‘IK WIL GEEN SECONDE TERUG. IK WIL ALLEEN VOORUIT’

Halverwege de jaren zestig woonde Isabel Allende een jaar in Brussel. 'Dat jaar heeft me geleerd dat mijn cultuur niet superieur is aan die van anderen.' © REDUX/REPORTERS

Met bijna 60 miljoen verkochte boeken is Isabel Allende de meest gelezen Spaanstalige schrijfster ter wereld. Knack sprak met haar over leven en werk, over haar geboorteland Chili en haar huidige land Amerika. ‘De mensen hier zijn ontgoocheld in Obama. Maar hij bepaalt de wetten niet – dit is niet zoals in Chili ten tijde van Pinochet.’

Ze heeft net een nieuw boek klaar, zegt ze trots, maar het is nog even wachten. Begin volgend jaar verschijnt de Nederlandse vertaling van Ripper, de allereerste thriller van de wereldberoemde Chileens-Amerikaanse schrijfster Isabel Allende (71). ‘Vermoedelijk wordt het meteen ook de laatste’, zegt ze. ‘Het thrillergenre is nogal apart: tijdens het schrijven moet je veel aandacht besteden aan timing, en je moet de lezer zoveel mogelijk op het verkeerde been zetten. Voor één keer was dat fun. Mijn man schrijft misdaadverhalen, en hij heeft me de eerste voorzet gegeven. Daarna ben ik een cursus misdaadschrijven gaan volgen, heb ik een congres van thrillerschrijvers bijgewoond, en lange gesprekken gevoerd met een forensische dokter en een paar politie-inspecteurs.’

We zitten in de spreekkamer van het kantoor dat Allende samen met haar man, advocaat en thrillerauteur Willie Gordon, betrekt in het piepkleine stadje Sausalito in de San Francisco Bay Area. Aan de overkant van de Golden Gate Bridge bruist het leven in grootstad San Francisco; aan deze kant wordt de stilte alleen verstoord door de krijsende meeuwen in de jachthaven vlakbij.

In 1975 ontvluchtte Isabel Allende haar vaderland, Chili. Twee jaar na de militaire staatsgreep door generaal Augusto Pinochet werd de grond er te heet onder haar voeten. ‘Als ik me heel erg gedeisd had gehouden, had ik misschien wel kunnen blijven’, zegt het achternichtje van de in 1973 aan de kant gezette en vermoedelijk vermoorde president Salvador Allende. ‘Maar ik werkte als journalist en had mijn eigen tv-programma. Dan is het onmogelijk om low profile te blijven.’

Allende vestigde zich in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. Ruim tien jaar later trouwde ze met Willie Gordon en volgde ze hem naar San Francisco. Halverwege de jaren zestig woonde ze een jaar in Brussel. ‘Ik had een beurs om een stage te volgen in een programma dat door de Belgische overheid georganiseerd werd voor Congolese mannen. Ik vermoed dat ze me per vergissing bij hen ingedeeld hadden. Ik was de enige vrouw tussen dertig mannen. Ze waren duidelijk nog nooit met een mondige vrouw in aanraking gekomen en ze behandelden me als vuil. Dus probeerde ik mijn Congolese stagegenoten uit te leggen dat in mijn land de vloer niet aangeveegd wordt met vrouwen, dat je als man niet met je gulp open het vrouwentoilet binnenstapt, en dat je een vrouw niet opzijduwt om als eerste door de deur te stormen. Ik kreeg als antwoord dat ook zij zich door mij geschoffeerd voelden. Want ik wou altijd eerst door die deur en schoof aan hun tafel aan, terwijl vrouwen in Congo nooit aan de mannentafel aten. Op dat moment besefte ik dat zij minstens evenveel aanstoot namen aan mijn ‘slechte manieren’ als ik aan die van hen. Dat jaar in Brussel heeft me geleerd dat mijn cultuur niet superieur is aan die van anderen.’

Ook niet als die andere cultuur vrouwen als minderwaardig beschouwt?

