‘IK HEB NOG NOOIT EEN PS’ER OM 6 UUR ‘S OCHTENDS AAN EEN STAKINGSPIKET GEZIEN’

RAOUL HEDEBOUW 'Wij zijn geen linksextremisten. Wij zijn gauche de gauche.' © FOTO'S TOM VERBRUGGEN

Ook in Franstalig België wordt de aanval op de Parti Socialiste ingezet. In het zuiden van het land komt de dreiging echter van links, waar de Parti du Travail Belge – de Franse benaming voor de PVDA – opgang maakt. ‘Wij zijn niet extreem. Wij kunnen er ook niet aan doen dat alle andere partijen opgeschoven zijn naar het centrum.’

Charleroi-Noord is in het schemerduister geen plek voor wereldverbeteraars. Tussen de schots en scheef geparkeerde auto’s sjokken hier en daar wat verdwaalde buurtbewoners. Uit een café komt luide hoempapa. Adidas en Lonsdale blijken er de toonaangevende kledingmerken. Nauwelijks enkele honderden meters verderop ziet het straatbeeld er helemaal anders uit. Aan de Université du Travail, een statig betonblok in het centrum van de stad, blaast de Parti du Travail Belge (PTB) verzamelen. PTB is de Franse naam voor de Partij Van De Arbeid, de enige partij waarvan de Vlaamse en de Franstalige afdelingen nooit gesplitst zijn. Een tachtiger met een rode vakbondspet strompelt de trappen van het gebouw op. Voor de deur proberen jongeren van de linksradicale Parti Socialiste de Lutte hun maandblad aan de man te brengen. RÉSISTONS À L’AUSTERITÉ!, het staat er in dramatisch rode inkt.

De toon voor de avond is gezet. Raoul Hedebouw, nationaal woordvoerder en Luiks lijsttrekker van PTB, stelt vanavond zijn boek Première à gauche voor. Het boek is eigenlijk een lang uitgesponnen interview, waarin Hedebouw zijn verontwaardiging en engagement uitspreekt. De aula is voor de gelegenheid aardig volgelopen. Het publiek is van diverse pluimage: studenten, partijleden en een grote delegatie vakbondsafgevaardigden. Wanneer Hedebouw even voor zevenen de faculteit binnenloopt, wordt hij onmiddellijk het centrum van de belangstelling. Zowat iedereen krijgt een hand en een kus, alsof we op een groot familiefeest zijn terechtgekomen. ‘Ondanks de traditionele rivaliteit tussen Luik en Charleroi speelt Raoul vandaag een thuismatch’, grapt ghostwriter Gilles Martin. ‘Zelfs het frietkot om de hoek heet Chez Raoul.’

Cool Raoul is een fenomeen aan gene zijde van de taalgrens. De zoon van een West-Vlaamse vader en een Limburgse moeder is perfect tweetalig. Charmant, bevlogen, rad van tong, gelegenheidsdeejay: Hedebouw is de exponent van de ‘nieuwe stijl’ van de Belgische communisten. In 2008 gooide de partij het roer om: minder hoogdravend getheoretiseer over de woorden van Lenin, meer actie aan de fabriekspoorten. De al te prominente aanbidders van Stalin en Mao werden naar de uitgang begeleid, de studiedienst werd uitgebouwd en de banden met de vakbonden werden aangehaald.

De traditionele PS-bastions brokkelen af in Charleroi. De Fédération Générale du Travail de Belgique, de Franstalige tegenhanger van het ABVV, is niet langer een volautomatische stemmengenerator voor de Parti Socialiste. In Charleroi sloeg de FGTB-afdeling vorig jaar aan het muiten, en koppelde haar wagonnetje aan de PTB. Carlo Briscollini, vicevoorzitter van de lokale FGTB-afdeling, leidt Hedebouw vanavond in, fulminerend tegen het neoliberalisme en de risico’s van de privatisering. ‘Ik woon in Dampremy, een van de armste gemeenten van Charleroi’, zegt hij met een stevig Carolo-accent. ‘Toen ik 25 jaar geleden naar Dampremy verhuisde, had je nog twee gemeenteloketten, twee postkantoren, een politiebureau, drie banken en een afdeling van het ziekenfonds. Vandaag is er niets meer. Wij zijn totaal verlaten door de overheid.’

