Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Lionel Vandenberghe is de eerste voorzitter van het IJzerbedevaartcomité die is overgestapt naar de actieve politiek. Tot verbazing van velen, tot ergernis van enkelen.

Samen met Hugo Schiltz en Paul Van Grembergen is de intussen 60-jarige Lionel Vandenberghe een van de veteranen bij Spirit. ”t Is wel even wennen aan dat sms’ende volkje rond de tafel,’ zegt de oud-voorzitter van het IJzerbedevaartcomité.

Tijdens de laatste weken van augustus ontruimt hij zijn bureau op de UFSIA-campus, waar hij tot voor kort directeur was van de dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding. Op zondag 31 augustus trekt hij opnieuw naar Diksmuide, maar nu als een gewone IJzerbedevaarder.

Wat heeft u overtuigd om toch in de politiek te stappen?

LIONEL VANDENBERGHE: In oktober vorig jaar werd ik gebeld door Geert Lambert, die ik al van vroeger kende. Aanvankelijk dacht ik dat hij mijn mening wilde kennen over de gang van zaken met N-VA en Spirit. Maar toen hij voorstelde om samen met Bert Anciaux thuis bij Els Van Weert af te spreken, wist ik dat er wat anders op het spel stond. Uiteindelijk was het een lang gesprek met Paul Van Grembergen dat me over de brug heeft gehaald. Voor hem en voor mij is het belangrijk dat de stem van de progressieve Vlaamse Beweging in de politiek gehoord wordt.

U was nooit lid van een partij?

VANDENBERGHE: Sedert de acties rond Leuven-Vlaams heb ik nooit nog een partijkaart gehad. Toen was ik een tijdje VU-lid. Maurits Van Haegendoren had me voor de gemeenteraadsverkiezingen gevraagd om op de VU-lijst van Leuven te staan. Maar dat kon niet, want ik woonde nog in mijn geboortedorp, Houtem, bij Veurne.

Ik ben altijd actief geweest in de Vlaamse Beweging: in de Vlaamse Volksbeweging, in het Davidsfonds, met Willy Kuijpers in de groep rond Nieuw Vlaanderen. Zo ben ik, via Paul Daels, in het IJzerbedevaartcomité beland. Ik stond daar voor ‘de verjonging’.

De contacten met de Vlaamse politieke partijen heb ik altijd bewaard. Ook met de CVP. Destijds – Knack heeft het nog uitgebracht – stelde Johan Van Hecke me voor om gecoöpteerd senator te worden. Omwille van de IJzerbedevaart, waar we toen wrijvingen hadden met extreem-rechts, heb ik zijn aanbod afgewezen.

Uw voorzitterschap van het IJzerbedevaartcomité was geen gelukkige periode?

VANDENBERGHE: De miserie begon in 1995. Ik was, in 1989, na de dood van Paul Daels, als kandidaat van de progressieve groep, met één stem verschil verkozen. De tegenkandidaat was Clem De Ridder van het Davidsfonds. Een beperkte groep binnen het comité heeft mij nooit aanvaard, omdat ik een minimalist was. Vandaar de voortdurende misverstanden en spanningen.

Anton van Wilderode, voor wie ik veel respect had, kreeg het moeilijk met een aantal zaken. Er was professor Michiel Debackere, die van een brutaliteit was die ik in academische kringen voor onmogelijk hield. Toen een aantal comitéleden herverkozen moest worden waren er vijf, onder wie Debackere, die het niet haalden. Een ander lid, een Vlaams Blokker, werd evenmin herkozen. Waarop zeven andere leden ontslag namen. Toen kwam ook Lieven Van Gerven, van het Davidsfonds, zich met de zaak bemoeien. Nam hem Aloïs Gerlo, de oud-voorzitter van het Vermeylenfonds. Ik vroeg Gerlo: ‘Bent u ooit op de IJzerbedevaart geweest?’ Nee! Hij was er nooit geweest. En zo ging het van kwaad tot erger.

Eerst werd er betoogd op de bedevaartweide; het jaar daarop op de andere IJzeroever. Dan was er weer een alternatieve bedevaart.

Maar we hebben telkens stand gehouden. Als ik een verdienste opeis, dan is het dat ik de openheid en verjonging in het IJzerbedevaartcomité heb binnengebracht. We hebben ook de IJzertoren gerestaureerd, het museum uitgebouwd. Er komen daar nu, op die vlek in de Westhoek, nagenoeg honderdduizend bezoekers per jaar. Voor de vredesconcerten, volgend jaar aan de derde editie toe, halen we om en bij tienduizend bezoekers, wat méér is dan voor de bedevaart.

Met de herrie van vorig jaar vond ik het stilaan welletjes worden. Maar omdat ik eerst de bouw van het museum tot een goed einde wilde brengen heb ik me nog een keer laten herverkiezen. Maar toen kwamen de fysieke bedreigingen, de dreigbrieven. Daarmee was de maat vol.

Hoe groot is uw vertrouwen in Bert Anciaux, want geen toonbeeld van standvastigheid?

VANDENBERGHE: Ik heb geen negatieve ervaring met Anciaux. Spirit is veel meer dan Anciaux. Bovendien stel ik vast dat Els Van Weert een bijzonder grote inbreng heeft. Die partij telt veel interessant jong volk. Ik voel me daar thuis. Bij het IJzerbedevaartcomité was het voortdurend op eieren wandelen. Hier kan ik vlakaf mijn gedacht zeggen.

