Minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet heeft een bewogen jaar achter de rug. Antraxbrieven, een drugsnota en een in het ziekenhuis rokende collega: er kwam geen einde aan.

In september 1998 publiceerde u als europarlementslid een opiniestuk over de toenmalige Amerikaanse bombardementen op Afghanistan en Sudan. Herinnert u zich dat?

Magda Aelvoet: ( giechelend) Nee.

Het had als titel: ‘VS wraakacties kunnen het Westen zuur opbreken.’ Nu hebt u niets vergelijkbaars geschreven?

Aelvoet: Nee. Ik heb de avond van 11 september drie dingen gezegd: dat het ging om een perfect uitgevoerde terreuractie met een totaal nieuwe dimensie. Dat er niet alleen een antwoord op de terreuractie moest komen, maar ook op de onopgeloste conflicten die dat soort ondernemingen voeden. En dat er moest worden gewerkt aan het elimineren van extreme vormen van armoede in de wereld.

Dat was op 11 september. Wat met 11 oktober, toen de Amerikaanse bombardementen begonnen?

Aelvoet: Ik heb ze op mijn kabinet gedetailleerd laten volgen. Op een tiental pijnlijke missers na lijkt alles zeer doelgericht te zijn verlopen. De manier waarop de Afghaanse Taliban hun bevolking, en vooral de vrouwen, onder de knoet hielden, tartte alle verbeelding. Maar als ze niet met het terroristennetwerk rond Osama Bin Laden geassocieerd waren, was er waarschijnlijk niets gebeurd.

Als u nog europarlementslid was geweest, had u dus geen verwijtend opiniestuk geschreven?

Aelvoet: Groene groepen in het Europese parlement _ waarvan velen in hun land in de oppositie zitten _ hebben wel voor een aantal ontwikkelingen gewaarschuwd, maar zeiden niet wat er over eerdere situaties wel is gezegd. Ik voel me dus geen verrader van de pacifistische zaak. Maar als de interventie naar een wraakactie zou evolueren, of naar het veiligstellen van Amerikaanse oliebelangen, zou het voor mij niet meer kunnen.

Agalev werd aangevallen omdat de partij niet uit een regering stapte die bombardementen heeft goedgekeurd.

Aelvoet: Sommige groepen die daarvoor ageerden, opereren op het randje van het irreële. Wij zeggen niet altijd en overal dat er nooit iets met geweld kan worden opgelost, maar we willen andere opties wel maximale kansen geven. De Taliban en Bin Laden zullen hun boetiekske echter niet sluiten omdat wij hen dat vriendelijk vragen.

Door de valse antraxbrieven raakte u als minister bij de crisis betrokken. Klopt het dat u er zo’n potje van hebt gemaakt dat premier Guy Verhofstadt (VLD) ook deze zaak naar zich toe wilde trekken?

Aelvoet: Nee. Het zit zo: een onderzoeksrechter bezorgde een brief ( de eerste, die op de NAVO arriveerde) aan een instituut dat niet was uitgerust om hem te analyseren. De rechter weigerde echter in te gaan op de vraag van minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) om het pakje over te dragen omdat de volksgezondheid in het gedrang kwam. Uiteindelijk hebben we het gewicht van Verhofstadt moeten inzetten om de situatie te deblokkeren. Vervolgens verliep alles feilloos, behalve dat het eerste laboratorium dat we contacteerden weigerde om de tests uit te voeren omdat ze vreesden dat het om een echte antraxbesmetting ging.

Begrijpt u de panische angst voor biowapens, toch grotendeels een virtuele dreiging? Die kostte ons al 300 miljoen frank.

Aelvoet: Bij ons waren alle tests negatief. We vonden bloem, suiker en curry, maar geen bacteriën in de brieven. De angst liep parallel met de gebeurtenissen in de Verenigde Staten waar wél mensen stierven. We kunnen ons dus niet verschuilen achter het virtuele karakter van de dreiging. Als er toch iets ernstigs zou gebeuren, zullen we nooit tijdig kunnen reageren als we geen maatregelen nemen.

