kalm. Het was er zelfs zo veilig dat men probleemloos ’s nachts kon rondrijden zonder risico op problemen met militairen. Overal werden er vrij veel aapjes te koop aangeboden, wat betekent dat er regelmatig transport over de rivieren is. Er hangt een flauwe schijn van normaliteit over de Congolese steden.

Iedereen lijkt af te wachten of de moeizame vredesonderhandelingen eindelijk zullen uitmonden in de installatie van een overgangsregering in Kinshasa. Als streefdatum werd hardnekkig 30 juni naar voren geschoven: de feestdag van Congo’s onafhankelijkheid, die het land helaas niet veel geluk heeft gebracht. Vele Congolezen zijn al bij voorbaat sceptisch over de slaagkansen van het initiatief, dat ze beschouwen als een gedrocht opgedrongen door de internationale gemeenschap, zonder enige wortels in het volk.

De transitieregering, in diverse formules uitgedokterd in het Zuid-Afrikaanse pretpark Sun City, is inderdaad een creatie van de internationale diplomatie, die absoluut vrede wil in Congo. De oorlog zou volgens vele bronnen al aan meer dan 3 miljoen mensen het leven hebben gekost, vooral als gevolg van de honger en onbehandelbare ziekten die ermee gepaard gaan. Niemand heeft de strijd echt gewonnen, dus gaat het akkoord in se over de hereniging van het land, dat in drie stukken uit elkaar gevallen is, en in het noordoosten uiteenrafelt in een steeds ingewikkelder patroon van door lokale krijgsheren gecontroleerde enclaves rond diamant- en andere mijnen.

De hereniging impliceerde het ontwerp van een complex systeem waarin Kabila president blijft, als hoofd van een regering met vier vice-presidenten: een uit zijn eigen entourage, een uit de MLC (Bemba zelf), een uit de andere grote rebellenbeweging RCD/Goma (van Rassemblement Congolais pour la Démocratie) en een voorgedragen door de politieke oppositie. Daaronder een ellenlange rij ministers, kamerleden en senatoren, aangeduid door de diverse betrokken partijen.

‘Wij hebben een grote inspanning gedaan door te aanvaarden dat Kabila president mag blijven tot er algemene verkiezingen komen’, stelt rebellenchef Bemba, die twee weken geleden nog uitlegde aan de speciale gezant van de Europese Unie, Aldo Aiello, dat de internationale gemeenschap goed had gemanoeuvreerd om zijn positie te verzwakken door het orchestreren van aanvallen op zijn persoon, gecentreerd rond het brutale optreden van zijn troepen in de nabijgelegen hoofdstad Bangui van de Centraal-Afrikaanse Republiek, en rond aantijgingen dat enkele van zijn soldaten zich aan kannibalisme van pygmeeën zouden hebben bezondigd.

Bemba, die rondrijdt in de duurste Landcruiser op de markt (met als opvallendste accessoires een keuken in de koffer en een dvd-speler in het dashbord), zat zich zichtbaar te vervelen in het desolate Gbadolite – de meesten van zijn adviseurs zijn al lang in Kinshasa om de overgang voor te bereiden en willen daar niet meer weg. Hij benadrukt dat hij klaar is om zijn verantwoordelijkheden voor zijn land op te nemen, en begrijpt niet hoe de internationale gemeenschap met open ogen in Kabila’s vertragingsstrategie trapt.

‘Kabila treuzelt bewust met de toekenning van woningen voor de andere partijen’, poneert de rebellenchef met klem. ‘Hij lanceert roddels en geruchten over de moeilijkheden die hij zou hebben om een evenwicht te vinden in de keuze van zijn politieke vertegenwoordigers, hij doet moeilijk over de samenstelling van het eengemaakte Congolese leger, en de internationale gemeenschap gunt hem almaar meer tijd. Zoals we nu bezig zijn, kan het nog maanden duren voor er een doorbraak komt. Kabila is erger dan de vroegere president Mobutu Sese Seko in zijn beste dagen. Als de internationale gemeenschap deze regering wil, moet ze écht druk op Kabila uitoefenen, bijvoorbeeld door hem en zijn ministers reisvisa te weigeren.’