IsabelAllende: Ik wil niet gediscrimineerd worden en ik ben heel progressief. In de jaren zestig was ik een strijdende feministe, en dat ben ik nog altijd. Maar ik begreep toen dat je sommige diep ingesleten gewoonten niet kunt veranderen door dwingende maatregelen op te leggen, en dat je veranderingen niet met geweld kunt afdwingen. Dat is een langzaam proces. Ik ben ervan overtuigd dat mijn Congolese stagegenoten toen iets van mij geleerd hebben, net als ik van hen. Zij hebben me duidelijk gemaakt dat ik minder pusherig moet zijn en dat ik me meer bewust moet worden van de behoeften van anderen.

Heeft die Brusselse ervaring u ook geholpen toen u als Chileense immigrant terechtkwam in de VS, smeltkroes van culturen?

Allende: Ik ben een dochter van diplomaten en ik denk dat ik me daardoor makkelijk aanpas. Van jongs af aan reisde ik met mijn stiefvader de wereld rond en leefde ik tussen andere culturen. Ik moest telkens weer afscheid nemen. Na de dood van oom Salvador werd ik een politieke vluchteling, en woonde ik jarenlang in Venezuela. Toen ik naar San Francisco verhuisde, had ik dus al heel wat ‘ervaring’.

Door met een Amerikaan te trouwen, ben ik op een volstrekt legale manier de VS binnengekomen en heb ik nooit de afschuwelijke problemen gehad die zo veel anderen dagelijks moeten overwinnen. Er leven miljoenen illegale latino’s in de VS en hun bestaan is echt geen pretje. Mijn stichting, The Isabel Allende Foundation, werkt onder andere met Latijns-Amerikaanse vrouwen die hier al jaren verblijven en kinderen hebben die hier geboren zijn. Ze hebben een leven uitgebouwd, maar kunnen op elk moment opgepakt worden door de politie. Mijn mede-Amerikanen vinden het fijn dat illegale latino’s het vuile werk opknappen, maar zodra die mensen hun job gedaan hebben, wordt van hen verwacht dat ze uit het straatbeeld verdwijnen. Zo werkt het natuurlijk niet: je kunt geen geglobaliseerde wereld hebben voor alles, behalve voor mensen. Wie globale technologie, universeel geld en een wereldeconomie wil, moet ook voorstander zijn van open grenzen voor iedereen.

Tijdens de verkiezingscampagne van 2008 beloofde toenmalig presidentskandidaat Barack Obama een hervorming van de immigratiewet waardoor illegale latino’s uitzicht zouden krijgen op een legaal statuut. Obama is nu bezig aan zijn tweede ambtstermijn, maar die hervorming is er nog altijd niet.

Allende: Ik geloof echt dat de president van goede wil is, alleen is hij niet de enige die daarover beslist: zo’n hervorming moet passeren via het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. De VS hebben geen presidentieel regime waarbij één man de wetten bepaalt. Het is hier niet zoals in Chili ten tijde van Pinochet, hé. Het is gemakkelijk om Obama de schuld te geven van alles wat verkeerd gaat, maar dat is onterecht.

Toch zijn veel Amerikanen zwaar teleurgesteld in hun president.

Allende: Ja, dat is waar. Obama zorgde voor zo veel hoop. De mensen die voor hem stemden, verwachtten te veel, en degenen die niet voor hem stemden, haatten hem uit de grond van hun hart. De progressieven zijn teleurgesteld en vinden dat hij niet genoeg gedaan heeft. Degenen die tegen hem zijn, vinden dan weer dat hij een uiterst links beleid voert. Ze beweren zelfs dat hij geen Amerikaan is, maar een marxist, een moslim en een spion. Totaal geschift.

President Obama krijgt van zijn tegenstanders het onterechte verwijt dat hij een marxist is, terwijl uw oom Salvador Allende pas een échte marxist was.