Dat miljoen pokkenvaccins zal er dus komen?

Aelvoet: Ja, maar het aantal ligt niet vast. We zullen ook nooit officieel bekendmaken hoeveel vaccins we in voorraad hebben, omdat we eventuele knollen die een aanval met pokken plannen geen informatie willen geven.

Bieden inentingen tegen pokken, die oudere mensen hebben gekregen, nog bescherming?

Aelvoet: Nee. Momenteel is maar 15 procent van onze bevolking beschermd. Daarom nemen we voorzorgsmaatregelen, zoals het opslaan van vaccins.

Er is ook angst voor de gekkekoeienziekte die eventueel mensen kan besmetten. Is er een epidemie in ons land?

Aelvoet: Nee. Door de nieuwe, snelle tests ontdekken we gewoon meer gevallen dan vroeger. Als iedereen zich goed aan de afspraken houdt, zullen we over anderhalf jaar een daling van het aantal gekke koeien in ons land beginnen zien.

Ondertussen kosten de tests en het opruimen van besmette veestapels bakken vol geld.

Aelvoet: Dat valt best mee. De tests kosten 1,2 miljoen frank (29.747 euro) per jaar. We hebben beslist dat die kosten vanaf volgend jaar aan de consument worden doorgerekend, omdat het een extra kwaliteitsgarantie is. Dat betekent een stijging met 4 of 5 frank (0,10 of 0,12 euro) per kilo vlees. De kosten van het elimineren van een kudde worden door fondsen uit de veesector gedragen. Wat voor de boeren zwaarder doorweegt, is dat de vraag naar rundvlees enorm is gezakt doordat de mensen bang zijn.

U hebt veel aandacht voor dierenwelzijn…

Aelvoet: ( vrolijk) Ik ben zo content dat ik daar een vraag over krijg. Meestal is niemand daarin geïnteresseerd, tenzij de boeren voor mijn deur demonstreren omdat ze de staarten van hun paarden niet meer mogen afkappen. Terwijl ik in dat dossier gewoon uitvoeringsbesluiten voor een wet uit 1986 maakte _ ik heb wel negen maanden moeten werken om die goedgekeurd te krijgen. Ook het dierenwelzijn op veemarkten is beduidend verbeterd.

Zou u verregaande proeven op apen toelaten als daar eventueel een medische doorbraak uit kan volgen?

Aelvoet: Dat is de moeilijkst denkbare vraag. Je kunt niet aan de mensen uitleggen dat stoffen die gunstig voor hun gezondheid kunnen zijn, niet worden getest om dierenleed te vermijden. Zo’n politiek gevecht is onmogelijk te winnen, en het zou ook niet redelijk zijn.

Zou u apen een vorm van mensenrechten geven om mishandeling te vermijden?

Aelvoet: Ik wil dierenleed zoveel mogelijk vermijden. En we zien gelukkig dat veel proeven die vroeger op apen werden gedaan, nu naar lagere diersoorten worden getransfereerd of dat er andere methodes voor worden toegepast. Helaas wordt er te weinig geld vrijgemaakt om het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven te stimuleren. Daar werk ik keihard aan. De Europese Commissie wil namelijk de gezondheidseffecten van tienduizenden chemische stoffen opnieuw laten evalueren, en dat gebeurt meestal met dierproeven. De chemische industrie zal nooit in de ontwikkeling van alternatieven investeren als we op dat vlak geen eisen stellen.

U bent nu bevoegd voor genetische manipulatie, maar uw voorganger Jaak Gabriëls (VLD) organiseerde nog snel een Eurotop waarop hij de zegeningen van de techniek bezong. Deelt u zijn visie?

Aelvoet: Absoluut niet. Ik vind dat iemand die van functie verandert daar de consequenties van moet dragen. Vanuit menselijk oogpunt begreep ik hem wel, want zijn mensen waren maanden bezig geweest om die top voor te bereiden.