EEN HELPENDE BELGISCHE HAND

Diverse waarnemers die regelmatig contact met Kabila hebben, rapporteren dat de president zich de voorbije maanden anders dan vroeger gedraagt, meer als iemand die de macht savoureert, hoewel het nog altijd de schilderijen en foto’s van zijn vermoorde vader-voorganger Laurent-Désiré zijn die het straatbeeld en de kantoren sieren. ‘Onze president zou gemakkelijk bananen op de markt kunnen komen kopen, want de meeste mensen zouden hem niet eens herkennen’, zei een Congolese handelaar.

Kabila kon onder meer met een helpende Belgische hand aan de macht komen, en kon aanvankelijk op heel wat sympathie en goede wil rekenen, vooral omdat hij zich veel inschikkelijker naar de internationale gemeenschap toe gedroeg dan zijn vader. Maar hij slaagde er niet in de populaire gevoelens die ook het Congolese volk initieel ten opzichte van hem koesterde, te kapitaliseren en beging de vergissing zich met een corrupte hofhouding te omringen.

Ook de internationale gemeenschap verliest nu haar geduld. Binnenskamers wordt de druk op de president ‘wansmakelijk groot’. Analisten beseffen wel dat de manoeuvreerruimte van de man klein is, vooral door de aanwezigheid van een aantal maffieuze figuren in zijn hofhouding die zijn vuile was (onder meer over zijn eventuele rol in de moord op zijn vader) zouden kunnen buitenhangen als ze van de vetpotten worden verwijderd. Toch zal Kabila niet anders kunnen dan buigen en de transitieregering een kans geven.

Twee weken geleden werd hij in Kin- shasa nog de levieten gelezen door een afvaardiging van de Veiligheidsraad van de VN, die hem onder meer verweet dat hij zevenhonderd ‘politieagenten’ naar het woelige noordoosten had gestuurd – in feite militairen die bijna onmiddellijk na aankomst hun wapens aan Lendu-milities verkochten en vervolgens in de brousse verdwenen. Kabila had goed zeggen dat hij president van heel Congo is, dus ook van het oosten. Hij werd aangemaand zijn troepen tijdelijk thuis te houden. Voor het oosten van Congo zullen drastischer oplossingen bedacht moeten worden om naar rust te streven dan een transitieregering in het verre Kinshasa.

Niemand maakt zich veel illusies dat de transitieregering in haar oorspronkelijke vorm lang stand zal houden. Zowel Congolese als internationale waarnemers gaan ervan uit dat de RCD/Goma, die zich regelmatig uit de onderhandelingen terugtrok, snel uit het systeem zal stappen – haar Rwandese broodheren zien niets in een ‘herenigd’ Congo, ze willen vrije baan in het diamant- en goudrijke oosten. De politieke oppositie is zo verdeeld dat haar rol in het systeem verwaarloosbaar klein zal blijven. Zodat de transitie zal uitdraaien op een duel tussen president Kabila enerzijds en vice-president (met de bevoegdheden over economie en financiën) Bemba anderzijds.

‘Om het wat lapidair te zeggen, zouden we kunnen stellen dat Kabila en zijn partij de socialisten zijn, en de MLC de liberalen, met vertegenwoordigers zowel links als rechts van het centrum’, analyseert Olivier Kamitatu, secretaris-generaal van de MLC die in het nieuwe systeem de uiterst belangrijke verantwoordelijkheid van voorzitter van de vijfhonderd koppen tellende Assemblée Nationale (de Con- golese Kamer van Volksvertegenwoordigers) zal krijgen, en die zich er al op verheugt om in ons land door Congo-kenner Herman De Croo (VLD) ontvangen te worden als die kamervoorzitter zou blijven.

‘In feite’, vervolgt Kamitatu, ‘dreigt Sun City II – het akkoord met de vier vice-presidenten – snel teruggebracht te worden tot een doorslag van Sun City I, waarin Kabila president en Bemba premier was.’ De loyale secretaris-generaal vertelt er niet bij hoe ongelukkig hij was dat zijn baas in de lente 2002 de kans liet liggen om de man te worden die Congo op de weg naar vrede stuurde, door in Kinshasa premier te worden in een regering met Kabila. Nu dreigt hetzelfde scenario te ontstaan, weliswaar met Bemba in een veel zwakkere rol (zie ook kader).

