De federale regering probeert ‘de geest van paars?groen’ nieuw leven in te blazen. Minister van Begroting Johan Vande Lanotte houdt intussen de hand op de knip.

Voor vice-premier en minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) betekent dat in de komende weken opnieuw overwerk. Na nieuwjaar verraste hij met het begrotingsresultaat voor 2001. Door de economische neergang, die nog versnelde na de aanslag op de Twin Towers in New York, volgden de pessimistische voorspellingen elkaar in snel tempo op. Maar Vande Lanotte pakte toch uit met een klein overschot van 0,2 procent of 560 miljoen euro. Uit nieuwe cijfers van de nationale bank blijkt intussen dat dit positief resultaat ook zou gehaald worden zonder de veelbesproken verkoop van gronden aan luchthavenuitbater BIAC.

De kritiek van zijn de vorige minister van Begroting, Herman Van Rompuy (CD&V), was niettemin genadeloos. Volgens hem had de regering een tekort van 1 miljard euro weggemoffeld. Vande Lanotte bleef stoïcijns kalm. ‘Het resultaat van 2001 was goed nieuws voor de bevolking en slecht nieuws voor de oppositie.’

De discussie tussen die twee begrotingsspecialisten was voor leken vaak nog moeilijk te volgen. Volgens Van Rompuy was bijvoorbeeld de financiering van het Zilverfonds in het begrotingsresultaat opgenomen. Vande Lanotte hield vol dat die spaarcenten om over enkele jaren de kosten van de vergrijzing op te vangen, niet in het overschot zaten.

Johan Vande Lanotte: Ik kan dat simpel uitleggen. De overheid had op het einde van 2001 op haar zichtrekening 560 miljoen euro staan. Daarvan hebben we 440 miljoen gestort op de spaarrekening die het Zilverfonds is. Daarnaast hadden we 180 miljoen euro van een meerwaarde die de Nationale Bank heeft gerealiseerd op de goudvoorraad. Dat bedrag is ook in het Zilverfonds gestort. De regering streeft naar een overschot. Vervolgens gaat een groot deel daarvan naar het Zilverfonds dat door beleggingen in activa bijdraagt aan de schuldafbouw.

Dat betekent dat er in 2002 geen frank in het Zilverfonds bijkomt als er geen overschot is?

Vande Lanotte: Ook dit jaar gaat 620 miljoen euro naar het Zilverfonds. We hebben daarvoor een aantal mogelijkheden zoals de dividenden van Belgacom. We moeten een beetje pragmatisch zijn. In 2003 bijvoorbeeld kunnen we rekenen op de waarde van het geld dat niet wordt ingewisseld bij de invoering van de euro. Die waarde wordt geschat op minstens 250 miljoen euro. Het Zilverfonds financieren zonder een begrotingsoverschot is minder interessant voor de schuldafbouw. Maar over een periode van tien jaar kan je dat één of twee keer doen in uitzonderlijke situaties. Dat is het geval als we in 2002 opnieuw een economische groei van maar 1 procent zouden hebben.

De opbrengst van de verkoop van gronden aan luchthavenuitbater BIAC bedraagt 205 miljoen euro. Dat had volgens een schatting van het Comité van Aankoop 45 miljoen meer kunnen zijn. Heeft men de privé-aandeelhouders van BIAC een plezier gedaan omdat ze New DAT in de lucht moeten krijgen?

Vande Lanotte: Deze zaak is geopend lang voor er sprake was van het Sabena-dossier en New DAT. BIAC wou 175 miljoen euro op tafel leggen, het Comité van Aankoop schoof 250 miljoen naar voren. Een derde, onafhankelijk bureau kwam uit bij 200 miljoen. We hebben daar nog 5 miljoen bij kunnen doen, met de instemming van het Comité van Aankoop. Bovendien draait niet de overheid maar BIAC op voor de intresten omdat de betaling in schijven gebeurt.

CD&V-fractieleider Yves Leterme ruikt een andere vorm van belangenvermenging. Uw kabinetschef Jannie Haek is voorzitter van BIAC.

Vande Lanotte: Mijn kabinetschef heeft voor dit dossier helemaal niets gedaan. Ik heb begin december schriftelijk de instructie gegeven dat de prijsdiscussie zou worden opgevolgd door mijn adjunct-kabinetschef Philippe Roland, die ook auditeur bij het Rekenhof is. Voorts zijn de onderhandelingen over de verkoop gevoerd door het Comité van Aankoop, zoals de procedures het voorschrijven.

De inkomsten vielen in 2001 voor 1,5 miljard euro tegen, vooral door een vermindering van de btw-ontvangsten. In juni sprak u over fraude en carrousels. Heeft de strijd daartegen niet gewerkt?