Toch is het samengaan van Vlaams-nationalisten met de socialisten niet evident. De relatie met de socialisten was nooit hartelijk.

VANDENBERGHE: ’t Is nog erger. Ik ben ook nog een praktiserend katholiek die ooit actief was in de opleiding van pastorale werkers. Maar Robert Voorhamme gaf het ooit toe: de socialistische beweging heeft de aansluiting met de Vlaamse Beweging gemist. Als Voorhamme zoiets zegt, dan is er duidelijk wat veranderd bij de socialisten.

Ook bij de Vlaamse socialisten zijn ze intussen voorstander van een grotere autonomie voor Vlaanderen en homogenere bevoegdheden. Ze weten ook dat het niet kan dat zeven ministers worden bijeengroepen om zich over de ozonproblemen te beraden.

Maar een traditionele socialist als Jef Sleeckx had dan weer moeite met uw komst?

VANDENBERGHE: In een gesprek met Gazet van Antwerpen zei Sleeckx, die mij overigens niet kent: ‘Hoe valt Willockx te verzoenen met Vandenberghe?’ Maar uitgerekend met Willockx had ik een heel goed contact over de amnestiekwestie, ook al verschillen we van mening over de inrichting van de Belgische staat.

Het is niet gemakkelijk om uit te leggen waarom we de sociale zekerheid en de ontwikkelingssamenwerking willen splitsen. De SP.A-mensen daarvan overtuigen is de opdracht van Spirit. Zoals we de Franssprekenden destijds hebben overtuigd van de goede zin van de overheveling van het onderwijs naar de gemeenschappen. Zo zal het gaan met de sociale zekerheid. En we hebben gezien dat Frank Vandenbroucke in de vorige regeerperiode al een stukje die richting uitging.

Maar hij zit niet meer op Sociale Zaken. Twee maanden voor de jongste verkiezingen viel te vernemen dat de PS hem daar weg wilde.

VANDENBERGHE: En hij zit nu op Werkgelegenheid, dat toch een kapitaal departement is. Bovendien staat in het regeerakkoord dat er werk wordt gemaakt van het rechttrekken van ontsporingen in de gezondheidszorg.

Dat rechttrekken zal wel gebeuren zoals Elio Di Rupo het wil?

VANDENBERGHE: Maar het staat toch in het regeerakkoord!

U heeft dus een groot vertrouwen in de samenwerking met SP.A?

VANDENBERGHE Zeer zeker. Ik zit daar als enige Spirit-senator. Toch heb ik in het debat over de regionalisering van de wapenuitvoer ongestoord mijn verklaring kunnen afleggen. Iedereen wist hoe ik daarover dacht

Tijdens de vorige IJzerbedevaart zei u nog dat de wapenuitvoer naar Nepal een regeringscrisis waard was.

VANDENBERGHE: De wapenuitvoer was, feitelijk, al geregionaliseerd. Een Franstalige minister, Louis Michel, besliste voor de Franstalige bedrijven, een Vlaams minister, Annemie Neyts, voor Vlaanderen. Voorheen hadden we de regionalisering van het ‘niet weten’, dit is de regionalisering van ‘het geweten’.

Wie autonomie wil, die zal ook consequent blijven. Elke gemeenschap moet nu zelf over de wapenuitvoer beslissen en zich daarbij richten op de Europese gedragscode.

Trouwens, uit een recent rapport hebben we vernomen dat Vlaanderen voor grote problemen komt te staan. Onze wapenuitvoer is met veertig procent gestegen. Drie hoogtechnologische bedrijven in Kortrijk, Oostkamp en Oudenaarde zijn daar verantwoordelijk voor. We zijn gewaarschuwd.

Vreest u niet dat uw overstap naar de politiek het einde betekent van de IJzerbedevaart? Sommige politici die in het verleden aanwezig waren op de bedevaart dreigen nu af te haken.

VANDENBERGHE: Die belangstelling van politici voor de IJzerbedevaart is van recente datum. Vroeger was de bedevaart een VU-manifestatie. Paul Daels heeft als eerste getracht de deuren voor anderen open te zetten.

Dat later Luc Van den Brande naar de bedevaart kwam, heb ik zelfs aangemoedigd. Het is goed dat de minister-president op de bedevaart aanwezig is, want het bestaan van de Vlaamse regering is tenslotte de verwezenlijking van de zelfbestuurgedachte. Toen het Blok wegbleef, kwamen er zelfs Agalev’ers naar de weide.

U zult de komende maanden en jaren wellicht nog vaak worden geconfronteerd met uw uitspraken als voorzitter van het IJzerbedevaart-comité: ‘Waalse vrienden, laten we scheiden’ en ‘De wapenuitvoer naar Nepal is een regeringscrisis waard’.

VANDENBERGHE: Dat hoort bij het politieke spel. Soms zal het moeilijk worden, als de aanvallen komen van mensen als CD&V’er Luc Van den Brande, een charmante man met wie ik altijd heb kunnen opschieten. Maar ik kan daarmee leven, zolang we de antipolitiek maar niet voeden.

Rik Van Cauwelaert

‘De dreigbrieven waren er te veel aan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content