“Hij is een wat ouderwets type, maar in feite echt een monster van deze tijd.” Atom Egoyan over “Felicia’s Journey”, zijn sprookje over een serial killer.

Het draait in de films van Atom Egoyan – in 1939 geboren in Caïro uit Armeense ouders; het gezin immigreerde al vroeg naar Canada – vaak om seksuele pathologie en kwesties van verwrongen identiteit. Dat is niet anders in zijn achtste film Felicia’s Journey, waarin hij het verhaal vertelt van een kennelijk zachtmoedige serial killer (Bob Hoskins) die zich “ontfermt” over een verdwaald Iers meisje (Elaine Cassidy) dat in het industriële Engeland op zoek is naar de jongen die haar zwanger maakte. Deze bewerking van een roman van de Ierse schrijver William Trevor is meteen ook Egoyans eerste thriller, de eerste film die hij niet zelf produceerde en de eerste film die hij niet in Canada draaide. Liefhebbers van het zeer herkenbare werk van de cineast van The Adjuster, Exotica en The Sweet Hereafter mogen echter gerust zijn: Felicia’s Journey (vanaf 5 januari in de bioscoop) is vanaf het eerste tot het laatste beeld pure Egoyan – van de dreiging van de duistere, roofzuchtige vaderfiguur tot de obsessie met onschuldige kleine meisjes; van de fixatie voor familiegeheimen tot de tot fetisj gemaakte videoregistraties; van de bizarre charme van de vervreemding tot de nood aan gemeenschapszin.

“Felicia’s Journey” is het verhaal van een monster, maar we zien hem niet als een monster.

Atom Egoyan: Toen ik de roman van William Trevor las, was ik verbaasd hoe sterk het allemaal aanleunde bij thema’s die ook mij bezighouden. Het idee dat dit personage zichzelf niet als een monster ziet maar als een aardige vent, komt uit het boek. Tijdens het lezen ga je geleidelijk beseffen dat hij de moordenaar is. Het is geschreven vanuit zijn standpunt.

In alle films die ik heb gemaakt, probeerde ik een filmtaal te kiezen die de ervaringen van de personages in het verhaal weerspiegelt, die overbrengt wat zij voelen. Dat zie je al in mijn tweede film Family Viewing: die is gedraaid zoals ik me inbeeld dat die jongen de hem omringende wereld ervaart. In Felica’s Journey denkt Hilditch van zichzelf dat hij een heel nette kerel is. Hij zegt tegen de man die zijn keuken wil automatiseren, dat je zorgzaam moet zijn met het voedsel en met de mensen die je bedient. Hij is heel aardig in de omgang. Hij neemt zijn gesprekken met de slachtoffers op video op, maar nooit de moorden. Hij ziet en voelt de moorden niet, dus was het onverantwoord geweest om zijn misdrijven ook te tonen. Het enige echte huiverbeeld in de film zit in een oude film die hij in het ziekenhuis ziet, Salome met Charles Laughton en Rita Hayworth, waarin je het hoofd van Johannes de Doper op een schotel gepresenteerd krijgt.

Het feit dat u de moorden niet toont, werkt het verwijt in de hand dat u sympathiegevoelens opwekt voor die serial killer.

Egoyan: Door te tonen hoe hij uiteindelijk zijn eigen boosaardigheid onder ogen ziet, heb ik hem al voldoende veroordeeld. Hij velt zelf een oordeel over zijn daden.

Een van de zaken die me interesseerden, was dat het om een ouderwets type gaat, iemand die meer thuishoort in de jaren vijftig – ook naar muziek uit die periode luistert – maar in feite echt een monster van deze tijd is. Hetzelfde contrast vind je trouwens bij Felicia: ze is echt een kind van deze tijd, maar tegelijk is ze ook wat wereldvreemd. Ze schrijft nog altijd brieven, gaat die zelf aan huis bezorgen. Bijna negentiende-eeuws. Beide personages gebruiken verouderde vormen van communicatie en leven wat buiten hun tijd. Allebei worstelen ze met een trauma en hebben ze een heel complexe moederband. Die interactie vond ik heel interessant.

Waarom vindt u zo’n engerd fascinerend?