Vande Lanotte: De aanpak van de btw-fraude heeft tijd nodig. Voor dit jaar gaan we uit van 670 miljoen euro minderontvangsten. Als we een begroting in evenwicht willen bereiken, dan moeten we samen met minister van Financiën Didier Reynders (PRL) en regeringscommissaris Alain Zenner (PRL) de strijd tegen die fraude drastisch opvoeren. De ervaring leert dat dit op het terrein niet eenvoudig is.

De staatsschuld is in 2001 teruggebracht tot bijna 107 procent van het bruto binnenlands product. Financiële instellingen houden vol dat de regering in de voorbije, gunstige jaren beter had kunnen doen.

Vande Lanotte: Daarover wil ik met iedereen in de clinch gaan. Hadden we de crisisbelasting dan niet moeten afschaffen? De mensen hebben tien jaar zonder veel gemor de broeksriem aangehaald. Als het dan iets beter gaat, moet je hen iets teruggeven. Hadden we de lasten van de bedrijven niet moeten verlagen? Niemand kan zeggen of die verlaging heeft bijgedragen tot de groei van de werkgelegenheid, maar iedereen is het wel eens dat de arbeid in België te duur is. Hebben we te veel uitgegeven in de sociale zekerheid? In de ziekteverzekering is het budget tweemaal met 8 procent gestegen. Dat is verantwoord omdat we daarmee bijvoorbeeld de medische maximumfactuur invoeren en speciale programma’s voor chronisch zieken en voor palliatieve zorg financieren. Zijn de departementen niet zuinig genoeg geweest? In 2001 hebben ze 2 procent minder uitgegeven en sinds 1999 blijft hun uitgavengroei onder 1,5 procent. Veel verder kunnen we niet gaan.

We liggen 6,25 miljard euro voor op het schema van de schuldafbouw. Bovendien zijn voor 2001 ook de schulden in verband met de sociale huisvesting van het verleden en de herstructurering van de Centrale Bank voor Hypothecair Krediet meegerekend. Dat is vroeger nooit gebeurd. Anders waren we al gezakt naar 104 procent.

Voor de begroting van 2002 wilt u nog niet zeggen hoe groot de nieuwe inspanning bij de controle deze maand zal zijn. Waarom?

Vande Lanotte: We hebben meer concrete gegevens nodig over het economisch groeicijfer, de fiscale en niet-fiscale ontvangsten, de inflatie, de kosten van de ziekteverzekering en de werkloosheid in 2001, de transfers naar gewesten en gemeenschappen, de bijdrage van de Nationale Bank. Pas als we over deze informatie beschikken, kunnen we op een zinvolle manier de begrotingscontrole uitvoeren.

Premier Verhofstadt heeft al een bedrag van 750 miljoen euro genoemd.

Vande Lanotte: Dat bedrag doet de ronde, maar ik heb geleerd dat je er zonder harde cijfers gemakkelijk 250 miljoen euro naast kan zitten.

Herman Van Rompuy zegt dat paars-groen 2 miljard euro zal moeten bijeenschrapen.

Vande Lanotte: Dat is nonsens. Hij heeft dat vernomen van de oud-gouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse. En die heeft dat weer gehoord van iemand die ooit een rampenscenario heeft opgesteld. Van juli tot eind december zijn over de begroting van 2001 de meest absurde zaken verteld. De enige waarheid is dat we een overschot hebben. Al die negatieve voorspellingen pasten perfect in een film van Harry Potter. Ik heb niet de ambitie om daarin mee te spelen. Ik deug niet voor de rol van waarzegger.

Voor 2002 wilt u een nulbegroting, hoewel er weer enig optimisme is over een herstel van de economie. Waarom mikt u niet op een klein overschot?

Vande Lanotte: Een nulbegroting voor dit jaar is de beste doelstelling. In 2001 hebben we slechts voor een deel de gevolgen van de economische terugval gevoeld. In de sociale zekerheid waren de inkomsten beduidend hoger dan geraamd. In de werkloosheid worden de ontslagen van de laatste maanden pas nu echt zichtbaar. Als de economie weer overschakelt naar hogere groeicijfers zien we de budgettaire gevolgen daarvan pas over zes of zeven maanden. Daarom zal 2002 voor de begroting een moeilijker jaar zijn dan 2001.

Volgens gouverneur Guy Quaden van de Nationale Bank zou een klein deficit in 2002 geen drama zijn.

Vande Lanotte: Voor ons maatschappelijk model hebben we een economische groei nodig van 2,25 tot 2,5 procent. Bij meerdere jaren met een economische groei van 1 procent daalt onze welvaart. Maar dan nog is een deficit niet goed, want dat heeft onmiddellijk een negatief effect op de consumptie, met een spiraal van minder investeringen, minder overheidsinkomsten, meer sociale uitgaven. De berichtenstroom over begrotingsproblemen in 2001 en de gebeurtenissen van 11 september viel trouwens samen met een stijging van de spaarquote. De koopkracht van de mensen is gestegen, maar ze hebben minder uitgegeven.