Allende: Wees daar maar zeker van. Salvadors vader was een van de stichters van de socialistische partij van Chili. Ik was nog een kind toen oom Salvador al minister van Volksgezondheid was.

Wat voor iemand was hij?

Allende: Hij kon heel ironisch uit de hoek komen. Hij sliep heel weinig, en de uren van de dag die hij over had, gebruikte hij om te studeren. Hij had een fenomenaal geheugen, waardoor het leek alsof hij over álles kon meepraten. Hij durfde het aan om zonder lijfwachten met een grote groep boze tegenstanders in discussie te gaan, wat hem respect opleverde. Maar hij was ook ijdel – hij was verzot op mooie kostuums, en op kunst.

Wat misschien een beetje eigenaardig is voor een volbloed socialist?

Allende: Dat was het ook, zeker eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Het socialisme van vandaag heeft een andere inhoud dan het socialisme tijdens de Koude Oorlog. Amerikanen snappen het verschil niet tussen socialisme en communisme. Indertijd vonden ze het een ware schande dat zo’n socialist als Allende een Italiaans jasje en modieuze schoenen droeg. (lacht) Ze vonden dat hij er hoorde uit te zien als een guerrillero, als een kloon van Che Guevara. Nou, nee. Oom Salvador had een uitgebreide kunstcollectie en een grote verzameling gesigneerde boeken. Veel romans en kunstwerken waren cadeautjes van sympathiserende Latijns-Amerikaanse schrijvers en artiesten. Hij hield niet alleen van kunst, maar ook van vrouwelijk schoon: er liepen altijd bloedmooie vrouwen in zijn omgeving rond.

U bent piepjong in de journalistiek gestapt. Wou u ook de wereld veranderen?

Allende: Ik was zestien toen ik van school ging – in die tijd kon je in Chili nog zonder diploma als journalist beginnen. Maar ik ben niet in de journalistiek gegaan omdat ik hoopte om dingen in beweging te zetten, nee. Ik hield gewoon van schrijven en verhalen vertellen. Ik vond het heerlijk om op straat rond te dwalen en nieuws te rapen. En ik stampte graag tegen de schenen van de mannen. Als feministe wou ik van de wereld een vrouwvriendelijker plek maken.

Want Chili was een macholand?

Allende: Ja, en dat is het nog altijd, ook al zijn er twee vrouwen in de running voor de presidentsverkiezingen van november. De Chileense vrouwen staan nu sterk en zijn goed georganiseerd, maar de samenleving is doordrongen van die machomentaliteit. Natuurlijk wou ik als journalist die macho’s een geweten schoppen, maar in de eerste plaats wou ik verhalen vertellen.

De dichter Pablo Neruda zette u op het spoor van de literatuur?

Allende: Het was augustus 1973, twee jaar nadat hij de Nobelprijs voor de literatuur gewonnen had en een maand voor de staatsgreep. Neruda was erg ziek: hij had kanker. Hij was een goede vriend van Salvador Allende en een volbloed communist. Eigenlijk was hij voorbestemd om president te worden. De Unidad Popular, een coalitie van socialistische, communistische en links-liberale partijen, had eerst aan hem gevraagd om hun boegbeeld voor de presidentsverkiezingen van 1970 te worden, maar hij haakte af. Toen viel hun keuze op Salvador Allende.

Pablo Neruda woonde in het kleine kuststadje Isla Negra, je kunt er zijn huis nog bezoeken. Hij nodigde me er uit voor een lang gesprek, en zei dat hij me een waardeloze journalist vond. ‘Jij bent niet objectief, je liegt de hele tijd en het zou me niet verwonderen dat je je verhalen fantaseert. Je kunt beter literatuur gaan schrijven.’

Fabuleerde u echt uw reportages bij elkaar?

Allende: Natuurlijk. En misschien lieg ik nu nog altijd. (lacht) Neruda zei ook: ‘Alles wat des duivels is in de journalistiek, wordt een deugd in de literatuur.’ Het gleed toen een beetje van me af, het zou nog tot 1981 duren voordat ik mijn eerste roman zou schrijven.

