‘IK BEN DE FASE VAN DROMEN LANG VOORBIJ’

THIBAUT COURTOIS 'Of je nu tegen klein Pierke speelt of tegen Messi: de basisprincipes zijn dezelfde.' © BELGA IMAGE

Het worden weer cruciale weken voor Rode Duivel Thibaut Courtois. Dit weekend speelt hij met Atlético Madrid een kraker tegen FC Barcelona waarin zijn club een nieuwe stap richting titel kan zetten. En straks zit hij samen met Chelseamanager José Mourinho om zijn toekomst te bespreken. Toch blijft de nationale doelman de kalmte in persoon. ‘Ik ben niet zo snel overdonderd, denk ik.’

Sport is het terrein van het onverwachte. Van reuzen die verslagen worden en dwergen die zich tot koning kronen. Supporteren voor een reus garandeert een leven van trofeeën en successen. Je achter een dwerg scharen, betekent jaren hopen op één ultieme triomf. En weten dat als het zover is, ook de fans van andere dwergen dolgelukkig zullen zijn in jouw plaats.

Dat is momenteel min of meer de rol van Atlético Madrid in het Spaanse voetbal. Niet dat Atlético echt een dwerg is. Integendeel, bekeken op een mondiale schaal spreken we zelfs over een van de grootste clubs ter wereld. Maar binnen de Primera División zit je uiteraard met die twee superclubs die als mastodonten boven iedereen uittorenen. Een andere kampioen dan Barcelona of Real Madrid? Het kwam de laatste dertig jaar amper vijf keer voor. En nu lijkt er dus weer zo’n stunt in de maak. De huidige competitie is bijna halfweg en het zijn Los Colchoneros (de Matrassenmakers, wegens de ongebruikelijke kleurencombinatie van de tenues) die verrassend op kop staan. Barcelona houdt nog gelijke tred, maar met grote broer Real is er al een kloofje. Zou eindelijk weer eens een club de Eeuwige Steenrijke Twee kunnen verslaan? Heel voetbalminnend Spanje, of toch het deel dat geen sjaal van Real of Barça draagt, hoopt het.

Thibaut Courtois, keeper bij de Rode Duivels en door Chelsea uitgeleend aan de sensatie van Spanje, geniet van het momentum, maar laat zijn hoofd zeker niet gek maken. ‘We weten eerlijk gezegd niet of we dit kunnen volhouden tot in mei’, vertelt de Limburger tijdens een audiëntie in het uitgeregende Atlético-oefencentrum – al verhindert het noodweer niet dat tientallen fans buiten aan de poort staan te dringen voor een handtekening. ‘Je mag echt geen enkel weekend punten laten liggen, want de twee grotere clubs zullen dat ongetwijfeld afstraffen. Barça en Real beschikken over meer individueel talent dan Atlético, maar als ploeg hebben we geleerd om dat te compenseren met inzet, tactiek en enthousiasme. Ze gaan nog een taaie kluif aan ons hebben, zoveel is zeker.’

Zondag is het Atlético-Barcelona, een echte topwedstrijd. Zin in de confrontatie met Lionel Messi en Neymar?

Thibaut Courtois: De topmatchen speelt iedereen het liefst. Tegelijk is het – en Belgische vrienden geloven me niet als ik dat zeg – een wedstrijd als een andere. Het is niet ‘wow, tegen Barcelona!’, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat had ik van het begin al niet zo sterk, en nu ik voor de zevende keer tegen Messi en co. speel, is het helemaal weg. Ik ben gewoon niet snel overdonderd, denk ik.

Ik pak zo’n match ook niet anders aan. Of je nu tegen klein Pierke speelt of tegen Messi, de basisprincipes van het keepen zijn dezelfde. Je staat er om ballen tegen te houden, en om dat het efficiëntst te doen, moet je te allen tijde klaar zijn om gelijk welke onvoorspelbare situatie te ontmijnen. Bij Messi en Neymar weet je natuurlijk dat die onvoorspelbare situaties vaker zullen voorkomen en moeilijker zullen zijn om op te lossen.

