De fraaie beloften over het nakende digitale tijdperk zijn nog niet waargemaakt, zegt Microsoft-topman Bill Gates, voor even op bezoek in Europa.

De rijkste man ter wereld lijkt zelfs in staat zichzelf onzichtbaar te maken. Nieuwsgierige bezoekers in de ontvangsthal van het Haagse Congresgebouw, waar Microsoft een conferentie houdt, zouden zweren dat Bill Gates hen wel moet passeren om vanuit het aanpalende hotel Dorint de zaal in het congresgebouw te bereiken, waar ’s lands captains of industry zich deze morgen al vroeg hebben verzameld. Maar browser Bill wordt niet gesignaleerd. Niettemin zitGates klokslag acht uur in de zaal. Onder het nuttigen van een ontbijt spreekt hij de Nederlandse managers toe. Gates is via een sluiproute gekomen. De man van dik tweeduizend miljard frank is tegenwoordig volkomen afgeschermd. Sinds hij vorig jaar in Brussel van een actiegroep een taart in het gezicht kreeg, en zijn Microsoft in de Verenigde Staten lijdend voorwerp is in een rechtszaak wegens vermeend monopolistisch gedrag, wordt hij door een batterij veiligheidsmensen omringd.

Even voor negen veert hij op van de ontbijttafel. “Interview” staat op zijn programma, dat zowel muurvast is als overladen. Drie kwartier mag het gesprek duren, en geen seconde langer, is de strikte afspraak. De laatste vijf minuten schenken we de oprichter/grootaandeelhouder/directeur van de Amerikaanse softwaregigant graag. Heeft hij tenminste even rust in de dolle Europese tour, met in luttele dagen welgeteld 51 officiële bezoeken, spreekbeurten en vergaderingen.

Gates steekt nooit zomaar de oceaan over. Er is een nieuw product, een nieuwe technologie, of, zoals deze keer, een nieuwe “filosofie”. Hij verblijdt de ondernemende goegemeente en hoogwaardigheidsbekleders met het begrip digital nervous system, zeg maar een digitaal zenuwstelsel. Vrij vertaald: alle relevante informatie, van binnen en buiten de organisatie, breng je via de computer bij elkaar op de daartoe bestemde plaats. “Hoe meer cijfers, grafieken, commentaren en andere informatie je tot je beschikking hebt,” poneert Gates, “des te verantwoorder je beslissingen neemt.”

Dat kan zijn, maar mensen verdrinken nu al in de zee van informatie, die ze, bijvoorbeeld via het internet, ophalen. En wie te veel gegevens op zich af krijgt, durft geen beslissing te nemen en begint te dralen, leert de ervaring. Waar moet het heen als er nog meer informatie bij een mens terechtkomt? Is het “digitaal zenuwstelsel” wel adequaat?

“De mens is nog altijd het beste in staat om data-informatie tot kennis te maken”, erkent Gates. “Juist bij de mens functioneert het zenuwstelsel prima. We ademen, we eten, we nemen als vanzelf de beslissingen die nodig zijn om te bestaan.”

De personal computer (pc) is vergeleken met die mens maar een armzalig apparaat. Gates is de eerste om dat te beamen. “De pc is nog altijd te ingewikkeld, te duur, te zwak. Hij kan niet zien, verstaat je niet, en kan niet praten.” Nee, de pc hoeft geen mens te worden. Volgens Gates zou het al heel aardig zijn als de pc de vergelijking met een hond zou kunnen doorstaan. “Een hond kan zien en blaffen, en hij begrijpt wat je wilt als je hem een commando geeft. De pc moet dus nog een heleboel leren”, gniffelt Gates. Er ligt nog een wereld open voor Microsoft, ’s werelds grootste softwaremaker.

GATES SPEELT SLECHTS OM TE WINNEN

Bill Gates is net koning Midas. Alles wat hij aanraakt, lijkt in goud te veranderen. Jaar in jaar uit verbaast Microsoft met fors groeiende verkopen en winstmarges die nog sneller omhoog gaan. Het afgelopen jaar was opnieuw een recordjaar: 175 miljard frank nettowinst op een omzet van 560 miljard. Beleggers belonen Microsofts prestaties en perspectieven met een beurswaarde van momenteel tienduizend miljard frank. Welke uitdaging heeft Gates nog? Met een belang van 20 procent in die toko hoeft hij zich om geld en roem toch geen zorgen meer te maken? “Mijn oorspronkelijke ideaal was: op elk bureau en in iedere woning een pc. We zijn een eind op weg, maar dat doel is nog lang niet gehaald.”

Gates wipt nerveus heen en weer op zijn stoel, hij bruist van de energie. Een zachtmoedige man, maar ook een knokker. Hij speelt slechts om te winnen. “Als straks een ander bedrijf eerder dan wij met een goed product voor het automatisch omzetten van handschrift op de markt komt, dan hebben wij gefaald.” Hij huivert bij de gedachte dat Microsoft door verbureaucratisering en verzadiging niet in de gaten zal hebben dat de wereld van de informatietechnologie opeens een andere richting is ingeslagen.

Ooit dreigde dat te gebeuren. Tot 1995 onderschatte Gates de betekenis van het internet. Met een historisch memo aan zijn personeel kwam hij net op tijd terug op de miscalculatie. In rap tempo ontwikkelde Microsoft de programma’s waarmee de pc-gebruiker het internet op kon. Door die programma’s te koppelen aan Microsofts besturingssysteem Windows, geïnstalleerd op 90 procent van alle pc’s in de wereld, verwierf Gates zich ook in de internetwereld een machtige positie. Tot grote ergernis van zijn hardnekkige rivalen.