In de jaren zeventig grepen in veel Latijns-Amerikaanse landen de militairen de macht. Waar kwam die hang naar het autoritaire vandaan?

Allende: Wij hebben niet het trage proces van opbouw van democratie gekend zoals de Europeanen, of de schepping van een democratie zoals in de VS. Maar onze dictaturen waren ook een gevolg van het Amerikaanse beleid. De Amerikaanse regering ondersteunde de Latijns-Amerikaanse militaire dictaturen omdat ze veel makkelijker deals kon sluiten met militairen dan met verkozen politici. Generaals lieten zich nu eenmaal omkopen met geld en wapens. Amerikaanse politici verheerlijken hun idealen van vrijheid, democratie en onafhankelijkheid, maar ze zagen er veertig jaar geleden geen graten in om hun Latijns-Amerikaanse buren regimes op te dringen die ze zelf nooit zouden hebben getolereerd. Na de coup in Chili zei Henry Kissinger: ‘We kunnen dat land toch niet communistisch laten worden omdat de bevolking dat wil?’ En kijk, nu focussen de Amerikanen zich op het Midden-Oosten, waar ze net dezelfde fouten maken als bij ons indertijd.

In 1999 kwam Hugo Chavez aan de macht in Venezuela. Beschouwt u hem als een erfgenaam van Salvador Allende?

Allende: Eerder als een leerling van Fidel Castro. Voor Chavez was het een geschenk uit de hemel dat de VS partij kozen tegen hem, want die tegenstand bezorgde hem in eigen land geloofwaardigheid. Dankzij het Venezolaanse oliegeld kreeg hij macht en invloed in de rest van Latijns-Amerika. In 1975 vluchtte ik met mijn gezin naar Venezuela, na Saudi-Arabië was dat toen het rijkste land ter wereld. Ik kwam vanuit een land dat economisch in puin lag en waar de burgers bang waren voor de repressie. Chili was een somber land, met een zware, bedrukte sfeer. Toen ik in Venezuela aankwam, was alles groen, hedonistisch en erotisch, met gouden stranden en sexy mannen en vrouwen. Dankzij de olie stroomde het geld binnen. De rijken van Caracas vlogen naar Miami om cadeautjes te kopen voor hun jarige kinderen. Zelfs de eieren voor het ontbijt werden aangevlogen uit Miami. Vreemdelingen zoals ik vonden er snel een job: ik ging er weer aan de slag als journalist. Er heerste een aparte sfeer, een bizarre mix van vrijheid en chaos. Ik kwam uit een overgeorganiseerd, overgereguleerd land en ik had het erg zwaar om me aan te passen. Het was alsof ik op een andere planeet geland was. Het duurde een tijdje voordat ik doorhad dat het leven in Venezuela best fijn was.

Wat betekende het voor u toen Pinochet in oktober 1998 gearresteerd werd in Londen?

Allende: Dat was fantastisch. Ik was toevallig in Chili. Pinochet werd gearresteerd in Londen en in 24 uur tijd veranderde de sfeer in het land totáál. Hij werd niet langer eerbiedig ‘voormalige president’ of ‘senator voor het leven’ genoemd, maar ‘de dictator’. In plaats van ‘de generaal’ had iedereen het nu over ‘Pinochet’. Er werd gevierd in de straten, maar er waren ook tegenbetogingen.

Ik was ook in Chili op de dertigste verjaardag van de coup, in 2003, het jaar dat ik Amerikaans staatsburger werd. In dat herdenkingsjaar werden er over heel Chili tentoonstellingen georganiseerd, lezingen gehouden en verschenen er boeken en artikels. Overal kon je de waarheid zien en lezen over wat er onder Pinochet gebeurd was. De waarheid over de terreur onder de dictatuur lag open en bloot op straat. Sinds 2003 kan geen enkele Chileen nog ontkennen wat er gebeurd is, en toch blijven nogal wat mensen de dictatuur vergoelijken. Sommigen zeggen: ‘Het alternatief was een communistische dictator. Pinochet redde het land en bracht economische welvaart.’ Wat niet waar is: de welvaart kwam later, samen met de democratie. De helft van de Chilenen blijft geloven dat we tijdens de dictatuur een fijne tijd beleefden. De rechtse partijen zijn nog altijd heel machtig, en economisch hebben ze het land zelfs in handen.