Waarom worden genetische ingenieurstechnieken wel aanvaard in de geneeskunde, maar niet in de landbouw?

Aelvoet: Ik begrijp dat het publiek dat onderscheid maakt. Zelfs de groenen in het Europese parlement doen dat. Op het vlak van landbouw rijst de vraag: waarom doen we een beroep op dat gesleutel als er technieken zijn die meer zekerheid bieden om de bevolking goed te voeden? Met genetische ingrepen worden daarentegen betere geneesmiddelen geproduceerd of worden de steken die de natuur liet vallen gemakkelijker hersteld.

Bent u een voorstander van klonen om medische redenen?

Aelvoet: Als het om het aanmaken van producten of het herstellen van weefsels gaat, heb ik daar een open geest over. Maar ik ben ontzettend bang voor de aanmaak van menselijke kopieën, met alles wat daarmee samenhangt op het vlak van de selectie van een ras. We hebben daarvan historische voorbeelden gezien die geen herhaling behoeven. Ik ben voor diversiteit, voor een beetje gesmos.

Denkt u dat politici het klonen voor de voortplanting zullen kunnen stoppen?

Aelvoet: Ik vrees dat sommigen dat zelfs zullen proberen als we het verbieden. Maar er blijft een levensgroot verschil tussen individuen die zich vergalopperen en een samenleving die iets aanvaardt en organiseert.

Bent u tevreden over het werk van de Senaat in verband met euthanasie?

Aelvoet: De teneur van hun voorstel zit goed. Ik herinner me nog levendig het abortusdebat. Toen werden er ook wilde voorspellingen gedaan over de gevolgen van de wet, die niet uitkwamen. Ik denk dat het nuttig is dat ook de euthanasiewet wordt geëvalueerd.

Is het recht om over je eigen dood te beslissen niet het ultieme patiëntenrecht?

Aelvoet: Patiëntenrechten zijn een van mijn dada’s, en euthanasie is daar een duidelijke uiting van. Een mens moet zelf uitmaken wat voor hem nog een leven is en wat niet meer hoeft. That’s it.

De artsen zullen dat graag horen.

Aelvoet: Onlangs heb ik in mijn omgeving zelf een geval van therapeutische hardnekkigheid meegemaakt, waarbij een zwaar zieke man toch werd geopereerd. Desondanks stierf hij wat later. Waarom is dat nodig? Het ‘einde’ is ook een deel van het leven.

Artsen verzetten zich tegen andere patiëntenrechten, zoals het inzagerecht in het medische dossier.

Aelvoet: De Orde van Geneesheren pleitte nochtans voor een rechtstreeks inzagerecht van de patiënt.

Waarom krabbelt die dan terug?

Aelvoet: Dat zijn niet dezelfde artsen. Sommigen vinden dat alleen een onrechtstreeks inzagerecht kan, omdat een medisch dossier alleen door een medisch onderlegd iemand geïnterpreteerd zou kunnen worden. Het inzagerecht zou ook de vertrouwensrelatie tussen de arts en zijn patiënt schaden. Maar in de vier Europese landen waarin het al bestaat, heeft het die relatie net gestimuleerd.

Valt er te praten met iemand als artsenvertegenwoordiger Marc Moens, die zich soms als een bullebak gedraagt?

Aelvoet: Ja, want dat is nodig. Hij komt geregeld naar me toe.

Ontvangt u hem dan uit beleefdheid?

Aelvoet: Omwille van het objectieve belang. Je kunt geen geneeskunde organiseren zonder de artsen daarbij te betrekken.

U werkt ook mee aan de herstructurering van de ziekteverzekering.