“Internet is net zo belangrijk als destijds de eerste pc van IBM. Toch sta ik nog steeds wantrouwig tegenover medewerkers die me proberen over te halen om te investeren in projecten die te zeer de kant van internet uitgaan. Raken we geobsedeerd, dan lopen we het risico dat we andere ontwikkelingen missen.”

Hij zit erbovenop. De dagelijkse leiding van het bedrijf droeg hij vorig jaar over aan Steve Balmer, zodat hij meer tijd kan nemen voor zijn jaarlijkse retraites en diepgaande discussies met zijn ontwikkelaars.

HET MEEST BEWONDERDE BEDRIJF

Gates wordt afgeschilderd als een slokop. Microsoft zou zich gedragen als een octopus die met zijn machtige tentakels de hele wereld van de informatie- en communicatietechnologie in zijn greep probeert te krijgen via overnames, allianties en participaties. En ook, beweren zijn gezworen vijanden, door illegale praktijken als het maken van geheime marktafspraken en door het besturingsprogramma Windows standaard uit te rusten met allerlei programma’s, waardoor andere fabrikanten geen poot aan de grond krijgen. Het leidde tot het eerder genoemde antitrustproces.

Gates mag, kan en wil aan die laatste kwestie geen woord vuil maken, want de zaak (“ons enige minpunt in het afgelopen jaar”) is nog onder de rechter. Van echte dominantie en veelvraterij door Microsoft is volgens hem geen sprake. Zoals hij ook het vijandbeeld in een ander perspectief plaatst: “Bijna iedereen haat me, zegt u. Microsoft is in de Verenigde Staten nog altijd het meest bewonderde bedrijf. Als je de meningen op straat vraagt, scoren we vijf keer beter dan elk ander bedrijf. Zelfs vorig jaar nam onze populariteit toe.”

“Kijk naar onze groei, naar onze resultaten, of naar de pc. Drie jaar geleden werd die dood verklaard; de netwerkcomputer zou het gaan maken. Daar zijn ze intussen op teruggekomen. En weet u, de bedrijven die de laatste twintig jaar succesvol waren in de computerindustrie waren onze zakenpartners. Zullen zij ons haten? Laten we wel zijn: they lóóóve us!

Overnemen doet Microsoft “minder dan onze concurrenten plegen te doen”, beweert Gates. Liever steekt het bedrijf jaarlijks 120 miljard frank in eigen productontwikkeling en innovatie. “We zijn en blijven een softwarebedrijf. Het ontwikkelen van hulpmiddelen voor pc-gebruikers is en blijft onze kracht en kernactiviteit. Negentig procent van onze omzet behalen we door de verkoop van Windows, Office, Exchange, et cetera.”

Niettemin, ook de ontwikkelingen buiten de software volgt Gates nauwgezet. Microsoft bouwt belangen op in de distributie – kabelmaatschappijen bijvoorbeeld – en in zogeheten content: producten en diensten die op het internet worden aangeboden. Het bedrijf bezit onder meer het internetmagazine Slate, de multimedia-encyclopedie Encarta, de interactieve televisiegids Web-tv en het Amerikaanse kabelkanaal MSNBC. Naar verluidt, voerde Gates vorig jaar zelfs besprekingen over een nauwe alliantie met de Brits-Nederlandse uitgever Reed Elsevier. Twee weken terug nog kondigde Gates aan een belang van 5 procent te nemen in het in Amsterdam gevestigde kabelbedrijf UPC, dat binnenkort naar de beurs gaat.

Begrijp hem goed, Bill Gates is niet van plan vol de kabel- of telecomindustrie in te gaan. “We claimen niet dat we verstand hebben van die branches. Exploitatie van communicatienetwerken is me te complex; die wereld is zeer gereguleerd.” Microsoft zal zich bij UPC opstellen als een passieve aandeelhouder. Gates hoopt slechts dat UPC sneller kan inspelen op de vraag naar meer digitale capaciteit in kabelnetwerken. Zodat die eerder geschikt zijn voor diensten die straks met software van – uiteraard – Microsoft kunnen worden aangeboden.

Hoewel Gates zijn ambities in de mediawereld bagatelliseert, houden de geruchten aan. “Omdat Microsoft het internet begrijpt en een belangrijke partij is geworden in de on line business, verwacht iedereen dat we verder zullen opschuiven in de productieketen. Je hoort zelfs dat we zouden overwegen via internet een bankbedrijf te beginnen. No way, vergeet het maar!” Het gaat erom dat Microsofts software “het gereedschap” blijft waarmee bedrijven hun commerciële boodschap kunnen uitdragen.

DE VRIJE MARKT IS DE SCHEIDSRECHTER

Ondanks alle initiatieven zijn de fraaie beloften over het nakende digitale tijdperk niet waargemaakt, vindt Gates. Het duurt bijvoorbeeld nog een poosje voordat we met onze computer kunnen “praten”. Zelfs in de Verenigde Staten slaan de meeste interactieve diensten maar matig aan. “De vele regeltjes, de hoge prijzen en het geringe gebruiksgemak van nieuwe diensten zijn daar debet aan. De vrije markt is een prima scheidsrechter voor wat wel en niet aanslaat.”

De informatietechnologie lijkt vooralsnog het exclusieve speelterrein van rijke landen. Met een pc kun je veel nuttige dingen doen, zegt Gates, “maar in ontwikkelingslanden zijn ze toch meer gebaat bij eten en een betere gezondheidszorg”. Hij vertelt dat hij vorige maand vier miljard frank schonk aan een vaccinatieprogramma ten behoeve van kinderen in de derde wereld. Gates, die op zakenreizen als deze vrijwel permanent in quarantaine leeft, begint op dat moment wat zachter te praten.

Copyright Elsevier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content