De vakantie is voor politici een moment van bezinning. Een goed boek helpt.

Altijd weer eisen dienstbetoon en dossiers onze politici op en de federale ministers moeten daar sinds kort ook nog eens het werk van het parlement bij nemen. Maar kunnen ze tijdens hun korte, maar daarom niet minder welverdiende vakantie dan geen ogenblik vrij maken voor lectuur ? Jazeker, zo blijkt uit de enquête van Zwarte Woensdag. Wat lezen ze en waarom ?

Jean-Luc Dehaene :Jiu-jitsu voor gevorderden. Ik zal u mijn gedacht daarover laten weten als ik het uit heb. Ge moet mij geen problemen voorleggen als ze zich nog niet stellen. Ik ben daar zeer gerust in.

Johan Vande Lanotte :Jiu-jitsu voor beginners en daarna Zwart op wit van Louis Tobback, ik moet prioriteiten stellen.

Erik Derycke :Kuifje in Kongo van Hergé, want ik zeg altijd : als ge een dossier wilt kennen, moet ge bij de basics beginnen, hé.

Herman van Rompuy :Het einde van de geschiedenis van Francis Fukuyama en, omdat er niet altijd moet worden gelachen, De ondergang van het avondland van Oswald Spengler.

Reginald Moreels :Zuster Belinda zoekt het zuiden, een doktersroman.

Miet Smet :Madame est servie van Diane De Keyzer om de PWA’s te kunnen vervolmaken.

Stefaan De Clerck : Ik ben al halfweg De wetten van Connie Palmen, maar ik ben er nog altijd geen advocaat in tegengekomen. Ik ben benieuwd.

Marcel Colla : Ik, lezen ? Jazeker, het feuilleton in Het Laatste Nieuws ! Het heet (ritsel, ritsel), euh… De Catalaanse brief van Robert Goddard.

Johan Van Hecke :Out of Africa van Karen Blixen, maar ik vind wel dat verhaal daarin van die zieke man die dan toch de kracht vindt voor een grote liefde, nogal ongeloofwaardig. Daarna begin ik aan L’amant van Marguerite Duras.

Marc Van Peel :Sleutels voor de toekomst van Jean-Luc Dehaene, omdat ik ook na de vakantie nog moet meespreken op het partijbureau ; het schijnt dat mijn voorganger nog een tijdje in ziekteverlof blijft.

Luc Van den Brande : Toekomstgericht naar mijn vakantie toe : Ergens uw eigen Vlaamse reuzen kweken. Een handleiding.

Luc van den Bossche : Ik, Jan Cremer van, euh, hoe heet hij weer. En aan de eindterm van mijn vakantie pik ik nog even Music-Hall van mijn collega-dichter Paul van Ostaijen mee. De titel klinkt veelbelovend.

Luc Martens : Ik zou wensen dat iedereen, net als ik, Gudrun van Albrecht Rodenbach nog eens ter hand zou nemen, omdat onze streek altijd minder kreeg dan waar ze recht op heeft. Ik wil ervoor vechten om het budget voor Rodenbach te verdubbelen.

Leo Delcroix :Bonjour tristesse van Françoise Sagan, want dat speelt zich af in een mooie streek. En dan, om in de sfeer te blijven, de Franse editie van Schöner wohnen.

Willy Claes : Ik zal u niet versteken dat ik Voorlopig vonnis van Jozef van Hoeck met genoegen heb doorgenomen.

Guy Coëme : Ik heb van mijn vriend Willy een boek gekregen, het heet Onschuldig veroordeeld of zoiets, want mijn Vlaams kan nog altijd beter dan het is.

Herman De Croo : Mijn boekenkast vervult zich van de Burgermanifesten, maar voor zover mijn agenda het toelaat, zal ik met genegenheid de geestelijke verdieping zoeken in Les pages glorieuses de l’histoire de Belgique.

Frank Vandenbroucke :An honourable schoolboy van John LeCarré. Anders raakt een mens zo snel opgebrand.

Louis Tobback :Jiu-jitsu voor perfectionisten. Nog vragen ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content