Aelvoet: In een aantal domeinen werk ik inderdaad mee met de bevoegde minister, Frank Vandenbroucke (SP.A). Een van de punten die mij na aan het hart liggen, is het non-profitakkoord dat dit jaar is ingegaan om tegemoet te komen aan gerechtvaardigde vragen van het personeel uit de gezondheidssector. Op vijf jaar tijd trekken we daarvoor de uitgaven met 13,4 miljard frank (332,17 miljoen euro) op. Dat is veel, maar je kunt niet de ene dag een akkoord bereiken en de volgende dag zeggen dat je het niet uitvoert.

Kan de geneeskunde betaalbaar blijven?

Aelvoet: Er is een ontwikkeling van zowel apparatuur als nieuwe geneesmiddelen die goede resultaten opleveren, maar duur kunnen uitvallen. Een commissie heeft uitgezocht hoe er bespaard kan worden. Ik ben een voorstander van de rationalisering van de uitgaven, waarbij ik niet uitsluit dat we geleidelijk de overgang naar een meer forfaitaire financiering zullen maken. Met rationalisering alleen zullen we er op termijn niet meer komen. Toch ben ik blij dat ik erin geslaagd ben de ondersteuning van eerstelijnsgezondheidszorg te structureren, zowel van huisartsen als van thuisverpleging door diensten én zelfstandigen. Toen ik onlangs een ziekenhuis bezocht, vertelden ze me dat de spoedgevallendienst in het weekend veel patiënten over de vloer krijgt die daar niet thuishoren. Ze komen er terecht omdat de eerstelijn niet goed georganiseerd is.

U hebt ook centra voor drugsverslaafden bezocht. Hoe rijmt u die ervaring met de teneur van uw drugsnota?

Aelvoet: Er is veel fout gelopen in de communicatie rond de drugsnota. Ik zal de besluitvorming in zo’n delicaat dossier nooit meer in twee schijfjes laten afhandelen. Over 5 procent van het dossier beslisten we in een latere fase, met als gevolg dat de media alle aandacht daarop toespitsten omdat ze daarin een controverse zagen.

Dat was het cannabisluik.

Aelvoet: Dat ging _ ik kan het niet genoeg herhalen _ over het nietvervolgingsbeleid van cannabis. Dus niet over een gedoogbeleid of over het vrijgeven van drugs. Aan de rest van de nota werd helaas geen aandacht besteed. Onze invalshoek was: drugs zijn een realiteit en een maatschappij zonder drugs is een utopie. Met de legale drug alcohol, een echte harddrug, hebben heel wat mensen vooral positieve ervaringen. Hij verschaft elementen van vrolijkheid en lichtheid, die al eens nodig zijn in het leven. Het is niet omdat een aantal mensen ermee in de problemen komt, dat we hem moeten bannen. We moeten het gebruik wel sociaal controleren. Er sterven elk jaar 18.000 Belgen aan tabak, onze dodelijkste drug, en 2000 aan alcohol. Dat is veel meer dan de 350 slachtoffers voor de rest van het drugspakket.

Misschien stijgt dat cijfer als de houding ten opzichte van drugs versoepelt.

Aelvoet: Maar zelfs cannabis blijft illegaal! Het enige wat op het vlak van repressie verandert, is dat we volwassenen die zonder overlast te veroorzaken cannabis gebruiken, daar niet mee lastigvallen. Maar we laten geen coffeeshops toe, en dus promoten we het product niet. De Britten vinden dit zelfs een origineel en elegant systeem.

SP.A-zwaargewicht Louis Tobback had het over een halfslachtige nota als gevolg van uw onderhuidse katholicisme.

Aelvoet: Dat is een typische uitspraak van een echte antieke socialist, met de nadruk op antiek.

Senator Vincent Van Quickenborne (Spirit) is bijna door de rijkswacht betrapt met een hoeveelheid cannabis in de koffer van zijn wagen.

Aelvoet: Wat voor streken haalt die toch allemaal uit? Het zou natuurlijk wel een slecht signaal geweest zijn.

De communicatiestoornis rond de drugsnota was niet de enige. Ook de chocoladesigaretten zorgden voor opschudding.