Wanneer Hedebouw de microfoon in handen krijgt, begint de show pas echt. Met een scherp en humoristisch discours bulldozert hij over het partijpolitieke landschap, in het bijzonder de PS. ‘De PS zegt altijd maar dat de crisis zonder haar nóg erger zou zijn, maar dat is een loos argument. Dat kun je niet blijven zeggen als je al 24 jaar aan de macht bent.’ Applaus, vooral bij de vakbondsafgevaardigden. ‘De crisis is permanent, omdat het kapitalisme niet deugt’, vervolgt hij. ‘Het kapitalisme is een eindeloze neerwaartse spiraal!’ Het geklap zwelt aan. ‘Het zijn de arbeiders die de rijkdom produceren, niet het patronaat!’ Het dak gaat eraf. Na de presentatie is er een geïmproviseerde receptie. De vakbondsafgevaardigden drinken bier uit het flesje, recht uit de bak. Het geroezemoes kleurt zowel Frans als Nederlands, met nu en dan een Italiaanse krachtterm. De man met het rode vakbondspetje heeft Hedebouw een exemplaar van zijn Première à gauche in de handen geduwd. Trots toont hij het gesigneerde boek aan zijn vrouw.

‘Baksteen naar mijn kop’

De volgende ochtend heeft Hedebouw de pers bij elkaar geroepen in Luik. Hij stelt er Fréderic Gillot voor, een staalarbeider die de Luikse lijst voor het Waals Parlement zal trekken. Gillot heeft wat je noemt een karakterkop: grote neus, stevige snor, kloeke schouders. 23 jaar lang heeft hij als FGTB-afgevaardigde op de barricaden gestaan, vertelt hij, ‘zij aan zij met mijn kameraden’. Gillot is het schoolvoorbeeld van de arbeider die de voorbije jaren vervreemd is geraakt van de PS. Tot 2005 was hij zelfs voorzitter van een lokale PS-afdeling. ‘Na het Generatiepact ben ik afgehaakt’, vertelt hij op de persconferentie. ‘Ik kon er niet bij dat een socialistische partij de ouderen langer deed werken terwijl zo veel jongeren werkloos thuis zaten.’ Nerveus is hij niet bij zijn politieke debuut. ‘Ik moest als vakbondsafgevaardigde vaak spreken voor een publiek van boze arbeiders’, vertelt hij met een grimas. ‘Eén verkeerd woord en ik kreeg minstens een baksteen naar mijn kop. Dan is dit een lachertje.’

Toch moet Gillot nog wat wennen aan het leven als politicus. De fotosessie met de fotografen achteraf verloopt nog wat onwennig. Zowel Hedebouw als nationaal voorzitter Peter Mertens toont zich bijzonder tevreden met de nieuwe lijsttrekker. Het valt niet te ontkennen: de PTB heeft de wind in de zeilen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen behaalde de partij een respectabele 6,4 procent in Luik, tot zelfs 14 procent in Seraing. In de peilingen flirt PTB met de kiesdrempel. ‘Ik denk dat we alleen maar kunnen groeien’, zegt ook Hedebouw. ‘Bij de gemeenteraadsverkiezingen waren we alleen kandidaat in Luik, Seraing en Herstal, maar nu staan we er in de hele provincie. Mensen beginnen in te zien dat het niet langer nutteloos is om voor de PTB te stemmen.’

In het centrum van Luik wordt Hedebouw voortdurend aangeklampt. Voorbijrijdende buschauffeurs claxonneren, Hedebouw zwaait met een brede glimlach terug. Bij elk plein en café heeft hij wel een verhaal. ‘Hier zijn we vorig jaar eens met 250 metallo’s komen betogen tijdens de gemeenteraad’, vertelt hij terwijl hij naar het stadhuis wijst. ‘Willy Demeyer, de PS-burgemeester, vond dat niet kunnen. Hij vond dat ik geen respect had voor de democratische instellingen. Hij vergeleek ons zelfs met de rexisten van Léon Degrelle uit de jaren dertig. Terwijl net de socialistische beweging groot is geworden door op straat te komen. Ik vind het verontrustend dat een socialistisch burgemeester daar niet meer mee omkan.’