Ik vind trouwens dat de slachtoffers nog altijd niet het eerbetoon gekregen hebben dat ze verdienen. De aanhangers van het regime zwijgen, de slachtoffers sterven uit, en de nieuwe generatie wil er niets over horen. De dictatuur is niet het verhaal van de jonge Chilenen. Ze willen de schuld niet dragen voor wat hun grootouders uitgespookt hebben.

Leert de mens wel uit de fouten van het verleden?

Allende: Op termijn wel. Ik geloof niet dat de mensheid in cirkels blijft ronddraaien, we maken een spiraalbeweging waardoor het lijkt alsof we telkens weer dezelfde plaatsen passeren. Maar we leren bij. Ik ben nu 71 en heb in mijn leven bijzonder positieve veranderingen meegemaakt. Toen ik geboren werd, was de Holocaust in volle gang, en een paar jaar later dropten ze de bommen op Hiroshima en Nagasaki. Op dat moment bestond de Verklaring van de Rechten van de Mens nog niet, was kinderarbeid nog niet aan banden gelegd, waren er geen rechten voor arbeiders, en bestond het woord ‘feminisme’ niet eens. Ik heb al die veranderingen in mijn leven mogen meemaken. Ik durf gerust te zeggen: vroeger was het niet beter. Het is nog nooit zo goed geweest als nu. En het zal nóg beter worden. Dat zeg ik ook tegen mijn kleinkinderen: ‘Ik wil geen seconde terug. Ik wil alleen vooruit.’

U hebt ondertussen twintig boeken geschreven. Is het succes een motor om te blijven schrijven?

Allende: Mijn eerste roman, Het huis van de geesten, móést ik gewoon schrijven: dat boek zat in me. Maar als het een flop geworden was, had ik waarschijnlijk de moed niet gevonden om aan een tweede roman te beginnen. Een boek schrijven, is tezelfdertijd fantastisch en verschrikkelijk. Ik leef zelf de levens van mijn personages. Tijdens het schrijfproces ben ik bang en hoopvol tegelijk.

Na de dood van uw dochter Paula in 1993 kreeg u een writer’s block.

Allende: Drie jaar lang kon ik niet schrijven. Schrijven vreet al je fysieke en mentale energie op, het is net als een baby ter wereld brengen. Na de dood van Paula kon ik het niet opbrengen om al mijn energie in een nieuwe roman te stoppen. De dood van mijn dochter heeft een ander mens van me gemaakt en daardoor ook een andere schrijver. De jaren ervoor was ik hyperactief, gepassioneerd en altijd in het getouw. Na haar dood trok ik me terug in mezelf, werd ik stiller, en dat is in de loop der jaren alleen maar sterker geworden. Ik ben nu graag alleen.

Tot slot: hebt u ooit overwogen om terug te keren naar Chili?

Allende: Nee. Mijn zoon, schoondochter en kleinkinderen wonen vlakbij en ik wil ze dicht bij me. Als je in een ‘vreemd land’ gaat leven, wordt familie heel belangrijk. Elke migrant hecht zich aan een kleine groep gelijkgezinde mensen. Op de een of andere manier vormen die dierbaren in dat nieuwe, vreemde land, jouw eigen kleine land.

Isabel Allende, Ripper, wereldbibliotheek, verschijnt in januari 2014.

DOOR JAN STEVENS IN CALIFORNIË

‘Neruda vond me een waardeloze journalist. “Jij bent niet objectief, en het zou me niet verwonderen dat je je verhalen verzint. Je kunt beter literatuur gaan schrijven.”‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content