‘Ik koers niet met een rekenmachientje’

Je amuseren is verboden voor een profsporter. Voor Greg Van Avermaet is het net de kern van de zaak. © BelgaImages

Niet het feit dat hij won, maakt van Greg Van Avermaet een gedroomde olympische kampioen, maar de manier waarop. Hij is het soort winnaar dat het wielrennen nodig heeft.

Nog niet zo lang geleden was wielrennen een onsympathieke sport geworden. Winnen was voorbehouden voor wie het niet verdiende. Hoe cynischer, hoe meer succes: de leepste slepers gingen telkens met de bloemen aan de haal. De aanvallers, zij die ervoor zorgden dat de koers uw aandacht waard is, werden als onnozelaars beschouwd. Alleen een aanvaller die echt niet de minste ambitie had om te winnen, en het dus deed ‘om publiciteit te rapen’, was zogezegd professioneel bezig met zijn sport. Maar dan louter als voorspel tot de groten de zege slinks wegkaapten: ziedaar het scenario van vrijwel elke klassieker van de laatste twintig jaar.

Twee renners doorbreken met almaar meer succes de wurggreep van de wielertactiek en geven de sport de impuls die ze dringend nodig had: Peter Sagan en Greg Van Avermaet. De Belg won zaterdag een onmogelijk gewaande olympische titel langs het strand van Copacabana. ‘Ik dacht meteen: Rio is een kopie van Gullegem Koerse’, vertelt Wim Lagae, professor sportmarketing aan de KU Leuven. In Gullegem, een kermiskoers eind mei, ondernam Van Avermaet een dolle aanval over 150 kilometer. Tegen elke logica in won hij nog ook. ‘Wat te weinig mensen in de koers beseffen, is dat het niet alleen om winnen draait wanneer je een sport vermarkt. Wielrennen is een verhalensport. We onthouden niet de actie, zoals bij voetbal, maar de story van de koers. In dat verhaal is Van Avermaet bijna altijd de hoofdrolspeler, of hij nu wint of niet.’

Dat heeft uiteraard zijn waarde. Van Avermaet tekende net een verbeterd contract bij BMC, hoewel hij al 31 jaar is. Maar om de centen draait het eigenlijk niet bij de Hammenaar. Je amuseren is verboden voor een profsporter, plezier heet onprofessioneel te zijn. Voor Van Avermaet is het net de kern van de zaak. ‘Ik koers niet met een rekenmachientje. Ik denk op de fiets niet: oei, laat ik alsjeblieft zo weinig mogelijk energie verspillen’, vertelde hij vorige winter. ‘Deze sport is veel te hard om ze tegen je zin te doen, en ik zal de koers nooit als “mijn werk” beschouwen. Daarmee ga ik tegen de stroom in, want het wielrennen is heel berekend geworden: allemaal vast in je stramien en alles moet perfect zijn. Ik heb momenten nodig waarop ik zeg: “En nu doe ik waar ik zin in heb.”‘

Een neveneffect van iets graag doen is dat je er nooit genoeg van krijgt. Van Avermaet gunde zichzelf één feestavond in een Braziliaanse pizzatent. Toen ging de blik alweer naar het wereldkampioenschap in Qatar. De logica zegt dat de race in Doha geen koers voor hem is. De woestijnwind blaast geheid iedere aanvaller terug, wie niet wacht op de sprint (en Van Avermaet wint onmogelijk een pelotonspurt), is gezien. Of kan de olympische kampioen nóg eens voor een verrassing zorgen?

Intussen broedt Peter Sagan op een nog straffere stunt. De Slowaak wil in Rio goud winnen… in het mountainbiken. Kan niet, zal elke kenner zeggen, het is dwaas om het te proberen. Misschien hebben de critici gelijk. Maar elke sportfan zit volgende week op het puntje van zijn stoel om het Sagan te zien proberen.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Ik dacht meteen: Rio is een kopie van Gullegem Koerse.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content