Peter Vandeweerdt

Bach en Mozart ondergingen een omgekeerde facelift.

Van Bach bestaan letterlijk honderden portretten, maar hij heeft maar voor één schilderij geposeerd: dat van Elias Gottlob Hausmann uit 1746. Of uit 1748, want er bestaat een twee jaar jongere versie van dat schilderij die vreemd genoeg levendiger lijkt dan de eerste. Daar beginnen de problemen al. In elk geval is het portret uit 1746 de standaardafbeelding van Bach geworden.

Bach werd aan de Johanniskirche begraven op 31 juli 1750. In 1894 werd die stevig verbouwd, een kans om hem op te graven en in ‘zijn’ Thomaskirche te leggen. Bachs graf had geen aanduiding, maar volgens de overlevering was hij op zes voet van de kerkdeur in een eiken kist begraven, en die waren zeldzaam. Uiteindelijk werden enkele van die kisten opgedolven, en in een ervan vond men de schedel en beenderen van een man die volgens patholoog Wilhelm His overeenkwam met beschrijvingen van Bachs uiterlijk en het portret van Hausmann. Maar de criteria van His zouden vandaag nog weinig steek houden. De beheerders van de Thomaskirche weigeren overigens een DNA-vergelijking met materiaal van Bachs zoon Carl Philipp Emanuel.

Van de schedel werd indertijd een bronzen afgietsel gemaakt. En dat heeft de Schotse forensisch experte Caroline Wilkinson gebruikt om een paar maanden geleden een gezichtsreconstructie uit te voeren, gecombineerd met gegevens over Bachs levensgewoonten en het bekende schilderij. Het resultaat: een menselijk gezicht, jawel, maar dan toch veeleer van een figuur uit een of andere computergame. Een van de argumenten die Wilkinson voor de correctheid van haar reconstructie hanteert, is de gelijkenis met het Hausmannportret. Een redenering die niet in één, maar in twee cirkeltjes rond-draait. Een belangrijke verdienste is wel dat ze Bach van zijn pruik heeft beroofd.

Nee, dan liever het ophefmakende schilderij van Mozart uit 1783 dat onlangs opdook. Een stuk lelijker dan het bekende portret dat jaren na zijn dood werd geschilderd, maar daarom des te geloofwaardiger. De authenticiteit ervan houdt blijkbaar stand. Wat ons overtuigt, is de uitdrukking op het gezicht: de licht ironische rust van een man die weet wat hij waard is en zich die haakneus en onderbeet probleemloos kan permitteren.

Best mogelijk dat Bach eruitzag als een figuur uit Resident Evil IV en Mozart eigenlijk Raymond van het Groenewoud met een grijze toupet op was. Maar de meeste mensen vinden het portret van Hausmann en de kop van acteur Tom Hulce in Amadeus ongetwijfeld veel sprekender. Als dat de muziek toegankelijker maakt, wat maakt het dan uit?

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content