De Europese Unie belandt in een nieuwe institutionele crisis nadat de Ieren ‘nee’ hebben gezegd tegen het Verdrag van Lissabon. Maar dat hoeft niet meteen het einde te betekenen van dit hervormingsverdrag, zegtde Gentse professor Hendrik Vos.

Van alle 27 lidstaten van de EU laat alleen Ierland het Verdrag van Lissabon, de opvolger van de afgeschoten Europese Grondwet, ratificeren via een referendum. Het verdrag moet de EU hervormen, zodat ze weer slagkrachtig wordt na de uitbreiding richting Oost-Europa. De hervorming waarop het verdrag aanstuurde, was een betere bestuurbaarheid door onder meer in enkele beleidsdomeinen het vetorecht van de lidstaten te laten vallen en het aanstellen van een permanente voorzitter van de Europese Raad van regeringsleiders en één vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid.

Ironisch genoeg wordt dat hervormingsproces nu lamgelegd door het veto van één land. Achttien andere lidstaten hebben het verdrag al goedgekeurd, maar de 53,4 procent van de opgedaagde Ieren die donderdag ‘nee’ stemde in het referendum is genoeg om alles voorlopig op te schorten. Ook al vormt de Ierse bevolking nog geen procent van het totale aantal inwoners van de EU. Ondanks die uitslag klonken de Europese leiders in hun eerste reacties overwegend strijdvaardig. De Franse president Nicolas Sarkozy en de Duitse kanselier Angela Merkel stelden gezamenlijk dat doorgaan met ratificeren in de acht resterende landen de enige optie is. Eenzelfde geluid was te horen bij José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie. Ook de Britse regering belooft deze week door te gaan met de ratificatie in het parlement, ondanks druk van de oppositie. Alleen de eurosceptische Tsjechische president Vaclav Klaus riep dat het verdrag nu dood is.

‘De EU raakt gewoon aan referenda die op niets uitdraaien’, zegt professor Hendrik Vos, hoofd van het centrum voor EU-studies aan de Universiteit Gent. ‘We hebben in 2005 Frankrijk en Nederland de Europese Grondwet zien afwijzen, en de laatste dagen voor het referendum in Ierland verwachtte iedereen al dat het opnieuw nipt zou zijn. Het resultaat is natuurlijk wel vervelend voor de EU, want het Verdrag van Lissabon kan niet, zoals gepland, op 1 januari 2009 in werking treden. En op langere termijn zal het improviseren worden, men zal de juridische trukendoos moeten opendoen. Allicht zal er een soort van overgangsregeling uitgewerkt worden, terwijl de Ieren intussen geïsoleerd worden. Het lijkt mij waarschijnlijk dat er daarna een tweede referendum komt in Ierland.’

Zullen de Ieren toegevingen krijgen om ze over de streep te trekken?

HENDRIK VOS: In Ierland doen sommigen nu alsof dat zo zal zijn. Maar ik denk dat de kans heel klein is dat er ook maar iets aan de huidige tekst herschreven zal worden. Het verdrag is al een zodanige evenwichtsoefening, waar zolang aan gesleuteld is, dat het me onwaarschijnlijk lijkt dat men er nu nog aan zal raken. Anders heb je de poppen opnieuw aan ’t dansen en zullen ook andere landen om toegevingen beginnen te vragen. Zelfs een symbolische concessie is heel moeilijk. Misschien komt er wel een plechtige verklaring waarin men zegt dat de Ieren niet hoeven te vrezen voor hun neutraliteit (een veelgehoord bezwaar tijdens de Ierse campagne, nvdr). Maar als er ook maar een komma wordt veranderd aan de huidige tekst, dan moet het hele ratificatieproces van voren af aan beginnen, ook in de achttien lidstaten waar het verdrag nu al is goedgekeurd.

Ierland stemde in 2001 ook al het Verdrag van Nice weg, om pas in een tweede referendum overstag te gaan. Hoe komt dat? De Ieren hebben toch heel wat economische vooruitgang te danken aan de EU?

VOS: Dat is niet typisch voor de Ieren, maar een algemeen probleem. De legitimiteit van dat hele project van de Europese Unie staat op de helling. Mensen beginnen zich af te vragen waar die Europese integratie nog voor dient? Dat algemene wantrouwen is volgens mij ook in Ierland de belangrijkste factor geweest voor de uitkomst van het referendum. Want een nee-kamp teert daar gemakkelijk op. Ze gebruiken één concreet scenario dat het gevolg zou kunnen zijn van dat verdrag, en dreigen daarmee.