Egoyan: Ik ben gefascineerd door Hilditch maar word ontroerd door Felicia. Er zit een scène in de film waarin de vader met zijn dochter door het veld loopt, over Ierse rebellie praat en over de offers die gebracht werden. Hij blijft haat en geweld prediken. Terwijl Felicia aan het eind van de film de namen begint op te noemen van alle slachtoffers van Hilditch. Voor haar is dit de manier om haar verbondenheid met die vermoorde meisjes uit te drukken. Het is tegelijk een reactie tegen het vergeten en een daad van verzoening.

Vraagt u zich af waarom iemand een serial killer wordt?

Egoyan: Ik geloof niet dat iemand een serial killer wordt omdat hij zus of zo is grootgebracht. Recente studies tonen aan dat de aanleg genetisch bepaald is. We weten nu dat een kind van drie dat graag de vleugeltjes van vliegen uittrekt of een vergrootglas in de zon houdt om mieren te verbranden makkelijk zal overstappen op muizen, dan naar honden en uiteindelijk misschien naar mensen. Opvoeding speelt natuurlijk een rol, als je het tijdig ontdekt, kun je misschien die evolutie een halt toeroepen. Om Felicia’s Journey als voorbeeld te nemen: het spreekt vanzelf dat het feit dat Hilditch als kleine jongen toekijkt hoe zijn moeder voor haar kookkunsten voortdurend dieren opensnijdt en hij rauwe lever door het strot geduwd krijgt, niet van die aard is om hem tot andere gedachten te brengen.

U suggereert ook incest, maar u toont het niet.

Egoyan: In de roman werd dit wel expliciet gezegd. Maar omdat het incestthema ook al opdook in mijn twee vorige films, riskeerde het een cliché te worden. In zijn roman maakt William Trevor in één zinnetje duidelijk dat de moeder met haar zoon naar bed ging, maar het is zo mooi en subtiel geschreven dat je er bijna overheen leest. Als je hetzelfde in een film stopt, lijkt het een al te simpele verklaring. Ik had echt geen zin om uit te leggen waarom hij een serial killer werd. Omdat je zo iemand toch nooit echt kan begrijpen. Het leek me interessanter om te tonen op welke verregaande manier hij zijn daden ontkent.

De band met zijn moeder onderhoudt hij met het bekijken van oude videocassettes van haar kookprogramma’s. We weten niet precies wat er van de moeder is geworden, maar we zien wel dat hij duidelijk genoegen schept in het recreëren van haar tv-recepten. Door het bereiden en verorberen van die maaltijden hengelt hij naar haar goedkeuring, dat geeft hem troost. Occasioneel herkent hij zichzelf op oude opnamen, waardoor hij zich iets van de pijn begint te herinneren, maar hij ontkent dit meteen.

“Felicia’s Journey” is uw eerste film die zich niet in Canada afspeelt, maar in Ierland en Engeland.

Egoyan: Toen ik de roman las, wilde ik de handeling verplaatsen naar Canada. Felicia kon een jong meisje uit een klein stadje in Quebec zijn, dat haar vriendje achternareist, aan de andere kant van het land belandt en in British Columbia op Hilditch stuit. Victoria, bijvoorbeeld, is zo’n stad waar veel Canadezen zich Engelser gedragen dan de Engelsen zelf. Even dacht ik dat dit de Grote Canadese film kon worden die mooi al onze obsessies samenvat, van het katholicisme tot de culturele ontworteling. Maar ik had William Trevors toestemming nodig, en ik heb die niet gekregen! Hij kent Canada door en door, maar hij wou de subtekst van de Anglo-Ierse terreur niet verliezen. Ik dacht dit te kunnen compenseren met verwijzingen naar de onafhankelijkheidsbeweging in Quebec, maar uiteindelijk is dit toch een heel andere kwestie. Zeker nu ik de film zie, moet ik de auteur wel gelijk geven. Maar een Canadese versie was toch ook heel boeiend geweest.

Waarom Bob Hoskins?