Barcelona zou geïnteresseerd zijn om jou aan te kopen, al gaat tegelijk het gerucht dat de Duitse keeper Marc-André ter Stegen ondertussen getekend heeft. Weet jij meer?

Courtois: Nee.

Zou je willen als de kans zich aandient?

Courtois: Daar kan ik echt geen commentaar op geven. Dat ligt veel te gevoelig.

Atlético is fantastisch, maar Barcelona en Chelsea behoren tot de categorie van de droomclubs.

Courtois: Het zijn ploegen waar je als kind van droomt, ja. Maar ik ben de fase van dromen lang voorbij, bij mij is het echt. (lacht) Momenteel praat mijn manager alleen met Chelsea, want dat is uiteindelijk de enige partij waarmee je nu een zinnig gesprek kunt voeren – ik lig tenslotte bij hen onder contract. We hebben afgesproken dat ik in de komende weken met Chelsea-manager José Mourinho praat en dat er ten laatste eind maart, begin april een beslissing valt. Wanneer dat gesprek met Mourinho precies zal plaatsvinden, weet ik niet, maar het zal waarschijnlijk niet voor direct zijn. Januari is een bijzonder drukke maand, zowel voor mij als voor Chelsea.

Ben jij een betere keeper dan Petr Cech, de huidige doelman van Chelsea?

Courtois: Dat zal ik nooit beweren.

Maar met de status die je hier hebt opgebouwd, ga jij nergens nog heen om tweede doelman te zijn.

Courtois: Dat is zo. En dat zal natuurlijk een rol spelen bij mijn beslissing. Ik ben ook niet langer een speler die je komt halen om op de bank te zetten, denk ik.

In hoeverre heb je zelf in de hand wat er gebeurt? Met jouw handtekening zijn miljoenen gemoeid.

Courtois: Ik kan mijn zeg doen, maar het laatste woord heb ik niet, het is de baas die uiteindelijk beslist. Geen enkele club heeft er belang bij beslissingen te nemen die helemaal tegen de zin van de speler zijn, maar aan het eind van de dag blijft het een zaak van vraag en aanbod. Geïnteresseerde clubs moeten willen en kunnen betalen wat Chelsea vraagt, gesteld dat ze mij zouden willen verkopen.

Van de vier Belgen die bij Chelsea onder contract liggen, zitten er drie in een wat lastige positie tussen blijven en vertrekken. Ze zullen misschien ook alle drie met winst verkocht worden zonder ooit in Londen titularis te zijn geweest.

Courtois: Eden Hazard is de enige die echt gehaald werd als basisspeler. Romelu, Kevin (Lukaku en De Bruyne, nvdr.)en ik wisten dat toen we tekenden, daar moet je achteraf dus niet over zeuren. Maar er is nog niks verloren. Misschien raken we met al die Belgen ooit nog samen in de ploeg bij Chelsea. En anders vinden we een oplossing om onze carrière elders voort te zetten. Kevin is daar nu al mee bezig, hoor ik.

Praten jullie bij de nationale ploeg over transfers?

Courtois: Dat is aan tafel een populair gespreksonderwerp, ja. Welk team is in opmars, hoe is het leven bij die club, waar zoekt men eventueel versterking? Al kun je in die gesprekken nooit helemaal het achterste van je tong laten zien. Transfers zijn gevoelige materie. Er hoort altijd wat geheimzinnigheid bij, maar dat maakt het natuurlijk des te interessanter.

Er is sprake van dat Kevin De Bruyne naar Atlético Madrid zou overstappen. Zou je het hem aanraden om naar hier te komen?

Courtois: Da’s een moeilijke. Op zich wel, want Atlético is een heel mooie en warme club. Maar met het oog op het WK is het voor Kevin misschien niet de beste keuze. Het is erg moeilijk om in een ploeg te raken als die al aan het winnen is. Er staan op Kevins beste posities sterke concurrenten, en hij zou zich moeten aanpassen aan een andere taal en aan andere gewoonten, in een voetballand waar ze hem nog niet kennen. In Duitsland heeft Kevin al een reputatie, ik denk dat hij daar makkelijker aan speelminuten komt. En daar is het hem nu toch in eerste instantie om te doen, hoor ik.