Noem de PTB geen extreemlinkse partij in zijn bijzijn. Hedebouw zelf houdt het bij gauche de gauche. ‘Wij zijn geen extremisten’, benadrukt hij. ‘Wij kunnen er ook niet aan doen dat alle andere partijen opgeschoven zijn naar het centrum. Wij zijn de enige partij die echt voor de werkmensen opkomt. Ik heb nog nooit iemand van de PS of Ecolo om zes uur ’s ochtends aan een stakingspiket gezien. Terwijl dat net hun verdomde plicht is: met de mensen op het terrein praten en in het parlement hun belangen verdedigen.’ De traditionele partijen hebben het contact met de straat verloren, vindt Hedebouw. Bij zijn partij verdient geen enkele functionaris meer dan 1600 euro per maand, hijzelf doet het met 1450 euro. ‘Als je niet leeft zoals je denkt, begin je te denken zoals je leeft’, vindt Hedebouw. ‘Vanaf de twintigste van de maand moet ik beginnen te rekenen. Ik voel het als de prijzen omhoog gaan. Politiek moet een roeping zijn, geen beroep waarmee je jezelf kunt verrijken. Hoe kun je met een maandloon van meer dan 3000 euro met je voeten in de realiteit staan? Voor alle duidelijkheid: ik heb geen enkel probleem met mensen die veel geld verdienen. Alleen is geld niet neutraal wanneer je aan politiek doet.’

Tegen betalend parkeren

We trekken naar Herstal, enkele kilometers stroomafwaarts. Herstal is wat je noemt een rood bastion. De PS is er al meer dan vijftig jaar onafgebroken aan de macht. Frédéric Daerden, zoon van voormalig pensioenminister Michel Daerden, is er burgemeester. De gemeente is een smeltkroes van minderheden die hier de voorbije decennia aanmeerden, op zoek naar werk in de zware industrie. In de winterzon geeft Herstal een kwetsbare aanblik. 21,3 procent van de actieve bevolking is werkloos, bij de jongeren is dat zelfs 36,9 procent. Nu en dan scheurt een auto door de wirwar aan verlaten straten.

Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen van 2012 behaalde de PTB er 14 procent, goed voor vier gemeenteraadsleden. De partij heeft er een actieve afdeling van Médecine pour le Peuple, de Waalse tegenhanger van Geneeskunde voor het Volk. De praktijk geeft gratis verzorging aan 1500 geregistreerde patiënten, voor wie het een forfaitair bedrag ontvangt. De Herstalse afdeling werd in 1979 mee uit de grond gestampt door de Limburgse arts Johan Vandepaer. Sinds kort zit hij in de gemeenteraad. Vandepaer zegt dat hij de gevolgen van het beleid van de regering-Di Rupo elke dag ziet. ‘We merken dat veel eenoudergezinnen amper rondkomen. Het is moeilijker om een werkloosheidsuitkering te krijgen. Veel jongeren zitten in een uitzichtloze situatie: ze vinden geen werk, er zijn te weinig sociale woningen. Enkele maanden geleden heeft een arbeider van ArcelorMittal zelfmoord gepleegd omdat hij de onzekerheid niet langer aankon. Ik kan niet zeggen dat het me verbaasde. Door de onzekere toekomst vechten veel arbeiders tegen een depressie.’

Net als de partij wordt de dokterspraktijk in sneltempo uitgebouwd. De binnendeuren van het bureau zijn dichtgespijkerd en de binnentuin is een puinhoop van betongruis. Over een jaar moeten drie nieuwe kabinetten operationeel zijn, maar voorlopig is het behelpen. Achter in het gebouw zijn er twee kleine kamertjes opgetrokken, die als provisoir dokterskabinet dienstdoen. De scheidingsmuren zijn opgetrokken uit gipsplaten, om de patiënten niet in een complete bouwval te hoeven ontvangen.

Ook in Herstal pakt de PTB al lang niet meer uit met de dictatuur van het proletariaat om het kiespubliek aan haar kant te krijgen. De strijd tegen het betalend parkeren is momenteel de politieke corebusiness van de lokale partijafdeling. ‘Dat is het laatste ideetje van onze burgemeester’, sakkert Maxime Liradelfo, met zijn 28 jaar het jongste PTB-gemeenteraadslid. ‘Hij wil betalend parkeren invoeren in het centrum. Inwoners moeten 80 euro per jaar betalen om hun tweede auto te mogen parkeren. Dat is veel voor een arme gemeente als Herstal.’ Ook de manier waarop het stadsbestuur de maatregel invoerde, stuit Liradelfo tegen de borst. ‘Ze hebben de controle uitbesteed aan een bedrijf dat zowat alle winst mag opstrijken. De stad krijgt amper 9 procent van de winst, en dat is alleen omdat wij geprotesteerd hebben. Eerst kreeg het bedrijf 97 procent van de opbrengst.’

