Info : De auteur is docente reproductieve biologie aan de universiteit Gent.

Meimaand, communiemaand. In de krant botste ik onder de rubriek familieberichten op twee volle pagina’s gevuld met communiefoto’s en gelukwensen. Prinsesjes in elfenjurkjes en assepoesters in truitjes waren door elkaar gemonteerd. Toen werd het me weer glashelder: we zijn allemaal ongelijk. We worden ongelijk geboren.

Er is niets mis met ongelijkheid, wel met onrechtvaardigheid. Genetische ongelijkheid is de motor van de evolutie. Sociale onrechtvaardigheid is de motor van revolutie.

Ik hoor het Bartje Somers graag zeggen in de Zevende Dag: alleen wie 40 jaar voltijds heeft gewerkt, zou nog recht hebben op een volwaardig pensioen. Het is wel rijkelijk laat om te beseffen dat de in slaap wiegende uitkeringsstaat tot economische fiasco’s in Noord en Zuid zal leiden. De simpelste breugeliaanse boer weet dat een systeem van ‘betalen voor niet-werken’ in elkaar zal stuiken. Er wordt nu nog welig geprofiteerd van brugpensioen en betaald tijdskrediet, maar de volgende werkgeneraties zullen het geweten hebben, want het geld van de sociale zekerheid zal ‘sociaal onrechtvaardig’ opgesoupeerd zijn. De River Woodskinderen van nu zullen moeten leren leven met Wibragoederen. Hoewel het plan-Somers op het eerste gezicht daarom wel eerlijk lijkt, draagt het al opnieuw sociale ongelijkheid in zich. Veertig jaar fysieke arbeid mag een grotere gewichtsfactor krijgen dan 40 jaar witteboordwerk. Voor de één is het pensioen letterlijk uitblazen terwijl voor de ander vaak een nieuw leven van reizen en ontplooiing opengaat.

Er dreigt echter nog meer sluipende sociale onrechtvaardigheid in de sector van de volksgezondheid. Alleen al op het vlak van medisch begeleide voortplanting zijn er verscheidene voorbeelden. Er is het wetsvoorstel om de anonimiteit bij spermadonatie op te heffen. Maar juist in de anonimiteit schuilt vandaag nog de gelijkheid. Voor sociaal minder draagkrachtige paren is de anonimiteit vaak de enige optie om het donorouderschap te aanvaarden en in te passen. Er is dus in de huidige sociale context zeker nog wat te zeggen voor een tweelokettensysteem waar de keuze van de ouders voor anonieme of bekende donatie mogelijk blijft. Wat in beide gevallen noodzakelijk blijft, is de technische traceerbaarheid van de donor. Met de explosie van genetische technologie zal een DNA-paspoort standaard worden en niet-genetisch ouderschap verzwijgen zal op termijn moeilijk worden.

Een ander voortplantingsitem dat op dit moment alleen voor de happy few lijkt voorbehouden is de creatie van ‘saviour siblings’, de reddende engels die via in-vitrofertilisatie en genetische screening tot stand worden gebracht om broertjes of zusjes met een acute levensbedreiging te redden. Deze aanpak kan zelfs overbodig worden zodra therapeutisch klonen en stamceltechnologie op punt zullen staan. Bij al deze vormen van derdemillenniumgeneeskunde zal het erop aankomen sociale gelijkheid te bewaren, in die zin dat commercialisering en patentering van humaan materiaal voorkomen worden.

Met de evolutie van de geneeskunde zal genetische ongelijkheid tussen individuen steeds duidelijker worden. Maar in plaats van tot sociale veroordeling moet dit tot meer sociaal begrip leiden. Ongelijkheid, ja, onrechtvaardigheid, neen! Het is tijd voor een sociaal-biologische revolutie.

JOSIANE VAN DER ELST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content