De club heeft me wel eens gevraagd of Kevin zou openstaan voor een transfer en ik zei dat ik dacht van wel. Verder heb ik met een eventuele transfer niks te maken, dat is het werk van andere mensen binnen de club.

De Bruyne kan in de situatie van Toby Alderweireld terechtkomen. Die zit sinds de zomer bij Atlético, maar raakt moeilijk in de basiself.

Courtois: Toby heeft in die paar matchen dat hij zijn kans kreeg sterk gepresteerd, maar zijn probleem is dat de huidige verdediging al twee jaar samenspeelt. Die jongens kennen elkaar, weten hoe ze samen een aanval onschadelijk kunnen maken en hebben het vertrouwen van de trainer. Dan is het niet makkelijk om je daar nog tussen te wringen. Toby heeft de kwaliteiten om hier te spelen, daar is iedereen binnen de club van overtuigd, maar hij zal geduld moeten hebben.

Heb je hem hier wegwijs gemaakt?

Courtois: In het begin heb ik wat vertaald, maar Toby is een grote jongen die zich goed uit de slag trekt. Hij heeft zich niet laten intimideren door die transfer naar een grotere club, en dat is op zich al niet vanzelfsprekend.

Atlético is een fijne, gezellige club. Iedereen gunt elkaar het beste en dat is veel waard. Eigenlijk weet je pas hoe een kleedkamer in elkaar zit als je erin zit, heb ik ervaren. Bij kleine clubs met gemoedelijke supporters kan het er heel zakelijk toegaan, terwijl je bij topteams die van buitenaf nogal onpersoonlijk lijken soms net een heel warme vriendengroep vindt.

Had je in je jeugd een voorbeeld als keeper?

Courtois: Qua stijl en lichaamsbouw kwam ik automatisch uit bij Edwin van der Sar. Zijn manier van keepen lijkt nogal op die van mij. Enfin, mijn stijl lijkt op die van hem, dat is dichter bij de waarheid. (lacht)

Van der Sar werd het IJskonijn genoemd. Dat onverstoorbare heb jij ook.

Courtois: Dat is een van mijn grote sterktes: ik blijf onder bijna alle omstandigheden rustig. Ik mag zeggen dat ik als 21-jarige al een aantal keer serieus onder druk heb gestaan, maar dat heeft me nooit echt verlamd. Zeker als keeper is dat een belangrijke troef.

Iedere speler, ieder mens, maakt wel eens een fout. Maar jij bent niet het type dat bij een lullige tegengoal uit frustratie de doelpaal in tweeën schopt.

Courtois: Guy Martens, de keeperstrainer bij Racing Genk, hamerde daar heel sterk op: maak een vuist als je een goede redding doet – ‘kom op, zo nog een paar!’ – maar verlies je nooit in woede om een fout. Want door die emotieopstoot sla je die fout mentaal op en sleep je ze de hele wedstrijd mee. Dat is een belangrijke les geweest, waar ik nog altijd veel aan heb.

Vroeger zeiden ze: een keeper is altijd een beetje gek. De doelman was meestal de flamboyantste speler van de ploeg. Dat is helemaal veranderd: de jonge keepers van nu zijn ernstige, koele analytici, speelvogels vind je nu eerder in de spits.

Courtois: Een keeper moet veel nadenken, ik vermoed veel meer dan vroeger. Je moet positioneel in elke situatie perfect staan, je moet de verdediging sturen en altijd heel goed weten wat je aan het doen bent. Het is echt niet louter: ‘Ik pak die bal op intuïtie.’ Dat gekke, zoals jij het noemt, is er wel niet helemaal uit: soms gooi ik me in de voeten van een aanstormende spits terwijl ik weet dat dan van alles kan gebeuren, ook erge blessures. Wie niet in staat is om dat nuchtere feit af en toe naar de achtergrond te duwen, is niet geschikt voor de job.