De jongens van bus 5

Een paar honderd meter verderop toont Hedebouw ons het Athénée Royal de Herstal, zijn oude school. We nemen de bus die hem vroeger naar school bracht. Bus 5 is zowat het symbool van zijn engagement. ‘Toen ik naar de middelbare school ging, nam ik deze bus elke dag, met mijn vrienden uit de buurt. In de loop der jaren heb ik ze één voor één zien afvallen. Toen ik enkele jaren later naar de universiteit ging, was ik de énige van de wijk die nog studeerde. Ik zag de sociale uitsluiting van ons onderwijs elke ochtend op de bus.’ Binnenin blijkt de bus een doorsnede van de Herstalse bevolking. Een jong koppel met een sjofele kinderwagen schuifelt voorzichtig naar het middenstuk. Twee arbeiders in bevlekte overalls kijken ons wat wantrouwig aan. Op de tweede rij zit een Kroaat met een trainingspak van voetbalclub Hajduk Split naast een warm ingeduffelde zwarte dame. Achterin zitten twee jonge vrouwen met een hoofddoek in het Berbers te keuvelen. De deuren sluiten. Steunend rijdt de bus voorbij een rij avontuurlijk geparkeerde auto’s richting Maas.

Het echte middelpunt van Herstal is geen marktplein of kathedraal, maar FN, de wapenfabriek die ooit zowat de hele gemeente werk gaf. Het mastodontische fabrieksgebouw is omgeven door smalle straatjes, grauwe huisjes, bemoste daken die kriskras in elkaar overlopen. Heel wat huizen staan te koop. Een in onbruik geraakte rail doorkruist de straat. Ruimtelijke ordening à la belge. Op een fietser na zijn de straten rond de fabriek verlaten. Ooit zorgde de fabriek voor meer dan tienduizend arbeidsplaatsen. Vandaag zijn dat er iets meer dan duizend. De fabriek is sinds 1997 in handen van het Waals Gewest, maar een echte garantie is dat niet. ‘De fabriek is dan wel in handen van de staat, maar er is te veel privaat management’, vindt Hedebouw. ‘Het Gewest heeft aandelen gekocht om een beetje controle te hebben, maar grijpt niet in. Wij willen de belangrijkste industrieën kunnen aansturen om de werkzekerheid te garanderen.’

Le Coin Doré, een volkscafé in de schaduw van de fabriek. Ondanks het rookverbod paffen de stamgasten er duchtig op los. ‘Eh Raoul, on ne parle que de Frédéric Daerden ici’, grijnst een tooghanger wanneer Hedebouw aan de bar bestelt. Hij geeft de man schaterend een schouderklopje. Een voorbijgangster herkent Hedebouw en gaat met hem op de foto. Wanneer we hem naar zijn voorbeelden in de Belgische politiek vragen, noemt hij twee verrassende namen: Jean-Luc Dehaene en Didier Reynders. ‘Dehaene is een asociale bulldozer geweest, en met Reynders kom ik op vrijwel geen enkel punt overeen, maar ze zeggen tenminste waar het op staat. Ik mis het echte debat in de Belgische politiek. Niemand durft de basis van onze maatschappij nog ter discussie te stellen.’

Het socialisme van de 21e eeuw, dat is zijn ultieme doel. ‘We kunnen niet meer verder met het kapitalisme zoals dat vandaag wordt ingevuld. De liberale idee dat concurrentie alles oplost, klopt gewoon niet. We hebben tijdens de bankencrisis een fundamentele kans gemist. We hadden toen een groot debat moeten houden over hoe we onze maatschappij moeten organiseren, maar er is niets veranderd. Onze bankenwet is minder streng dan de Britse en de Amerikaanse, en dat zijn echt geen marxisten.’

We nemen afscheid. Hedebouw neemt de bus terug naar Luik. Nog achttien weken en twee dagen tot verkiezingsdag. ‘Ik heb het al afgesproken met Peter Mertens: op 26 mei drinken we samen een koffie in de cafetaria van de Kamer. Ik kijk er nu al naar uit. Ça va bouger.’

DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO’S TOM VERBRUGGEN

Bij zijn partij verdient geen enkele functionaris meer dan 1600 euro per maand, hijzelf doet het met 1450 euro.

‘Een arbeider van ArcelorMittal heeft zelfmoord gepleegd omdat hij de onzekerheid niet meer aankon. Het verbaasde me niks.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content