TWEE HELFTEN VAN EEN BREIN

Bemba zelf reageerde op de opmerking dat hij zijn afspraak met de geschiedenis gemist had, nogal voorspelbaar met de stelling dat hij toen al de manoeuvres van Kabila doorzien had, en dat het zeer onverstandig geweest zou zijn als hij in die omstandigheden naar Kinshasa – ‘een stad waarin presidenten door hun eigen lijfwachten worden vermoord’ – zou zijn getrokken. Nu kan hij zijn zenuwachtigheid amper in bedwang houden. Vorige week riep hij in een bevlieging heel zijn team uit Kinshasa naar Gbadolite terug, in een poging de vorming van de transitieregering te versnellen. Er waren veel interventies nodig om dit onzalige idee uit zijn hoofd te praten. Kabila zou zo’n buitenkans op nog meer vertraging niet hebben laten liggen .

Wel trok Bemba Kamitatu terug, alsook de andere helft van zijn brein, Antoine Ghonda, de discrete man met het uitgebreide netwerk die minister van Buitenlandse Zaken wordt in de nieuwe regering. Met de laatste begon hij een rondreis langs Afrikaanse hoofdsteden om te wijzen op het gebrek aan haast waarmee Kabila aan het vredesproces werkt.

Vorig weekend bestond nog altijd de hoop dat 30 juni gehaald zal worden, ondanks het feit dat ‘er nog geen witte rook was, maar er werd wel volop droog hout aangevoerd’. Het belangrijkste knelpunt bleven de topposities in het eengemaakte leger, maar er ligt een voorstel klaar dat ieders tevredenheid zou kunnen wegdragen. Het optimisme blijft: als deze doorbraak er is, zou het ineens snel kunnen gaan.

Er wordt al druk gespeculeerd over de vraag wat er zal gebeuren na de vorming van de overgangsregering, hoewel er in het Lingala – de meest verspreide taal in Congo – geen woord voor morgen bestaat (het Lingala kent alleen vandaag en niet-vandaag). Een belangrijke taak zal de voorbereiding van vrije verkiezingen zijn. Zowel Bemba als Kabila maken zich sterk dat ze die zullen winnen. Er zal natuurlijk goed op een eerlijk verloop moeten worden toegezien. Niemand is gebaat met ‘spookscenario’s’ zoals die uit Zimbabwe of Nigeria, waar de fraude van de resultaten droop.

Doordenkers opperen dat het verstandig zou zijn om eerst lokale verkiezingen te organiseren, op het niveau van de provincies, en dan hogerop te bouwen, naar de volksvertegenwoordigers toe, om pas in laatste instantie een president te kiezen. Zo zouden waarnemers een goed zicht krijgen op wat het Congolese volk in de zeer verscheiden regio’s van het immense land wil. Als er eerst presidentsverkiezingen zouden komen, zou het resultaat daarvan alle volgende verkiezingen beïnvloeden.

Aan wat er zal gebeuren, mocht de transitieregering in extremis toch niet in de steigers geraken, durft niemand te denken. Zelfs als 30 juni niet gehaald wordt, dreigt al de catastrofe. ‘De sponsors van het land zullen het niet halen van deze cruciale datum als een atoombom ervaren’, beweert Kamitatu onomwonden. ‘Instanties als de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds willen eindelijk weten wie hun aanspreekpunten zullen zijn. Het zou rampzalig zijn, mochten ze zich nu uit het land terugtrekken. Daarom moet die regering er komen. En op tijd.’

Ook het Congolese volk zou mateloos teleurgesteld zijn als het weer niks wordt. ‘Onze leiders lijken niet te beseffen hoeveel pijn wij lijden onder de huidige situatie’, stelt chauffeur Albert in Kinshasa. ‘De bevolking koestert grote hoop dat het na 30 juni eindelijk beter zal gaan.’ De druk van de Congolese publieke opinie is een niet te onderschatten factor in het vredesproces geworden.

Dirk Draulans

De transitie zal uitdraaien op een strijd tussen president Kabila en rebellenchef Bemba.

Door het getreuzel van de president zijn de rebellenbewegingen verzwakt geraakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content