Hoe kijk je uit naar het WK voetbal, hét evenement waar elke Belgische sportfan nu al warm voor loopt? Assistent-bondscoach Vital Borkelmans zegt: ‘Maakt niet uit bij welke topteams de Rode Duivels spelen, voor hun eerste WK-match zullen ze allemaal bloednerveus zijn.’

Courtois: Zo’n WK zal zeker speciaal zijn om mee te maken. Maar de nationale ploeg van nu bloednerveus? Ik kan het me eigenlijk niet voorstellen. De tijd dat de Rode Duivels in de Belgische competitie speelden en alleen op een groot toernooi wereldsterren tegenkwamen, is voorbij. Wij voetballen allemaal bij topteams, hebben titelmatchen en Europese finales gewonnen. (naar de bandopnemer) Met alle respect, Vital, maar ik ben het niet met je eens. (lacht)

We weten wel dat het direct goed moet zitten. Op zo’n groot toernooi bestaan er geen tweede kansen. Druk zal er dus zijn, maar dat zijn de Rode Duivels van nu gewend.

De loting bracht Algerije, Rusland en Zuid-Korea als tegenstanders in de eerste ronde. Kapitein Vincent Kompany’s eerste reactie was: België moet naar de tweede ronde.

Courtois: Dat zegt iedereen, maar we mogen die teams echt niet onderschatten. Rusland werd eerste in de kwalificatiepoule van Portugal. Het is geen Spanje of Italië, maar wel een ploeg waar je last mee zult hebben. De Zuid-Koreanen vallen te vergelijken met de Japanners, tegen wie we vriendschappelijk toch verloren: een tactisch sterk blok dat je 90 minuten lang onder druk houdt, technisch goed en met een perfecte conditie. Algerije is mij onbekend, maar het is niet omdat ze geen grote namen hebben dat je er zomaar overheen wandelt. Op een WK zijn er geen zwakke ploegen.

En toch, durven jullie al verder te kijken? Of is het hovaardig om te zeggen: de Rode Duivels moeten in hun groep eerste worden zodat ze in de volgende ronde waarschijnlijk Duitsland vermijden?

Courtois: Natuurlijk kijk je, denk je en hoop je. (verbetert zich) Maar laten we het stap voor stap aanpakken, nu telt alleen onze eigen poule. Overleven we die, dan krijgen we telkens één match waarin het moet gebeuren. Als we geluk hebben, kunnen we ver komen, maar het is ook mogelijk dat je snel weer thuis zit zonder dat je je iets te verwijten hebt.

Zie jij België als wereldtitelkandidaat?

Courtois: Ik denk het niet. De oefenmatchen tegen Colombia en Japan hebben duidelijk gemaakt dat wij geen Duitsland, Spanje of Brazilië zijn. Dat mogen we niet vergeten. We hebben een goede groep, maar niet de kwaliteit om te zeggen: alles minder dan de halve finale is te weinig.

Brazilië zal in eigen land moeilijk te kloppen zijn en start zeker als de grote favoriet. Duitsland en Spanje plaats ik daar net onder. Een van die drie landen wordt wereldkampioen.

Hebben de Spaanse journalisten je al aangesproken over de Rode Duivels of is dat geen thema hier?

Courtois: Onze overwinning op Kroatië heeft in Marca (grote Spaanse sportkrant, nvdr.) veel aandacht gekregen. Dat vond men een erg straffe prestatie. Het zette ons op de kaart als opkomend voetballand dat interessant is om te volgen. Maar we worden zeker niet beschouwd als een titelfavoriet. In Spanje redeneert men: resultaten in de kwalificatie zijn mooi, maar schitteren op een groot toernooi is toch nog iets anders.

De Spanjaarden zijn hoegenaamd niet bang voor België. Wel vertelde een journalist me dat we in de halve finale eventueel tegen elkaar kunnen uitkomen – en dat vond hij zeker geen slecht vooruitzicht.

Je hoort internationals weleens zeggen dat deze ploeg er pas op het Europees kampioenschap van 2016 echt zal staan.