Egoyan: Daar heb ik echt geen moment aan getwijfeld. Bob Hoskins is een groot acteur en iemand die je meteen het gevoel geeft dat je hem goed kent, wat je precies nodig had met de joviale Hilditch. Ik wist dat hij die vertolking in zich droeg. In mijn studententijd zag ik hem op toneel Iago spelen met Anthony Hopkins als Othello. We hebben samen de video-opname van de voorstelling bekeken. Het interesseerde me vooral hoe moeiteloos hij al die leugens van Iago maakte. Ook Hilditch is een incarnatie van het zuivere kwaad, alleen beseft hij dit niet.

“Felicia’s Journey” heeft iets van een sprookje.

Egoyan: Ik had dit niet zo gepland, het is gewoon mijn film binnengewaaid. Ik moet bekennen dat ik tijdens de preproductie in Londen La Belle et la bête zag van Cocteau en ik plotseling veel overeenkomsten met mijn film ontdekte. In beide gevallen levert de vader de Schone uit aan het Beest. Cocteau had ook het kasteel zodanig uitvergroot dat het gigantische decor de eenzaamheid van het beest nog accentueerde. Ook wij hebben het huis van Bob Hoskins overdreven ruim gemaakt, te groot voor één persoon.

In veel handelingen van het meisje zit trouwens iets uit een fabel: de wijze waarop ze de brief gaat bezorgen voor haar vriendje en bij zijn moeder aanklopt die haar onheus behandelt. Net Roodkapje.

De vormexperimenten uit uw vroege films zijn in uw latere films wat naar de achtergrond verdreven.

Egoyan: Ik verloochen zeker het formalisme van mijn vroegere films niet, ik bedien me trouwens nog altijd van sommige van die principes, maar ik heb eindelijk geleerd om gevoelens te aanvaarden. Vroeger wantrouwde ik bijvoorbeeld close-ups, omwille van de emotionele kracht die ervan uitgaat. Inmiddels maak ik bijna klassieke films, vandaar waarschijnlijk dat de Cahiers du cinéma mijn werk verafschuwt. Geen enkele technologie, geen enkel formalisme zal ooit de kracht of het mysterie evenaren van een groot acteur die in een close-up een emotie uitdrukt.

U maakte “Felicia’s Journey” voor de firma van Mel Gibson, Icon Entertainment International. Hebt u ook iets van uw vrijheid moeten prijsgeven?

Egoyan: Absoluut niet. Ik kreeg carte blanche. Ook tijdens de montage – doorgaans de fase waarin producenten durven ingrijpen. We waren overeengekomen dat niemand zich zou bemoeien met de montage en dat er achteraf ook geen previews zouden worden gehouden, waardoor de film – in geval van negatieve reacties van het publiek – kan bijgestuurd worden. Ik draaide Felicia’s Journey met dezelfde vrijheid als mijn vorige films. Het is geen studiofilm, maar hij is wel gemaakt binnen een aftakking van het studiosysteem. Mel creëerde die maatschappij omdat hij vindt dat hij met zijn macht ook een ander type film een kans moet geven. Ik heb de prent kunnen draaien met mijn Canadese crew op locatie in Ierland en de Midlands, en daarna verhuisde de postproductie weer naar Canada. Het is een echte coproductie en het verliep allemaal vlekkeloos. Ik moet u teleurstellen: ik heb er geen enkele nachtmerrie aan overgehouden.

“Felicia’s Journey” gaat over afschuwelijke zaken, maar de film ziet er prachtig uit, de vorm is oogstrelend.

Egoyan: Ja, de beelden zijn mooi, er is enorm gewerkt aan het geluid en aan de muziek. De structuur van de film is volledig gebaseerd op een aantal overgangen, het heen en weer snijden tussen heden en verleden, tussen de Ierse groene landschappen en het troosteloze Britse industriële landschap. Om dit te doen werken, moest het er allemaal heel vloeiend en verleidelijk uitzien. Felicia’s Journey had niet gekund in de losse stijl van Dogma 95. Die ongedwongen, bewust slordige manier van film werkt optimaal voor een bepaald type verhaal, maar ik kan er niks mee aanvangen, hoe fascinerend ik het ook vind.

Ook heb ik te veel respect voor mijn team vaste medewerkers om te verlangen dat zij een stapje terug doen, dat ze met schokkende camera gaan filmen, of er geen extra geluiden of intrigerende muziek meer mogen aan toevoegen.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content