Na een moedige toespraak van de Pakistaanse president Pervez Musharraf lijkt de oorlog om Kasmir weer even weg te ebben.

Geen van de betrokken partijen, zo benadrukt Amanullah Khan, moet daarbij z’n gezicht verliezen: laat het nu verdeelde Kashmir herenigd worden in een federatie van vijf provincies (Jammu, Kashmir-vallei en Ladakh momenteel onder Indiase controle, Azad Kashmir en Gilgit-Baltistan onder Pakistaanse controle), laat de Pakistaanse en Indiase legers zich daar gelijktijdig uit terugtrekken, en maak er een onafhankelijke, democratische en seculiere staat van. Na vijftien jaar kun je dan een referendum houden waarin de bevolking zich, dit keer eens niet onder druk en dreigementen, uitspreekt voor aansluiting bij India of Pakistan of voor definitieve onafhankelijkheid.

Een bedrieglijk simpel voorstel dat het JKLF nergens echt populair maakt: niet in India, dat de eigen deelgebieden met militair geweld onder de duim houdt, niet in Pakistan, dat Azad Kasjmir laat runnen als een politiestaat met forse inbreng van de geheime dienst ISI. Beide kanten tot de tanden gewapend en tot alles in staat. Sinds het misschien wat naïeve begin van de opstand tegen India in 1988 zijn er niet minder dan 70.000 doden gevallen.

‘We zitten geplet tussen de twee’, zegt Amanullah Khan. ‘Ik woon hier wel in Pakistan, maar ook Pakistan houdt niet van ons idee. In Azad Kashmir wordt in de scholen geen geschiedenis van Kashmir onderwezen. Ze hebben er verkiezingen, maar kandidaten moeten een document ondertekenen dat ze Kashmir bij Pakistan willen inlijven. Onafhankelijkheid staat niet op het menu.’

RADICAAL RELIGIEUS

En dat valt ook af te lezen aan de samenstelling van de militantengroepen en organisaties die voor Kashmir de strijd voeren. Zodra de in wezen inlandse opstand in Kashmir een feit was, haastten India en Pakistan zich om hun eigen groepen op te richten. Met de evoluties van de jongste jaren, met name in Afghanistan, op de achtergrond, is het politieke en ideologische accent in de militantengroepen verschoven van seculier nationalistisch naar radicaal religieus. Nieuwe groepen ontstonden na de aftocht van de Russen uit Afghanistan, al dan niet onder invloed van buitenaf of van de diverse geheime diensten, en werden vaak bemand met veteranen uit de Afghaanse oorlog.

Het epos van de Taliban kende zijn spiegelbeeld op Kashmiri niveau. De meeste organisaties die zich de afgelopen jaren voor Kashmiri verzetsgroepen uitgaven, waren in feite Pakistaans, met Pakistaanse leden. Ook de ultra-radicale Lashkar e Taiba en de Jaish e Muhammad, (pas verboden) die de aanslagen op het Indiase parlement en in Srinagar op hun actief zouden hebben. Het is logisch dat deze groepen niet voor onafhankelijkheid opkomen, maar voor aansluiting bij Pakistan. De religieuzen op basis van godsdienst, de rationelen op basis van leefbaarheid: hoe zou Kashmir, niets dan door grote naties omsloten bergland, ooit als onafhankelijke staat kunnen gedijen? Het naïeve Europese antwoord, ‘als Zwitserland bijvoorbeeld’, brengt momenteel alleen Amanullah Khan aan het lachen.

Zo’n twee dozijn gewapende militantengroepen zouden nu in door India bestuurd Kashmir opereren. India zegt dat die door Pakistan gefinancierd, opgeleid en gestuurd worden, en heeft het over ‘grensoverschrijdend terrorisme’. Islamabad ontkent die lezing, en zegt dat het om ‘spontane’ groepen vrijheidsstrijders gaat die het zelf niet kan of wil verbieden.

Meestal zijn het inderdaad heel kleine groepjes, die heel lokaal gerichte actie voeren. Ze zijn ruwweg opdeelbaar in twee grotere formaties: de separatistische ‘ All Parties Hurriyet Conference‘ in Srinagar, aan de Indiase kant in de Kashmir-Vallei, en de ‘ United Jihad Council‘ in Azad Kashmir. Al deze groepen en groepjes, openbaar en clandestien, staan in Indiaas Kashmir tegenover een troepenmacht die volgens New Delhi 125.000 man en volgens henzelf ruim een half miljoen soldaten sterk is. Heel Kashmir heeft een bevolking van rond de twaalf miljoen, waarvan negen miljoen onder India en drie miljoen in Azad Kashmir.