Courtois: Dat is toch logisch? Veel belangrijke spelers moeten nog 25 worden. Als die zich ten volle ontplooien – en dat moet je ook allemaal nog maar afwachten – dan heeft België een ploeg waarvan je mag hopen in 2016 het EK te winnen. Uiteraard kan er in drie jaar tijd nog veel gebeuren, maar wie weet kijken we later terug op het WK in Brazilië als een eerste stap naar veel meer.

Zelf voel ik in ieder geval dat er nog een stijgende lijn in zit. Ik ben echt een heel andere keeper dan toen ik hier aankwam. Door grote matchen te spelen, doe je ervaring op. (somt op) De finale van de Europa League, de finale van de Spaanse beker, de Europese Supercup, topmatchen in de Champions League…, zo bouw je vertrouwen op. Dan is geen enkele uitdaging nog te groot.

En te denken dat je nu evengoed nog reservedoelman bij Racing Genk had kunnen zijn.

Courtois: Dat had zomaar gekund. Laszlo Köteles was bedoeld als eerste keeper. Als hij geen problemen had gekregen met zijn aansluitingspapieren, dan had ik misschien geen kampioenenseizoen meegemaakt. Wie weet zat ik dan nog altijd op mijn eerste kans te wachten. Je leven laat zich niet voorspellen, dus je moet de kansen grijpen wanneer ze zich aandienen. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik dat gedaan heb.

Bij de jeugd was ik nooit het onstuitbare toptalent. Dat waren Koen Casteels en Thomas Kaminski, de vaste waarden bij de nationale jeugdploegen. Pas toen ik bij Genk in het eerste elftal kwam, begon men mij als een talent te beschouwen, en dat nieuwe imago heeft zeker geholpen. Het goede werd benadrukt, het minder goede vergeten. Zelf heb ik altijd gedacht dat ik ooit een terugval zou krijgen, maar die is er tot nu toe niet gekomen.

Grote jeugdspelers worden wel vaker onderschat, vanuit het vooroordeel: die zijn wat sloom.

Courtois: Dat cliché ging voor mij nochtans niet op. Ik kom uit een volleybalfamilie: reflexen en explosiviteit zitten bij mij in de genen. In Spanje heb ik daar trouwens nog grote stappen in gezet: keepers trainen hier hard op de reactie. Snel beslissen is de kern van het Spaanse voetbal.

Ben je bang om je de komende maanden te blesseren en toch nog dat WK te missen?

Courtois: Ik denk niet bij elke match: ik hoop maar dat ik mijn knie niet breek. Maar als het een andere speler overkomt, sta ik er toch even bij stil. Dat is voetbal, hè. Het kan elk weekend gebeuren. Als het noodlot toeslaat, heb je geen verhaal.

Van welke Rode Duivel zou het voor de ploeg het ergst zijn als hij ontbreekt in Brazilië?

Courtois: Iedereen is belangrijk, maar Kompany heeft zo veel uitstraling en zo’n grote invloed op de andere spelers dat je het merkt als hij er niet bij is. We hebben genoeg sterke centrale verdedigers die op het veld zijn plaats kunnen innemen, maar qua autoriteit en leiderschap blijft Vincent superbelangrijk.

Van buitenaf bezien lijkt de nationale ploeg een bende gezworen kameraden. Zijn de andere Rode Duivels vrienden of veeleer goede collega’s?

Courtois: Toch meer goede collega’s. In het voetbal is vriendschap niet gemakkelijk. Iedereen is met zijn eigen ding bezig. Het blijft een beroep, we zitten daar niet puur voor ons plezier. Dat wil niet zeggen dat je niet vriendschappelijk met elkaar kunt omgaan. De meeste spelers kennen elkaar al heel lang en weten dus wel hoe ze zich met elkaar kunnen amuseren. Maar het is toch eerst werk en dan pas lol. En zo hoort het ook.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Ik heb altijd gedacht dat ik nog een terugval zou krijgen, maar die is er tot nu toe niet gekomen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content