Wat is er mis met mensen die sparen?

Vande Lanotte: We sparen te veel. We waren gezakt naar een quote van 15 procent en nu stijgen we weer naar 20 procent. De mensen zetten eenvijfde van hun inkomen aan de kant en dat is niet goed voor de economie.

Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP.A) staat tijdens de begrotingscontrole voor een van de zwaarste opdrachten. In 2001 is zijn budget voor de ziekteverzekering met 375 miljoen euro overschreden. Artsen, ziekenfondsen en ziekenhuisbeheerders slagen er niet in om een gezamenlijk voorstel over een uitgavenbeheersing te doen.

Vande Lanotte: Dat is jammer en dus moet Vandenbroucke zelf maatregelen nemen. Eén zaak staat wel vast. De uitgaven voor de gezondheidszorg zullen blijven stijgen met 5 tot 6 procent per jaar. De medische behoeften zullen niet verminderen op bevel van de politiek. Onze samenleving wil dat mensen zonder pijn sterven, dat een hoogbejaarde met een heupbreuk nog tien jaar kan stappen, dat iemand met een hersenbloeding nog een ernstige levenskans krijgt. Als we de huidige ziekteverzekering willen behouden, zal dat heel veel kosten. Anders evolueren we naar een stelsel waarin de ene Parkinsonpatiënt zich een jaar goed voelt omdat hij de inplanting van een chip kan betalen en de andere patiënt een jaar moet voortsukkelen omdat hij daarvoor geen geld heeft.

Over de belastingverlaging zegt de SP.A dat ze voorrang geeft aan de lagere inkomens. Zij zullen procentueel minder bedrijfsvoorheffing betalen dan de hogere inkomens. Maar in absolute bedragen winnen de hogere inkomens het meest. Op die manier vloeit het water nog steeds naar de zee.

Vande Lanotte: Wij hebben een progressief fiscaal stelsel. Wie een inkomen van 1000 euro heeft, betaalt procentueel minder voorheffing dan iemand met een inkomen van 5000 euro. Maar als die belasting verlaagd wordt, krijgt iemand met een hoger inkomen inderdaad meer geld terug. Dat is logisch. Zo iemand betaalt procentueel ook dubbel zoveel belasting.

VLD-voorzitter Karel De Gucht wou een verlaging van 10 procent voor iedereen. Vanaf april boekt iemand met een bruto belastbaar inkomen van 1255 euro per maand meer dan 10 procent winst. Hij betaalt dan nog ongeveer 250 euro bedrijfsvoorheffing. Bij een bruto maandinkomen van 6250 euro is de winst maar 4,6 procent en bedraagt de nieuwe voorheffing ruim 2850 euro. Dat is rechtvaardig. Een progressieve belasting herverdeelt. Een lineaire belasting zoals het kijk- en luistergeld of een forfaitaire milieuheffing is omgekeerd herverdelend. Daarom schaf je die ook beter af.

Wie met een leefloon van het OCMW moet rondkomen, krijgt vanaf deze maand 4 procent meer. Dat is nog ver verwijderd van de 10 procent die socialisten en groenen willen.

Vande Lanotte: Een nieuwe verhoging van de minima hangt af van de budgettaire mogelijkheden. Dit jaar valt er niets extra uit de kast. Maar mensen met een heel laag inkomen zijn het kwetsbaarst bij een verzwakking van de economie. Daarom pleit ik ervoor om het leefloon in 2003 opnieuw met minstens 4 procent te verhogen.

Voorzitter Jef Roos van het Vlaams Economisch Verbond heeft de automatische loonindexering ter discussie gesteld.

Vande Lanotte: Dat is dwaze werkgeverspraat. De indexering is een mechanisme om de lonen rustig te laten evolueren. Het is onzinnig om een discussie over de loonindexering te beginnen als de inflatie weer onder 2 procent daalt.

De laatste maanden van 2001 zat het er in de paars-groene coalitie bovenarms op over de overheidsbedrijven. Minister Rik Daems (VLD) werkt aan een nieuwe wet. Hij wil de universele dienstverlening loskoppelen van die overheidsbedrijven.

Vande Lanotte: De overheidsbedrijven hebben in de komende periode vooral rust nodig. De universele dienstverlening is essentieel. We kunnen daarover ook goede afspraken maken, zonder weer de structuren van de overheidsbedrijven te veranderen. Regering en parlement houden zich te veel bezig met hun beheer en te weinig met hun activiteiten. Welke diensten bijvoorbeeld moeten de Bank van De Post en de banken in het algemeen leveren? Hoe kan iemand met een heel klein inkomen toch een zichtrekening hebben om zijn pensioen of een andere uitkering te ontvangen? Hoe vermijden we dat mensen met een laag inkomen in de knoei geraken door een buitensporig gsm-gebruik? Hoe garanderen we een minimale energievoorziening aan de mensen? Voor het antwoord op die cruciale vragen hebben we geen nieuwe wet over beheersstructuren nodig.

