Ambtenaar Paul van Buitenen maakt het de Europese Commissie en zeker commissaris Edith Cresson moeilijk. Een gesprek.

Sinds bekend raakte dat Paul van Buitenen door de Europese Commissie geschorst werd, brak voor hem de hel los. Hij kreeg de hele Europese pers over de vloer en al vele dagen bevindt hij zich in het oog van een media-orkaan. Zoals gebruikelijk in zulke situaties kreeg Van Buitenen een pak modder over zich heen, onder meer van commissaris Edith Cresson. Terloops noemde ze hem incompetent, gefrustreerd en een… religieuze fanaat. Van Buitenen komt er namelijk voor uit dat hij christen is en dat die overtuiging mee zijn gedrag bepaalt.

Is dat zo?

Paul van Buitenen: Eén tot twee keer per maand ga ik naar de anglicaanse kerk en het is niet omdat je je christen noemt dat je beter dan de anderen bent. Ik meen wel dat er een god is die ziet wat er allemaal gebeurt en die daar consequenties aan verbindt. Het kan misschien heel naïef klinken, maar voor mij is het een inspiratie om het allemaal zo goed mogelijk te doen. Toen ik geen christen was, liep ik bedelaars in de metro gewoon voorbij. Voor mij waren het toen illegalen of “eikels” die de weg naar de sociale dienst niet vonden.

U bent bekeerd?

Van Buitenen: Vroeger was ik een passief katholiek en nadien heb ik me sterk afgezet tegen alles wat godsdienst was. Een paar jaar terug zag ik het licht weer en kijk ik op een andere manier tegen de dingen aan.

U loopt nu wel heel grote risico’s. Ze kunnen u er volledig uitflikkeren.

Van Buitenen: Ze kunnen me uit de commissie zetten, mijn baan afnemen, mijn pensioenrechten ontnemen en als ik terug naar Nederland moet, kan ik weer van nul beginnen. Daarbovenop riskeer ik enkele processen, omdat sommige mensen menen dat ik hen onrechtmatig bejegende.

Uit de brief die u op 9 december aan Magda Aelvoet schreef en die de zaak aan het rollen bracht, bleek dat u goed wist waar u aan begon.

Van Buitenen: Ik dacht het te weten. Ik verwachtte me aan kritiek en weerstand, ik hield er ook rekening mee dat mijn promotie verdaagd werd en dat ik eventueel naar Luxemburg werd overgeplaatst. Ik had me zelfs voorbereid om maandenlang in een leeg bureau te sudderen. De schorsing en de halvering van mijn wedde had ik echter niet verwacht.

Nochtans had de secretaris-generaal van de commissie u op 30 november gewaarschuwd, zoniet afgedreigd.

Van Buitenen: Ik ben natuurlijk het type niet dat zich zomaar laat afdreigen. Wat is dat nu voor iets goedkoops om me te zeggen: “Als je naar het parlement gaat, ontsla ik je”?

Zou u het zwijgen opnieuw doorbreken?

Van Buitenen: Nee, omwille van mijn vrouw en mijn kinderen. Als je ziet dat commissarissen vertrouwelijke gegevens uit mijn persoonlijke dossiers verspreiden en dat de indruk gewekt wordt dat ik een labiele figuur ben die aan achtervolgingswaanzin lijdt en incompetent is. Het heeft me heel erg geraakt. Ik word er ook misselijk van dat sommige Nederlandse kranten negatief over mij schrijven, zonder dat ze één woord met mij wisselden. Nu voel ik me behoorlijk onzeker. Ik ben overal van afgesneden, ik heb geen toegang tot de gebouwen en ik weet niet welke plannen er worden beraamd.

Sinds wanneer bent u met die dossiers bezig?

Van Buitenen: In 1996 werkte ik in een eenheid die via een open aanbestedingsprocedure een contract voorbereidde voor een hoge adviseur van mevrouw Cresson. Het ging om een professor uit Marseille die middels een ogenschijnlijk eerlijke selectie de opdracht kreeg. Tijdens die procedure werden daar op de afdelingsvergaderingen voortdurend grappen over gemaakt. Iedereen wist blijkbaar van tevoren wie de aanbesteding zou binnenhalen. Toen ben ik nog niet echt in gang geschoten, maar ik ben wel dingen beginnen te verzamelen. Zeker toen ik een controller van de DG22, het directoraat-generaal dat zich onder meer bezighoudt met de beroepsopleiding, sprak die daar onregelmatigheden had vastgesteld en heel veel problemen had om zijn rapport boven water te houden. Het ging om fraude, want ik heb geen ander woord voor fictieve facturen. Die man werd belachelijk gemaakt en in het nauw gedreven. Toen heb ik zelf beslist om bij de financiële controledienst te solliciteren – ik ben dus niet uit die dienst verwijderd zoals mevrouw Cresson beweert – en heb ik mijn dossiers meegenomen.

U ging er ook mee naar Uclaf, de antifraudedienst van de Europese Commissie.

Van Buitenen: Ze hebben het dossier niet serieus genomen.

In uw nota voor het Europees Parlement oordeelt u hard over Uclaf.

Van Buitenen: Ik heb eerlijk geschreven wat ik allemaal waarnam. Uclaf zou aanzienlijk beter functioneren indien het ook opsporingsbevoegdheden kreeg en volledig onafhankelijk van de commissie kon optreden.

Het Europees Parlement heeft recent op die volledige autonomie aangedrongen.

Van Buitenen: De commissie is daar slechts ten dele op ingegaan. Ze behoudt nog altijd haar greep op Uclaf en zowel het parlement als het Rekenhof zijn daar ontevreden over. Met reden. Zelf heb ik er bij Uclaf herhaaldelijk maar vruchteloos op aangedrongen dat ze mijn vele concrete aanwijzingen zou onderzoeken. Had ze dat gedaan, dan zou blijken dat er nog veel meer aan de hand is. Alleen het technisch assistentiebureau is doorgelicht, zij het veel te laat. Tal van belangrijke stukken waren al verdwenen.

Zijn de bedenkelijke praktijken die u in de DG22 vaststelde, gemeengoed in de hele commissie?

Van Buitenen: Nee, ik denk dat er diensten zijn die zuiver opereren. In elke overheidsdienst loopt er wel iets fout, maar in de DG22 lag het boven het gemiddelde.

Waar ligt de oorzaak?

Van Buitenen: Als een kabinet sterk op de administratie weegt en de projecten stuurt, ontstaat na verloop van tijd een kwalijke bedrijfscultuur. En toch is het mijn eerlijke inschatting dat 95 procent van de ambtenaren zich onberispelijk van zijn taak kwijt.

Wat is uw reactie op de inhoudelijke kritiek van commissaris Cresson op uw aantijgingen?

Van Buitenen: Haar repliek maakt op mij niet de minste indruk en is zó te weerleggen. De bewijzen zijn er, ze moeten alleen boven water komen.

Voor de tegenstanders van de Europese idee is uw dossier een geschenk uit de hemel.

Van Buitenen: Als de commissie gevolg geeft aan het verzoek om meer transparantie en democratische controle van het parlement, slaat ze de critici de wapens uit de hand. Wanneer ze me echter buitengooit en blijft beweren dat alles in orde is, dreigt er inderdaad grote schade.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content