Aelvoet: Maar enfin, dat blijft mij achtervolgen. Ik ben nooit van plan geweest om chocoladesigaretten te verbieden. Ik heb alleen geantwoord op een parlementaire vraag over een Britse studie waarin werd gesuggereerd dat snoepsigaretten tot roken kunnen aanzetten. Dat is alles.

Waarom wordt zoiets dan een thema?

Aelvoet: Het was waarschijnlijk te leuk om te laten liggen. Met zoiets kun je iemand belachelijk maken. Ik kwam er zelfs mee in de show van Geert Hoste. Maar ook Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) vond het nodig dat verhaal op te rakelen toen hij blauwe ongemakken over de drugsnota begon te krijgen. Ik heb hem toen drie pakjes chocoladesigaretten voor zijn kinderen meegegeven.

Hoe is het eigenlijk om op elk kernkabinet door minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) te worden afgeblaft?

Aelvoet: Ik word niet op elk kernkabinet door Vande Lanotte afgeblaft.

Op de helft van de kernkabinetten dan?

Aelvoet: Bijlange niet. Vande Lanotte blaft naar iedereen als hij dat nodig vindt, en ik vlieg ook al eens uit. Toen hij met het belastingkrediet op de lage inkomens liep te pronken bijvoorbeeld, dat was een verwezenlijking van Agalev.

Heeft u uw collega Luc Van den Bossche (SP.A) een uitbrander gegeven omdat hij sigaren rookte in het ziekenhuis waar hij werd verzorgd?

Aelvoet: Het is niet de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid om zich met individuele patiënten bezig te houden. De spelregels zijn in een ziekenhuis voor iedereen dezelfde. Als wij in het ziekenhuis liggen, zijn wij patiënten zoals iedereen.

De farmaceutische industrie is weer boos omdat ze moet besparen. Begrijpt u haar bekommernis?

Aelvoet: Ik geef haar op één punt gelijk: het duurt in België te lang om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen. Ik ben er trots op dat ik de tijd die nodig is voor de erkenning van een geneesmiddel van 244 tot minder dan 150 dagen heb teruggebracht door de goedkeuringsprocedure efficiënter te maken. En dat ondanks een verdubbeling van het aantal aanvragen. Met de pax farmaceutica over terugbetaling sloten we een rechtvaardige deal af: een responsabilisering enerzijds en een hogere enveloppe anderzijds. Er was wel een conflict over generische geneesmiddelen _ goedkopere versies van originele middelen. Maar ook op dat vlak is er een doorbraak. Verder moeten we goed in het oog houden dat er voldoende onderzoek gebeurt naar medische problemen die beperkte groepen raken en dus financieel minder interessant zijn.

U bent voor generische middelen, maar tegen substitutie door apothekers, die het voorschrift van een arts dus precies moeten volgen.

Aelvoet: Het klopt dat er in de regering geen akkoord over substitutie was, maar we hebben wel bedongen dat er voor de generische geneesmiddelen binnenkort op stofnaam mag worden voorgeschreven, zodat er keuze is voor de verkoop. Er is alleen nog een probleem in verband met de terugbetaling, want we moeten vermijden dat er iets goedkoops wordt afgeleverd en iets duurs aangerekend.

Ziet u een tweede mandaat als minister van Volksgezondheid zitten?

Aelvoet: Ik doe mijn werk graag, maar ik zal met de wensen van mijn echtgenoot rekening moeten houden. Die is ondertussen met pensioen, en dus is het niet leuk dat ik veel afwezig ben. De enige inkopen die ik nu doe, zijn de pistolets op zondagochtend. Dan merk ik dat het heel plezant is om nog eens gewone dingen te doen.

Dirk Draulans

‘De Taliban en Bin Laden zullen hun boetiekske niet sluiten omdat wij hen dat vriendelijk vragen.’

‘Het duurt in België te lang om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content