De perikelen rond de overheidsbedrijven zijn flink gekruid met berichten over hoge salarissen van topmanagers. Bij De Post neemt Frans Rombouts nog altijd meer dan zijn jaarwedde mee naar huis als ontslagvergoeding.

Vande Lanotte: De regering heeft zijn mandaat beëindigd en de raad van bestuur de opdracht gegeven om met hem te onderhandelen. Eerst zou hij 2,5 miljoen krijgen, nu wordt dat 795.000 euro. Dat is een juridische kwestie. Er is ook een moreel aspect. Salarissen van 750.000 euro per jaar zijn eigenlijk niet aanvaarbaar.

Nochtans kan de opvolger van Rombouts bij De Post, Johnny Thijs, op nog meer rekenen als hij het goed doet.

Vande Lanotte: Hopelijk zijn de resultaten dan ook goed genoeg. Met mijn mening als SP.A’er kan ik me niet buiten de markt plaatsen. Daar vindt men het blijkbaar normaal dat topmensen in het bedrijfsleven op een excessieve manier worden betaald. Ideologisch en ethisch is dat niet goed. De Gentse filosoof Koen Raes heeft gezegd dat we niet alleen de armoede maar ook de buitensporige rijkdom moeten bestrijden, en het tweede nog meer dan het eerste. Hij heeft gelijk. Een bedrijfsleider mag meer verdienen dan een werknemer, maar er zijn fatsoensgrenzen.

De jongste maanden liepen de spanningen in de paars-groene coalitie hoog op. Na het Europese voorzitterschap wordt daarom nu van de premier ‘een krachtig signaal’ verwacht.

Vande Lanotte: Hoe luider daarover wordt gesproken, hoe moeilijker het wordt om dat signaal te geven. Toch is de regering verplicht om de prioriteiten voor het komende jaar vast te leggen. Ik zal mijn lijst maken en de anderen moeten dat ook maar doen. Geen van de zes coalitiepartners wil vervroegde verkiezingen, maar de SP.A wil ook niet per se voortdoen als op een aantal terreinen geen vooruitgang wordt geboekt.

Het dossier over de verkeersveiligheid bijvoorbeeld ligt al langer op onze maag. We hebben daarover in oktober duidelijke afspraken gemaakt in de ministerraad. Voor het einde van het jaar moesten er wetswijzigingen zijn. Ik heb niets gezien. Er zijn veel discussies tussen ministers over wie wat moet doen maar niet gedaan heeft. Dat boeit mij niet. Er moet nu absoluut werk worden gemaakt van meer controles, hogere boetes, de administratieve inning en een verkeersveiligheidsfonds om de extra inkomsten te gebruiken voor lokale actieplannen. Sommigen schrikken dat de SP.A daar een doorslaggevend thema van maakt, maar voor ons is dat geen spelletje.

Geldt dat ook voor het migrantenstemrecht?

Vande Lanotte: Dat wordt een moeilijke discussie, maar het voordeel is dat er nu tenminste een debat is. In het regeerakkoord stond alleen dat de grondwet zeker niet voor 2001 zou worden gewijzigd om dat stemrecht mogelijk te maken. Over het vervolg zijn geen afspraken gemaakt.

In het verleden werd de SP.A in een coalitie vaak beschouwd als het derde of vierde wiel aan de wagen. We mochten een aantal zaken realiseren als de twee grotere partners – toen waren dat CVP en PS – dat toelieten. Dat is niet de geest van paars-groen. Dat project is vertrokken met zes partijen die elkaar enigszins in evenwicht houden. Ze kunnen ook bij moeilijke beslissingen hun eigen accenten leggen. Nu we opschuiven naar het laatste deel van deze regeerperiode keert het oude verhaal terug. De pogingen ter zake van VLD en PS zijn logisch, maar de SP.A wijst dat af.

Wij willen geen wisselmeerderheden, maar ook geen aparte akkoorden binnen paars-groen. We willen niet in de krant lezen wat wij moeten en niet mogen doen, bijvoorbeeld in verband met het migrantenstemrecht. We zitten in een coalitie met de VLD en niet met een nieuwe CVP.

Patrick Martens

‘Ik pleit ervoor dat het leefloon in 2003 opnieuw met minstens 4 procent wordt verhoogd.’

‘Salarissen van 750.000 euro per jaar zijn eigenlijk niet aanvaardbaar.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content