Opnieuw klinkt de kritiek dat het ja-kamp ‘het niet goed uitgelegd heeft’. Deelt u die kritiek?

VOS: Een grondwet of een fundamentele juridische tekst die spelregels vastlegt, dat is geen gemakkelijke lectuur, en dus ook niet zo gemakkelijk uit te leggen. Als het ja-kamp en de Ierse regering ergens schuld aan hebben, maar ook dat is een algemeen probleem, dan wel dat er te vaak negatief gecommuniceerd wordt over de Europese Unie. De nationale politiek laat niet na de EU als zondebok te gebruiken als het haar uitkomt. En als nationale politici al niet meer lijken te geloven in het Europese project, waarom moeten de burgers dat dan nog doen?

Barroso zei meteen dat het ratificatieproces vooral moet doorgaan. Een juiste keuze?

VOS: Ik begrijp die houding, want men is nu al sinds eind 2001 aan het discussiëren over die grondwet en het Verdrag van Lissabon, dat daar een remake van is. Noem het ‘de staatshervorming van Europa’. En vergelijk het met de Belgische staatshervorming, stel je voor dat men daar nog eens zeven jaar over moet discussiëren. Daarom vindt men dat het maar eens afgelopen moet zijn De afgelopen maanden zijn veel concrete ideeën in de koelkast gestopt, om Ierland niet te bruuskeren. Het wordt tijd om werk te maken van beleid. Nu nog eens herbeginnen met het ratificatieproces, daar zit in Europa werkelijk niemand op te wachten.

Is de crisis zo erg als in 2005, toen Frankrijk en Nederland de grondwet wegstemden?

VOS: Nee. Toen voelde iedereen meteen aan dat het heel moeilijk zou zijn om nog een oplossing te bedenken om de grondwet te redden, en dat andere lidstaten Frankrijk en Nederland zouden volgen. Vandaag is Ierland een geïsoleerd geval. Als alle andere lidstaten doorgaan met de ratificatie, dan zullen we zien of de Ieren nog een tweede keer nee durven te zeggen. Want dan plaatsen ze zich buiten de EU. Onder de Europese leiders is er in elk geval een consensus om met dit verdrag verder te gaan.

Er duiken nu opnieuw veel tegenstanders op van referenda over de EU. Bent u een van hen?

VOS: Ik denk dat de debatten in Frankrijk, Nederland en Ierland ervoor gezorgd hebben dat er over de EU gepraat is. Maar er is een zodanig fundamenteel gebrek aan kennis over wat die EU doet en kan betekenen voor de burgers, dat men gemakkelijk met leugens en halve waarheden een nee-campagne kan voeren. Referenda hebben pas zin als mensen weten waarover het gaat. En maak je daarover geen illusies: veel mensen weten gewoon niet wat de EU en haar grondwet betekenen.

Hoe zou u bondig uitleggen waarom EU-burgers voor dat Verdrag van Lissabon moeten stemmen?

VOS: Heel veel uitdagingen waar we vandaag voor staan, moet je in een groter verband aanpakken, en voor ons is dat groter verband de EU. Het verdrag zal die EU meer slagkracht geven, hoewel dat niet gebeurt op alle domeinen waar het zou moeten. En het maakt de EU democratischer, want het geeft het Europees Parlement meer macht.

Zal op de Europese top van donderdag en vrijdag in Brussel vooral over het institutionele gepraat worden, in plaats van het geplande debat over concrete problemen, zoals de koopkracht?

VOS: Absoluut, en dat is net de paradox. Door het ‘nee’ van de Ieren blijft Europa hangen in dat institutionele debat, en kunnen de concrete problemen van de burgers niet aangepakt worden. Op de top zal men nu allicht om een snelle ratificatie vragen in de acht lidstaten die dat nog niet gedaan hebben, zodat de Ieren snel geïsoleerd worden. Daarna zal men de Ieren een rustpauze gunnen en ze dan een herkansing geven met een tweede referendum. Netjes is dat natuurlijk niet, als je juist de superdemocraat wilde uithangen met het organiseren van een referendum. Wat je zegt, is dat ze niet goed gestemd hebben. Maar toch zal het zo gaan, een alternatief is er niet.

DOOR THOMAS VERBEKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content