POLITIEKE OPLOSSING

De strijd is ongelijk. Pakistaanse militairen en Indiase politici hebben de kwestie Kashmir door de jaren gebruikt om er hun aanhang mee te mobiliseren of hun budget te rechtvaardigen, zonder ooit een centimeter dichter bij een oplossing te komen. Azad Kashmir, het pseudo-onafhankelijke land, heeft zogenaamd eigen politieke partijen gevormd, volgens het model van de Pakistaanse politieke partijen. De ‘ Azad Muslim Conference‘ wordt geleid door Dr. Khalid Ibrahim, de rustige zoon van de eerste president van Azad Kashmir. Hij woont in het bergstadje Rawalakot.

Nee, zegt Khalid Ibrahim, beweren dat de zaak van Kashmir gekidnapt is door de moslim-militanten is het niet begrijpen. De militante fase is er gekomen toen bleek dat de resoluties van de Verenigde Naties (onder meer een referendum) niet uitgevoerd werden. Nu hebben de radicale moslims de leiding ervan overgenomen. Maar het is een fase, die stilaan voorbijgestreefd raakt: ‘De oplossing moet uiteindelijk wel politiek zijn. Het kan nog jaren duren, maar in die richting moet het gaan. Het proces is trouwens al bezig: na de ontmoetingen in Lahore en Agra moet nu de Indiase publieke opinie ervan overtuigd worden dat dit probleem opgelost moet worden als ze ooit hun levensstandaard willen verbeteren. Dat geldt ook voor ons. Aan beide kanten zijn de legers gefinancierd door de belastingbetalers. Me dunkt dat de belastingbetalers dan ook wel het recht hebben om hun militairen een paar vragen te stellen.’

En natuurlijk speelt de ISI een belangrijke rol, geeft Ibrahim toe. ‘Maar fundamenteel was het een inlandse beweging. Dat kan niet anders. En natuurlijk heeft die beweging hulp gekregen van buiten af. Alle bewegingen hier krijgen hulp van buiten af. Pathanen komen hier helpen, wij gaan daar helpen. En natuurlijk hebben wij hier guerrilla’s getraind. Dat viel ook niet tegen te houden. De Line Of Control houdt niemand tegen. Dus er is steun geweest van over de grens voor de militanten. Maar dat grensoverschrijdend terrorisme noemen, zoals India doet, is niet fair.’

Want na de aanslag van moslimextremisten op het parlement in New Delhi ging het daar duidelijk naartoe. India eiste van Pakistan niet minder dan de uitlevering van de vermoedelijke daders (een lijst met twintig namen werd afgegeven), en het totale stopzetten van de gewapende acties over Kashmir. Menigeen dacht dat de eisen te hoog waren. Kon de Pakistaanse president Pervez Musharraf, nadat hij de kant van de VS gekozen had tegen de Taliban, nadat hij de radicale moslimgroepen Jaish e Muhammad en Lashkar e Taiba verboden had en de leiders van militantenpartijen huisarrest had gegeven, nog verder gaan en verregaande toegevingen doen over Kashmir?

Ja dus. In een plechtige toespraak tot de natie zaterdag zegde Musharraf alle terroristische groepen en extremistische moslimgroepen de wacht aan en kregen de moskeeën verbod nog haat en geweld te verspreiden. En de befaamde madrasas, de religieuze scholen, moeten geregistreerd worden, en opgenomen in het echt bestaande onderwijsnet. Pakistan zal Kashmir nooit laten vallen, aldus Musharraf, maar de oplossing moet worden gevonden aan de onderhandelingstafel.

Het was een mooie en moedige toespraak, de bevestiging dat het de generaal ernst was met zijn offensief tegen de moslimfundamentalisten die zijn land onbewoonbaar aan het maken waren. Of misschien had hij uiteindelijk geen andere keus meer. De oorlog zal wellicht voor een ander seizoen zijn.

Sus van Elzen

Foto’s Maria Fialho

Het is Musharraf ernst met zijn offensief tegen de moslimfundamentalisten die zijn land onbewoonbaar aan het maken waren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content